Na een tamelijk lange winterslaap is het de hoogste tijd voor een nieuw verhaal op deze website. Ik woon inmiddels al weer ruim 30 jaar in Berlijn, maar toch ontdek ik nog steeds nieuwe dingen in de stad en ik geloof niet dat daaraan snel een eind zal komen. Deze keer heb ik het weer eens wat dichter bij huis gezocht en was op pad in het hart van het oude West-Berlijn, dat zo langzamerhand uit zijn Doornroosje-slaap aan het ontwaken is.
Na de voltooiing van het Waldorf Astoria hotel en de heropening van de beroemde bioscoop Zoo Palast is het nu de beurt aan het zogenoemde Bikinihaus, dat tussen de Zoologischer Garten en de Breitscheidplatz ligt.
Jarenlang was dit een beetje het rommelhoekje van West-Berlijn, met onduidelijke winkels en een uitermate lelijke verkeerstunnel voor de deur. De tunnel is al lang weg en de afgelopen jaren werd het Bikinihaus in zijn oude glorie hersteld. Het is gebouwd in de jaren vijftig en dankt zijn naam aan het feit dat het oorspronkelijke gebouw door een glazen middengedeelte uit twee delen leek te bestaan.
Op 3 april 2014 werd het Bikinihaus heropend en het was al gelijk een drukte van belang. De Berlijners mopperen weliswaar graag over hun stad en over wat er allemaal mis is, maar als er iets nieuws valt te bewonderen zijn ze er meestal als de kippen bij. Zo ook hier en degenen die waren gekomen werden niet teleurgesteld: het is een (niet alleen in mijn ogen) uitermate geslaagd project, dat ongetwijfeld binnen de kortste keren tot een nieuwe trekpleister van de stad zal uitgroeien.
Via een brede trap komt men van buiten af op een vrij toegankelijk terras van zo’n 7.000 m², dat een mooi uitzicht op de City-West biedt en dag en nacht geopend zal zijn. Naar links kijkend ziet men de Kurfürstendamm en de Gedächtniskirche en rechts kijkt men uit op de dierentuin, de Zoologischer Garten. Een bepaald niet alledaagse combinatie.
Aan het eind van het terras bevindt zich een type winkelzaak dat tegenwoordig Designstore wordt genoemd. Deze wordt gedreven door Gestalten, een uitgeverij van boeken over kunst, architectuur en design. Maar deze zaak biedt ook veel mooie hebbedingetjes voor de woning, sieraden en meer.
Bovendien is er een zogenoemd Lounge café met buitenterras, vanwaar men direct op de apenrots van de Zoologischer Garten kijkt.
Op de begane grond is er plaats voor zo’n 60 winkels, die in dit geval echter niet door de usual suspects zoals Benetton, Tommy Hilfiger, Douglas etc. in beslag zijn genomen. Men zet hier in op een Concept Mall in plaats van op een Shopping Mall, met het doel hier bedrijven onder te brengen die uniek zijn voor Berlijn en die in het concept van het Bikinihaus passen.
En dat is wonderwel gelukt: vrijwel alle winkels stralen een onderkoelde elegantie uit en harmoniëren perfect met hun omgeving. Zonder meer een bezoek waard, en dat niet alleen voor de shopaholics onder ons.
In het midden bevinden zich de Pop-Up Stores, dat zijn kleine winkeltjes van max. 40 m2 die de creatieve kant van het Bikinihaus vertegenwoordigen. De huurders mogen er maximaal een jaar blijven, dan moeten ze plaats maken voor de volgende gegadigden!
Pal naast het Bikinihaus is bovendien een nieuw hotel verrezen, het 25Hours Hotel, dat zichzelf afficheert als “net zo veelzijdig als Berlijn en net zo wild als de jungle”. Ik heb er even een kijkje genomen en was ook hier meteen onder de indruk.
In welk hotel vind je een old-timer in de hal en fietsen aan het plafond? En welke hotelreceptie biedt hangmatten en een bakery? Nog interessanter wordt het op de 10e etage waar zich de Monkey Bar en het Neni restaurant bevinden. Beide ademen een uitermate geslaagde laissez-faire sfeer, die bewijst dat hier eerste klas ontwerpers aan het werk zijn geweest.
