Berlijn heeft weer iets nieuws

Er zijn vele redenen te bedenken waarom je Berlijn zou willen bezoeken, maar de meeste mensen noemen toch vooral deze drie:
• Berlijn is zo’n bruisende, levendige stad
• Berlijn biedt zo veel kunst en cultuur
• Berlijn heeft zo veel geschiedenis

Alle drie zijn aantoonbaar waar en de optelsom ervan leidt ertoe dat de stad nog steeds aan populariteit wint. Dat betekent wel dat het centrum en de plaatsen waar zich de Berlijnse bezienswaardigheden bevinden regelmatig op een bijenkorf lijken, óók in de wintermaanden. Wat dat aangaat heeft Berlijn met hetzelfde probleem te kampen als Amsterdam: slachtoffer van het eigen succes. Het toerisme is een economische factor van belang en het is dan ook niet verwonderlijk dat met name op de bijzondere geschiedenis van de stad handig wordt ingespeeld. Nog steeds zijn er stukjes van de Berlijnse Muur te koop (mit Garantie!), het aantal souvenirwinkels lijkt zich elk jaar te verdubbelen en het is nauwelijks nog bij te houden hoeveel boeken er over Berlijn en zijn geschiedenis jaarlijks verschijnen.

Nadat ik eerder dit jaar al had geschreven dat er in Berlijn twee nieuwe multimedia musea waren bijgekomen die de Berlijnse Muur en de Koude Oorlog tot onderwerp hebben, heeft recentelijk alweer een museum zijn poorten geopend dat zich met de geschiedenis van Berlijn bezighoudt. In dit geval gaat het in feite om een museum in een museum:

Ik heb het over de Berlin Story Bunker in de Schöneberger Strasse, vlakbij het Anhalter Bahnhof in Kreuzberg. Deze bunker werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gebouwd en stond bekend als de Anhalter Hochbunker. Hier is al sinds april 2015 het Berlin Story Museum gevestigd, dat niet verward mag worden met het museum The Story of Berlin dat al sinds eind jaren negentig op de Kurfürstendamm te vinden is!

In het Berlin Story Museum wordt de geschiedenis van Berlijn chronologisch en in vogelvlucht gepresenteerd, een verband tussen de verschillende tijdperken wordt in deze tentoonstelling niet of nauwelijks gelegd. Wat wel goed is, is de audio guide: in tien talen (daaronder Nederlands) wordt achtergrondinformatie gegeven over hetgeen je hier ziet.

De vindingrijke mensen achter het Berlin Story Museum hebben onlangs een tweede expositie in de bunker ingericht, die de naam Dokumentation Führerbunker heeft gekregen. Hiermee wordt de Anhalter Hochbunker min of meer gekoppeld met de plek waar Hitler zijn laatste dagen heeft doorbracht – iets waar je wel vraagtekens bij mag plaatsen, omdat dit historisch echt onjuist is. Bovendien is hier niet veel meer te zien dan een maquette van de Führerbunker en een kopie van de werkkamer waar Hitler en zijn echtgenote-van-één dag Eva Braun op 30 april 1945 zelfmoord pleegden.

Anders dan het Berlin Story museum kan dit nieuwe gedeelte niet op eigen houtje worden bekeken: men komt alleen naar binnen als men bereid is aan een 90 minuten lange rondgang deel te nemen, waarvan er dagelijks echter slechts twee worden aangeboden: een Duitstalige om 12.00h en een Engelstalige om 14.00h. Ik was er toevallig om een uur of drie ’s middags en had die dag dus het nakijken.

Van de Führerbunker zelf (gelegen op zo’n kleine 1,5 km van de Anhalter Bunker) is niets meer te zien. Slechts een informatietafel op de hoek van de Gertrud-Kolmar-Straße en een straat met de ietwat merkwaardige naam In den Ministergärten verraadt de plek – wat niet wegneemt dat hier nog steeds veel, voornamelijk buitenlandse, toeristen en ook hele schoolklassen naar toe stromen.