Het absolute hoogtepunt is ook hier het uitzicht op Berlijn: naar links op de Gedächtniskirche en de Kurfürstendamm en naar rechts op de dierentuin, maar dan nog een flink stukje hoger dan vanaf het terras van het Bikinihaus. Berlijn heeft er dus weer twee attracties bij en die mag u beide niet missen!
De restauratie van de Gedächtniskirche schiet intussen aardig op en de verwachting is dat deze nog dit jaar kan worden afgesloten. Dan speelt het carillon weer en heeft West-Berlijn zijn Markenzeichen weer terug.
En het verhaal rond de Breitscheidplatz gaat nog verder: in de komende jaren zal hier vlak naast het Waldorf Astoria hotel nog een wolkenkrabber verrijzen, de zogenoemde Upper West. Daarmee zal de sanering van dit stuk Berlijn voltooid zijn. Vooralsnog is hier niet veel te zien, maar op de website is te lezen dat het gebouw zo’n 120 meter hoog zal worden en op één van de bovenste etages een Skybar zal herbergen.
Verder zijn er weer duizenden vierkante meter winkelruimte gepland en meer dan 20.000 m2 kantoorruimte. Op de website ziet het er allemaal erg gelikt uit, en dat bedoel ik niet negatief. Ik meen dat Berlijn inmiddels 62 of 63 shopping centers heeft en zie overal in de stad veel kantoorruimte leegstaan. Je kunt van de investeerders dus niet zeggen dat ze geen durf hebben!
Naar verluidt zijn er inmiddels ook concrete plannen om het nabijgelegen station Zoologischer Garten een grote opknapbeurt te geven. Nodig is het: een aantal jaren geleden werd weliswaar de winkelzone gemoderniseerd, maar dat was niet meer dan een cosmetische correctie. En de foeilelijke galerij tussen Hardenbergstrasse en Kantstrasse moet ooit echt eens op de schop.
Na de opening van het Hauptbahnhof in 2006 verloor de Zoologischer Garten aan betekenis, omdat er nauwelijks meer internationale en intercity treinen (hier eerder bekend onder de naam interregio) stoppen. Als u met de trein vanuit Nederland komt heeft u drie mogelijkheden in Berlijn uit te stappen: Spandau in het westen, het Hauptbahnhof in het centrum en het Ostbahnhof in het oosten. Mocht uw hotel in het vroegere West-Berlijn liggen, moet u op het Hauptbahnhof uitstappen en vervolgens met de S-Bahn terug naar het westen rijden.
Als het weer zich van zijn goede kant laat zien en u zin hebt in een interessante wandeling kunt u van vanaf het aan de Budapester Strasse gelegen Bikinihaus via de Hardenbergplatz langs de westelijke zijde van de dierentuin richting Tiergarten lopen. Let wel: Tiergarten betekent niet dierentuin, maar is de naam van een wijk en ook van het uitgestrekte park dat in het centrum van Berlijn ligt.
Wij blijven aan de rechterkant van de Hardenbergplatz (aan de overkant ligt het al genoemde station Zoologischer Garten) en nemen het voetpad dat u ziet na het oversteken van de Stadtbahnbogen (vlak daarvoor is aan de rechterkant de ingang van de dierentuin te zien).
Dit pad leidt ons langs een sluis, met daarnaast gelegen een café met de toepasselijke naam Schleusenkrug. Hier is het bij mooi weer altijd een drukte van belang. Wij lopen echter verder en komen uiteindelijk bij de Strasse des 17. Juni, die wij oversteken. Daarna nemen wij aan de overkant de Klopstockstrasse (waar het bekende restaurant Giraffe is te vinden), steken de Altonaer Strasse over en komen in de Bartningallee.
Rechts ziet u op een gegeven moment het S-Bahn station Bellevue, maar wij lopen nog een klein stukje verder tot wij bij de Spree zijn aangekomen. De beloning voor het eerste gedeelte van deze wandeling: de Konditorei Buchwald op de hoek van de Bartningallee en de Holsteiner Ufer.