Berlijn is een stad van tegenstellingen. Op een afstand van nauwelijks één km van de bunker bij het Anhalter Bahnhof is sinds 2001 in de Lindenstrasse 9-14 het Joods Museum ondergebracht. Het oorspronkelijke museum opende luttele dagen vóór de machtsovername door de nazi’s in 1933 zijn deuren en was daarmee het allereerste Joodse Museum ter wereld. Het bevond zich in de Oranienburger Strasse en hield het ondanks de zware tijden bijna zes jaar vol – tot aan de beruchte Reichskristallnacht van november 1938.

Het huidige Joods Museum bestaat uit twee totaal verschillende gebouwen: het zogenoemde Kollegienhaus uit de 18e eeuw, dat in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd raakte, maar in de jaren 60 werd gerestaureerd. Nadat in de jaren 80 was besloten een nieuw Joods Museum op te richten ontstond naast het Kollegienhaus dan de befaamde nieuwbouw van de Amerikaanse ster-architect Daniel Libeskind. De officiële opening was dan op 13 september 2001, twee dagen na 9/11. In de loop van 2007 kwam daar dan nog de fraaie foyer bij, het zogenoemde Glashof.

Het museum geeft een beeld van de Duits-joodse geschiedenis van de afgelopen 2.000 jaar, maar biedt ook speciale exposities. Nog tot eind januari 2017 is hier de tentoonstelling Golem te zien, met als thema de kunstmatige intelligentie tot aan de schepping van leven door de mens.

Golem was oorspronkelijk een uit klei gemaakte figuur, die door een rabbijn tot leven werd gewekt, maar de lijn van de expositie wordt tot aan de huidige dag doorgetrokken – inclusief een Donald Trump baseballcap met de slogan “let America be great again”. De Gollem in de boeken van Tolkien heeft hier trouwens niets mee te maken.

Overigens was op deze plek vanaf de jaren 60 het nieuwe Berlin Museum gevestigd, aangezien de West-Berlijners na de bouw van de Berlijnse Muur geen toegang meer hadden tot het in Oost-Berlijn gelegen Märkisches Museum, dat eigenlijk de opdracht had de geschiedenis van de stad Berlijn in beeld te brengen. Tegenwoordig maakt dit laatste museum deel uit van de stichting Stadtmuseum, net als onder andere het nabijgelegen Ephraim-Palais en het Museumsdorf Düppel. Over het eerste heb ik hier een tijdje geleden al eens iets geschreven, over het Museumsdorf eerder dit jaar.

Ik kan mij trouwens nog goed herinneren dat veel West-Berlijners ’s zondags naar dat Berlin Museum togen – niet zozeer om de geschiedenis van de stad te bestuderen als wel om van de legendarische brunch in het Berlin Museum te genieten. Velen kochten een kaartje voor het museum, om dan linea recta een goede plaats in het museumscafé te zoeken. De plaatselijke schnaps stroomde altijd rijkelijk en de gesprekken werden veelal overstemd door de vrolijke Strauss-muziek die ’s zondags door het café schalde, wat de pret overigens niet mocht drukken.

Over de eet- en drankgelegenheden (in het Duits Gastronomie genoemd) van Berlijn heb ik de afgelopen jaren niet al te veel geschreven. Het aanbod is zo groot en zo divers dat het ondoenlijk lijkt in het kader van een blog als deze de beste, de mooiste en de smakelijkste etablissementen aan te wijzen. Ik heb het even opgezocht: Berlijn heeft maar liefst zo’n 6.500 restaurants, bars en cafés, tendens stijgend. Uw reisgids geeft u ongetwijfeld de nodige tips en daarnaast zijn onder andere deze en deze websites een goede start voor uw zoektocht naar het ideale café of restaurant in Berlijn. En dan zijn er natuurlijk de apps en websites zoals Tripadvisor en Yelp, die dat nog veel beter kunnen.