Dit etablissement bestaat al ruim 150 jaar en is beroemd vanwege zijn Baumkuchen, een soort gebak dat bij mijn weten in Nederland niet bestaat. Het gebak wordt uit verschillende lagen opgebouwd die door middel van een draaiend spit worden toegevoegd en is daarom als het ware met de jaarringen van een boom te vergelijken. Vandaar de naam.
De bediening bij Buchwald is erg vriendelijk en bij mooi weer kunt u buiten op het terras zitten, met een goed uitzicht op de Spree.
Als u door de koffie en de Baumkuchen voldoende bent gesterkt, gaat het verder met het tweede deel van de wandeling. We steken de Moabiter Brücke over en slaan bij het restaurantschip Patio linksaf. Na een paar minuten lopen komen wij bij de zogenoemde Spreebogen Berlin, die door zijn markante blauw-rode kleuren niet over het hoofd kunnen worden gezien.
Het is de moeite waard hier even rond te dwalen. De Bogen lopen door tot aan de straat Alt-Moabit en herbergen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en het fraaie hotel Abion. Ook hier weer een terras met uitzicht op de Spree en een chique bar, Lanninger.
Wij volgen de Uferweg en hebben daarbij de Spree steeds aan onze linkerkant. U zou zo tot Spandau kunnen doorlopen, maar dat is toch wel iets te ver weg. In plaats daarvan nemen wij de Hansabrücke en komen zo weer op de zuidelijke oever van de rivier. Hier slaan wij na een paar minuten lopen linksaf de Englische Strasse in en komen uit op de Strasse des 17. Juni, precies bij de Charlottenburger Tor. Tussen dit punt en het S-Bahnstation Tiergarten vindt ’s zaterdags en ’s zondags de bekende vlooienmarkt plaats.
Als u hier bent gearriveerd en het is ook nog eens woensdag- of zaterdagmorgen, is het verlokkend nog een stukje door te lopen richting westen. Het beste is eerst de Strasse des 17. Juni over te steken en dan richting westen te lopen. Na enkele minuten komt u bij een enorm groot plein, de Ernst-Reuter-Platz, vernoemd naar de man die in 1948, midden in de koude oorlog, tot burgermeester van Berlijn werd benoemd.
Wij blijven aan de zuidelijke rand van dit imposante plein, lopen even links de Hardenbergstrasse in en dan onmiddellijk weer rechts in de Knesebeckstrasse,waar veel aardige cafés en restaurants zijn te vinden. Na een klein stukje lopen linksaf de Goethestrasse nemen.
Wij zijn nu echt in hartje Charlottenburg, een wijk die graag als “gutbürgerlich” wordt omschreven, wat zo ongeveer met bourgeoisie of gegoede burgerij vertaald kan worden. Op de hoek met de Weimarerstrasse slaat u linksaf en hebben we onze volgende bestemming bereikt: de Karl-August-Platz.
Uiteraard heeft een stad als Berlijn vele markten. Over de bekendste heb ik in het verleden al eens wat geschreven: daartoe horen de Winterfeldmarkt in Schöneberg, de “Turkse” markt aan de Maybachufer in Kreuzberg en de hiervoor al genoemde vlooienmarkt aan de Strasse des 17. Juni in Tiergarten. Maar er zijn nog vele andere markten, die weliswaar kleiner zijn maar vaak een eigen charme hebben en daarom minstens net zo populair zijn. En één hiervan wil ik vandaag even aan u voorstellen.
Hier op de Karl-August-Platz is ’s woensdags van 8.00-13.00h en ’s zaterdags van 08.00-14.00h markt. De kramen zijn in een vierkant rondom de neogotische Trinitatiskerk geschaard en vooral op zaterdag is het hier een drukte van belang. Veel verse groente en fruit, veel bloemen en last but not least… een Nederlandse haringkraam!
Nico Van Matjes uit Zandvoort en zijn Duitse vrouw Bettina (die overigens erg goed Nederlands spreekt) runnen deze kraam, die de naam Van Matjes heeft gekregen. Dat behoeft enige uitleg: voor veel Duitsers is het woordje “Van” erg Nederlands en is een achternaam met “Van” erin nogal speciaal. Als Lidl een Nederlandse week heeft, heet de leverancier uit Nederland gegarandeerd Van Dinkel of iets dergelijks.
En met het woord Matjes wordt een haring bedoeld. Het woord “Hering” wordt veel minder gebruikt. Ik neem aan dat Matjes afgeleid is van het Nederlandse woord “maatjes”, want voor de meeste Duitsers in Nederland niet alleen het land van kaas, molens en tulpen, maar ook van de haring. Het moet gezegd: de haring van Nico en Bettina smaakt uitstekend: Nico is een vakman en weet precies wat er voor komt kijken om de haring op smaak te krijgen.
Rond de markt zijn vele leuke cafeetjes en restaurantjes te vinden, zodat hier tijdens de markturen altijd een gezellige drukte heerst. Speciaal aanbevolen: het Turkse restaurant Istanbul op de hoek Pestalozzi Strasse/Krumme Strasse. Simpel, zonder pretenties, met goed eten en een prima service.
Als u de Pestalozzi in westelijke richting neemt komt u na een paar minuten in de Wilmersdorfer Strasse, nog steeds één van de belangrijkste winkelcentra van Berlijn. Hier vindt u alles van Peek en Cloppenburg via Woolworth tot aan Mediamarkt. Rechts bevinden zich onder andere H & M, het warenhuis Karstadt en C & A, maar wij slaan linksaf de Wilmersdorfer Strasse in en steken de Kantstrasse over (let op: veel verkeer hier!). Hier zou u de bus terug naar het centrum kunnen nemen, maar aangezien u zich net met een haring hebt gesterkt, wilt u er vast nog wel een klein schepje bovenop gooien. En dat kleine schepje is de moeite waard!
Bij het U-Bahn station Wilmersdorfer Strasse ziet u rechts de Stuttgarter Platz (liefdevol ook wel “Stutti” genoemd: over dit plein en de omgeving hier een volgende keer meer), maar wij steken de Krumme Strasse over en vervolgen onze weg door de Wilmersdorfer Strasse. We laten de Niebuhrstrasse en de Mommsenstrasse links liggen en komen zo bij de wellicht mooiste straat van Charlottenburg: de Giesebrechtstrasse. Ik ken niet weinig mensen die er een moord voor zouden doen om in deze straat een woning te krijgen. Ik ben er niet helemaal zeker van of ik niet ook tot die groep behoor…
De Wilmersdorfer Strasse en de Giesebrechtstrasse worden van elkaar gescheiden door de Hindemithplatz, vernoemd naar de Duitse componist uit de eerste helft van de 20e eeuw. Op dit plein bevindt zich de St. Georg Brunnen die ruim 100 jaar oud is en oorspronkelijk nabij de Potsdamer Platz was opgesteld. Op de hoek ziet u het bekende Haus der 100 Biere en daarnaast het niet minder beroemde Café Richter. Dat heeft wel wat van zijn vroegere glorie verloren, maar de koffie en het gebak zijn nog altijd eerste klasse (in het Duits toepasselijk “erste Sahne” geheten). Naast de fontein zijn fietsen van de Deutsche Bahn te vinden, die u ter plekke kunt huren (gsm en credit card noodzakelijk).
Wat verderop, schuin aan de overkant zijn in het prachtige pand op nummer 3 een Italiaans restaurant en Juleps gevestigd dat zich zelf als American bar & restaurant afficheert. Het eten is hier niet de hoofdzaak, maar de cocktailkaart mag er wezen. Bovendien is de inrichting top en de atmosfeer erg prettig. Zonder meer een aanrader.
In het midden van de Giesebrechtstrasse ligt de Meyerinckplatz. Hier is sinds enkele jaren de boekhandel Winter te vinden, die er uitziet zoals een boekhandel er uit hoort te zien. Het accent ligt op Duitstalige literatuur, maar er zijn ook veel boeken over Berlijn te vinden. Ook zag ik hier vertalingen van onder anderen Cees Noteboom en Herman Koch liggen.
Net als in Nederland verkeert de boekhandel in Duitsland in zwaar water: meer nog dan in Nederland heeft men onder het internet te lijden. Vooral de in Duitsland alom tegenwoordige gigant Amazon vormt een bedreiging voor de branche, wat grote boekhandels zoals Hugendubel, Thalia en Weltbild al aan den lijve hebben moeten ondervinden. Boekhandelaarster Almut Winter doet er wat aan: met veel liefde voor het vak, deskundig advies en kleine lezingen trotseert zij de concurrentie. En met succes: de boekwinkel werd door het vakblad Buchmarkt al direct tot newcomer van het jaar gekozen.