Onlangs heeft in het zuiden van de stad echter een nieuw bedrijf zijn poorten geopend, dat duidelijk meer is dan alleen maar een café of restaurant. Ik heb het over Stone Brewing, een plaats waar het zogenoemde craft beer wordt geschonken. Dit bier onderscheidt zich van de massaproductie van Heineken & Co, het wordt ambachtelijk gebrouwd, de ingrediënten zijn van betere kwaliteit en er wordt met verschillende smaken geëxperimenteerd. Stone Brewing is een bedrijf dat oorspronkelijk uit Californië komt en dat deze zomer de oversteek naar Europa heeft gewaagd. Het is één van de tien grootste craft breweries van de Verenigde Staten, maar de omzet valt uiteraard in het niet bij giganten zoals Heineken en Budweiser. Desalniettemin worden hier maar liefst 65 verschillende soorten tapbier aangeboden en daarnaast is er ook veel bier in flesjes en blikjes te koop.

Men ging overigens niet over één nacht ijs bij de keuze van de eerste Europese dependance. Er werden in totaal maar liefst 130 locaties in negen verschillende landen bekeken en dat de keus uiteindelijk op Berlijn is gevallen mag dan ook als een compliment voor de stad worden beschouwd. Te vinden is de Stone Brewing in Mariendorf, op het terrein van de voormalige Gasometer (gashouder). Hier bevinden zich nog diverse fabrieksgebouwen, die uit de tijd rond 1900 stammen en onder monumentenzorg staan. Het grootste gebouw werd gesaneerd en biedt nu onderdak aan de brouwerij.

En ik moet zeggen: de inrichting is behoorlijk spectaculair en er is hier heel veel te bekijken. Je hebt wel een beetje het gevoel dat tien fantasierijke binnenhuisarchitecten zich hier gezamenlijk hebben mogen uitleven en het valt niet te ontkennen dat het lokaal een onmiskenbaar Amerikaanse touch heeft.

Ook de grote terrassen zijn met veel smaak en vooral fantasie aangelegd, en je hebt gelukkig nooit het gevoel dat je in een Biergarten zit. Het terrein grenst aan het spoor van de S-Bahn (lijn 2, die van Bernau noordelijk van Berlijn via de Potsdamer Platz en de Friedrichstrasse naar Blankenfelde iets ten zuiden van Berlijn rijdt) en in combinatie met het uitzicht op de voormalige fabrieksgebouwen en de gashouder heerst er een erg prettige, urbane sfeer.

Het terrein ligt wel wat afgelegen: Mariendorf is niet bepaald het centrum van Berlijn. Het eenvoudigst komt u hier met de al genoemde S-Bahn lijn 2 (uitstappen op station Attilastrasse, daarna nog ca. 10 minuten te voet). U kunt ook bus 181 nemen, die vanaf het U-Bahn station Walter-Schreiber-Platz (lijn 9) vertrekt, vervolgens uitstappen bij de halte Greinerstrasse.

Momenteel zijn er in de stad uiteraard weer overal de kerstmarkten te vinden. De bekendste is waarschijnlijk de markt in Spandau, de drukste die op de Alexanderplatz. Maar de prettigste Weihnachtsmarkt is en blijft in mijn ogen die op de Gendarmenmarkt – het mooiste plein van Berlijn. Een uitstekend overzicht van alle kerstmarkten in Berlijn vindt u hier. Let u er wel op dat vele al onmiddellijk na de kerst en soms zelfs al enkele dagen daarvóór hun poorten sluiten! Eén van de uitzonderingen is nu juist de Gendarmenmarkt: de kerstmarkt hier blijft nog tot en met oudejaarsdag geopend.

Op de Gendarmenmarkt is ook op oudejaarsavond nog het één en ander te beleven. Als alternatief voor de roemruchte party nabij het Brandenburger Tor wordt tegen een entreeprijs van 12 euro een avondvullend programma geboden, waarvan u hier een overzicht vindt. Nogal speciaal is de sketch Dinner for One: in Nederland vrijwel onbekend, erg populair in Duitsland en op oudejaarsdag op veel Duitse tv-zenders te zien. Het is uitermate gedateerd, ontzettend flauw en toch amusant! Nieuwsgierig geworden?: het origineel met Freddie Frinton en May Warden is inmiddels op YouTube te vinden.

Vlak naast de Gendarmenmarkt, in de Charlottenstrasse 60, staat een pand dat zich ’s werelds grootste chocoladehuis mag noemen. Voor de liefhebbers van chocolade (en wie is dat niet) is een bezoek aan dit huis een must. De inrichting is stijlvol, de keus aan pralines, truffels en taartjes is enorm en de kwaliteit is uitstekend. Dat heeft natuurlijk wel zijn prijs.

Op de eerste etage bevindt zich een chocolade-café met een prachtig uitzicht op de Gendarmenmarkt, maar het hoogtepunt zijn toch wel de van chocola gebouwde maquettes van onder andere het Brandenburger Tor, de Reichstag en… de Titanic. U kunt er het gratis Magazine for lovers of premium chocolates meenemen, dat niet alleen door zijn fraaie layout opvalt, maar vooral ook omdat het naar chocolade ruikt!

Een klein stukje verderop, in de Französische Strasse 24 is de Bunte Schokowelt van de firma Ritter-Sport te vinden. Niet zo chic als het Chocoladehuis, maar ook deze zaak biedt een enorme keus aan chocola. Er is een mini-expositie die laat zien hoe chocolade wordt gemaakt en er is een workshop voor kinderen.

Voor de goede orde wijs ik de chocolade-liefhebbers ook nog even op de firma Leysieffer, die hier eveneens in de buurt zit, in de Friedrichstrasse 68. Naar mijn bescheiden mening maken zij de lekkerste bonbons die er in Berlijn te koop zijn en het ontbijt in het bijbehorende koffiehuis is eveneens van prima kwaliteit. Als u al eens met het vliegtuig naar Berlijn bent gekomen kent u Leysieffer vermoedelijk wel: op het vliegveld Tegel bevindt zich namelijk een grote dependance.

Als u hier toch bent is het wellicht een goed idee even een blik op het gebouwencomplex te werpen dat zich niet ver hier vandaan in de Französische Strasse (in westelijke richting, ongeveer ter hoogte van de Maurerstrasse) bevindt. Dat is één van de dingen die ik zo leuk aan Berlijn vind: je ontdekt steeds weer iets nieuws en de geschiedenis ligt er voor het oprapen. Ik ben al tientallen keren door deze straat gefietst, maar tot mijn schande moet ik bekennen dat dit complex mij pas onlangs echt opviel. Het is werkelijk èrg groot en het is bovenal een soort bouw die je in Nederland niet snel zult aantreffen.

Door nieuwsgierigheid gedreven probeerde ik er achter te komen welk ministerie of welke multinational hier eigenlijk zijn intrek had genomen. Het antwoord was nogal verbluffend: de gebouwen staan goeddeels leeg! Het complex dateert uit de 19e eeuw en werd in opdracht van de Deutsche Bank gebouwd. Deze in 1870 opgerichte bank had hier in de Französische Strasse zijn allereerste pand en maakte met name door de snel voortschrijdende industrialisatie in de tweede helft van de 19e eeuw een stormachtige groei door. Er werd in die periode dus naarstig bijgebouwd, richting Maurerstrasse en Glinkastrasse.

Na de Tweede Wereldoorlog was hier het DDR Ministerie van Binnenlandse Zaken gevestigd, maar dat hield in 1990 op te bestaan. Waarom deze gebouwen vandaag de dag niet of nauwelijks meer worden gebruikt is mij (nog) niet duidelijk. Fraaie ingangen, maar nergens naambordjes: het is nogal mysterieus.