Aan de andere kant van het plein is één van de vele Irish Pubs te vinden die de stad rijk is, maar dit is waarschijnlijk wel de bekendste. In het weekend is hier meestal live music te horen – Irish folk uiteraard.
Let u onderweg ook eens op de zogenoemde Stolpersteine (struikelblokken, letterlijk “struikelstenen”), die aan mensen herinneren die door de nazi’s zijn vermoord. Op een messingplaatje staan de naam van de vermoorde persoon, de geboortedatum en de datum van deportatie. Er zijn vele, vele van deze Stolpersteine in Berlijn te vinden: alleen al in de Giesebrechtstrasse zijn het er meer dan honderd, zoals op de uitvoerige website is na te lezen.
Als u de Giesebrechtstrasse uitloopt komt u uit op de Kurfürstendamm (ter hoogte van de Olivaer Platz), waar de bussen 19, 29 en 110 rijden. Het was wellicht een pittige wandeling, maar dankzij een paar culinaire stops best te doen. En na afloop zult u het vermoedelijk met mij eens zijn, dat het hart van West-Berlijn veel te bieden heeft – en dan te bedenken dat u met deze wandeling nog maar een fractie hebt gezien!
Dat is helemaal niet erg, want ik heb gemerkt dat veel Berlijnbezoekers het niet bij één bezoekje laten: velen komen een tweede, een derde, een vierde keer terug – en sommigen blijven er voor altijd…
Gelukkig wordt ook nu het oude West-Berlijn hier en daar op de schop genomen. Ik schrok tijdens mijn laatste bezoek in februari van de vergane glorie van het “EuropaCentre’ eens een modern winkelcomplex, nu een verlopen boel, onguur, onprettig.
Mooie foto’s van veel mij bekende plekjes.
Ik herken in jouw blog helaas niets van het Berlijn waar ik vorige maand was
dat joods monument uit die blokken steen, ik heb er een dag gezeten
de winkellust vergaat je daar, zelfs mijn gratis meegebrachte broodje van het ontbijtbuffet bleef onaangeroerd in mijn zak zitten.
En dat is precies de reden waarom Berlijn zo’n bijzondere stad is. Hij geeft zichzelf niet zo makkelijk vrij als Parijs, waar je struikelt over de mooie kerken en elke boulevard romantischer is dan de ander. Veel toeristen in Berlijn blijven rondhangen op de typische toeristische sights en zien dan een veelal grauwe, grijze, grote stad die het vooral van warenhuizen en denkmalen moet hebben. Degenen die zich van de toeristische route losrukken en zelf op pad gaan, zullen gezellige straatjes met aparte boetiekjes en kleine cafeetjes met lekkere Kuchen ontdekken. En niet te vergeten de vele parken, parkjes en pleintjes die Berlijn rijk is en waar je heerlijk de dag kan doorbrengen, en waar de buren zich treffen voor een goed gesprek. En dan is Berlijn eigenlijk toch wel heel mooi.
Helemaal met Maureen eens. Wij zijn geschrokken van de drukte bij de toeristische trekpleisters en zoeken ook liever naar rustige en mooie plekjes in Berlijn. Hopelijk gaat dat niet verloren door alle modernisatie. Al die bouwwerkzaamheden doen de stad geen recht.
Tja, Berlijn. Heerlijke stad met bewogen geishiedencs. Wij kwamen er al toen de DDR er nog was en toen was de sfeer er nog heel bijzonder. Bezoeken aan het ‘oosten’ waren hele ondernemingen, maar ik ben toch blij dat we dat indertijd hebben gedaan. Om het verschil te zien. Later kwamen we in het herenigde Berlijn. Heerlijke stad, waar vroeger niets te koop was lagen nu de koopgoten vol westerse dure waar. De kantorencomplexen reikten zowat tot de wolken en de stad was financieel am ende. Maar als je houdt van Duitse steden is dit wel het ultieme voorbeeld….Mooie reportage!