Als u dan de Französische Strasse weer in oostelijke richting terugloopt en linksaf de Friedrichstrasse richting noorden inslaat komt u na een minuut of tien uit op de Schiffbauerdamm, vlakbij het station Friedrichstrasse. Hier is in een café met de nogal merkwaardige naam Ständige Vertretung (permanente vertegenwoordiging) te vinden, dat een mix van horeca en politiek biedt.

Het verhaal hierachter is wel aardig: in de veertig jaar dat de Bundesrepublik Deutschland (BRD) en de Deutsche Demokratische Republik (DDR) naast elkaar bestonden, was er lange tijd geen diplomatische vertegenwoordiging tussen de beide staten. Pas in 1973 werd een regeling van kracht waarbij men over en weer diplomatische verbindingen aanging. Aangezien de BRD de DDR weliswaar als soevereine staat maar niet als buitenland beschouwde, was het niet mogelijk ambassadeurs te benoemen. In plaats hiervan sprak men van Ständige Vertreter.

Heel subtiel is het verschil tussen Ständige Vertretung der Bundesrepublik bei der DDR enerzijds en Ständige Vertretung der DDR in der Bundesrepublik anderzijds, dat in het woordje “bei” zit. Hiermee werd tot uitdrukking gebracht dat de Ständige Vertretung niet in de DDR zijn domicilie had. Immers, het gebouw waarin deze Ständige Vertretung was gevestigd lag in Oost-Berlijn – en dat maakte formeel geen deel uit van de DDR. Hierboven ziet u het pand in de Hannoversche Strasse in de wijk Mitte, een vrij lelijk en nietszeggend gebouw. Honecker & Co. deden er overigens van alles aan om het feit te verdoezelen dat Oost-Berlijn officieel niet tot de DDR behoorde, maar daarentegen één van de sectoren in de Viermächtestadt Berlin was. Zo werd Oost-Berlijn in het officiële DDR jargon altijd Berlin, Hauptstadt der DDR genoemd en werden er in de loop der jaren drie nieuwe stadsdelen (Marzahn, Hohenschönhausen en Hellersdorf) aan de al bestaande acht toegevoegd.

Wat heeft dit nu met het café aan de Schiffbauerdamm te maken? Het antwoord is simpel: de Standige Vertreter van de DDR zat in Bonn en niet in West-Berlijn, om de eenvoudige reden dat Bonn toen de hoofdstad van de Bondsrepubliek was. Pas na de hereniging van de beide Duitslanden werd Berlijn de nieuwe hoofdstad. Dat ging overigens niet zonder slag of stoot, want veel mensen uit het Rijnland waren faliekant tegen. Uiteindelijk trok oud-bondskanselier Willy Brandt met een magistrale rede de nog tussen Bonn en Berlijn twijfelende parlementariërs over de streep, waardoor Berlijn uiteindelijk een kleine overwinning op Bonn behaalde.

Berlijn werd niet alleen de nieuwe hoofdstad: het werd tevens regeringsstad. De meeste (maar niet alle!) ministeries verhuisden daarom van Bonn naar Berlijn en tezamen met de ministeries natuurlijk ook nogal wat ambtenaren. Twee horecamensen uit het Rijnland besloten van de nood een deugd te maken en openden in 1997 in het hart van Berlijn een Bonn-Keulse kroeg. Hier wordt het bekende Kölschbier (Gaffe) getapt en de keuken is uiteraard Rijnlands. Het bekendste gerecht is wel Himmel un Ääd (hemel en aarde), met als voornaamste ingrediënten aardappels, appels, bloedworst en spek.

Vlak naast de Ständige Vertretung is nog een café-restaurant met een politieke naam te vinden: de Berliner Republik. Hoewel er aan de muren veel foto’s over de geschiedenis van de Bondsrepubliek zijn te vinden. ligt in dit lokaal het accent toch eerder op Berliner dan op Republik. Het is namelijk een echte Berlijnse Kneipe, in de goede zin van het woord. De keuken biedt vrijwel uitsluitend Berlijnse gerechten zoals koolrollade, kalfslever en, uiteraard, Eisbein (varkenskluif). En er zijn maar liefst 18 soorten tapbier!

Als u hier ’s avonds komt ziet u op een aantal schermen allerlei biersoorten met steeds wisselende prijzen. Dat is de zogenoemde Brokers Bierbörse. De bierprijzen stijgen en dalen dan al naar gelang de vraag, dus het kan slim zijn een biersoort te bestellen die op dat moment niet erg populair is. Maar na het tweede of derde biertje kan de prijs weer kantelen. Een vermakelijk idee, dat natuurlijk niet al te serieus moet worden genomen.

Het is een lokaal dat erg in trek is, zowel bij Berlijners als bij toeristen, en het kan dan ook vaak behoorlijk vol zijn. Ondanks die drukte blijft het personeel vriendelijk en professioneel – althans de keren dat ik er was. Geen vergelijking met de reputatie die de Berlijnse kelners al sinds jaar en dag hebben: nors en onvriendelijk – en ze kijken altijd net een andere kant op als je iets wilt bestellen… Ik kan u echter verzekeren dat dat een stereotype is dat meestal niet met de werkelijkheid overeenstemt.

Een bezoek aan een Berlijnse boekhandel heeft voor de meeste toeristen uit Nederland vermoedelijk geen hoge prioriteit. Hooguit loopt men even naar binnen voor een plattegrond of een paar ansichtkaarten. Net als in Nederland heeft de stationaire boekhandel in Duitsland het erg moeilijk: de omzet loopt terug en de concurrentie van internetshops en dan met name van Amazon wordt steeds groter. Het aantal boekwinkels in Berlijn is de afgelopen jaren dan ook beduidend kleiner geworden.

Toch zijn er ook lichtpuntjes: ik wees hier al eens op het prachtige KulturKaufhaus Dussmann in de Friedrichstrasse en Hugendubel durfde het aan de boekwinkel in de Schlossstrasse in Steglitz volledig te renoveren. Het ziet er na de verbouwing echt klasse uit, met veel zitjes om rustig in een boek te kunnen bladeren, een koffiecorner en een kinderhoek. Ik vermeld deze zaak nog om een andere reden: Nederland was dit jaar gastland op de Frankfurter Buchmesse en Hugendubel biedt in de hernieuwde winkel in Steglitz een grote selectie aan vertaalde Nederlandse literatuur.

Best aardig om hier eens rond te neuzen, want zo ontdek je dat er, naast de bekende namen zoals Grunberg, Nooteboom en Mulisch, nog recentelijk Duitse vertalingen van klassieke werken zoals van Bordewijk en Nescio zijn verschenen! In dit verband mag ook niet onvermeld blijven dat van de zeven delen van Het Bureau van J.J.Voskuil er inmiddels al vijf in het Duits zijn vertaald! De uitgeverij die dit aandurfde heeft trouwens een nogal bijzondere naam: Verbrecherverlag. De Duitse taal is erg rijk aan nuances en zo ook hier: het kan betekenen dat de uitgeverij crimineel is, dat er in dit bedrijf louter criminelen werken, of dat het een uitgeverij is van vakliteratuur voor criminelen: u mag het zeggen.

Tot slot en tussen ons gezegd en gezwegen: niet de reusachtige winkelcentra zoals de Mall of Berlin in Mitte, de Gropius-Passagen in Neukölln of Alexa aan de Alexanderplatz, maar de Schlossstrasse in Steglitz is en blijft de aantrekkelijkste winkelsraat in Berlijn.

vorig verhaal:

verkiezingen in Berlijn

1 gedachte over “Berlijn heeft weer iets nieuws”

  1. Elke keer dat we in Berlijn zijn denk ik dat ik de meeste interessante plaatsen wel bezocht heb.
    Elke keer dat ik een nieuwe verhaal op deze site lees besef ik dat ik altijd achter de feiten aan hol.
    Leuk weer om te lezen!

    Beantwoorden

Plaats een reactie