Een korte wandeling door het nieuwe Berlijn

In ieder geval in uw reisgids en wellicht ook in uw planning neemt het centrum van Berlijn de belangrijkste plaats in. Maar dat centrum is de laatste jaren op veel plaatsen erg veranderd en bovendien zijn hier nog steeds onbekende pareltjes te vinden die vermoedelijk niet in uw gids staan. Over beide: veranderingen en onbekende plaatsen wil ik het deze keer met u hebben.

download route als GPX download route als KML

De bovenstaande wandeling is ruim zes km lang, laat een aantal stedenbouwkundige veranderingen in het centrum van Berlijn zien en voert gedeeltelijk langs het riviertje de Panke. Het is een aardig alternatief voor de wat langere fietstocht die ik de vorige keer aan u heb voorgesteld. We beginnen onze nieuwe verkenning vanaf het S-Bahn station Nordbahnhof, dat de laatste keer al uitgebreid aan bod kwam. Maar geen zorgen: daarmee houden de overeenkomsten tussen de beide verhaaltjes grotendeels wel op…

Aan de overkant van het station bevindt zich het Park am Nordbahnhof en als u naar rechts kijkt ziet u de bekende Gedenkstätte Berliner Mauer, waarover ik het hier al eens heb gehad en waar uw reisgids ongetwijfeld uitgebreid aandacht aan besteedt. Op de foto hierboven is op de achtergrond nog de Fernsehturm te zien, die met zijn ca. 368 meter het met afstand hoogste bouwwerk van Duitsland is. Men zegt wel dat je in Berlijn eigenlijk niet kunt verdwalen, omdat waar je ook bent deze Fernsehturm je altijd als oriëntatiepunt kan dienen.

We lopen in noordelijke richting door het park en zien aan onze linkerhand het grote pret- en sportpark Beachmitte. Hier kunt u tennis spelen, beachvolleybal, golf en tegenwoordig uiteraard ook padel. Een hoogtepunt in letterlijke zin is de MountMitte, waar u uw klimtalent kunt testen. De naam van het park zegt het al: u vindt hier natuurlijk ook een strand, dat volgens de website het grootste stedelijke strand van Europa is. Het park is het hele jaar geopend en is vooral voor families met (niet al te kleine) kinderen een aanrader.

Bij de kleine speelplaats in het park buigen we linksaf naar de Schwarzkopfstraße en vervolgens rechtsaf in de Pflugstraße. We bevinden ons hier weliswaar in hartje Berlijn, maar verkeer is hier nauwelijks. Wel zijn hier veel van die klassieke huizen te bewonderen, die zo typerend voor Berlijn zijn. Via de Wöhlertstraße komen we dan bij de Ida-von Arnim-Straße. Deze straat is vernoemd naar een bekende moeder-overste uit de 19e eeuw, die destijds het voormalige Augusta-Hospital leidde.

Kort nadat we de Chausseestraße zijn overgestoken, nemen we aan onze linkerhand het pad dat langs de Panke loopt. Links zien we het reusachtige gebouwencomplex van de BND (de Duitse Inlichtingendienst), dat na een bouwtijd van zo’n 12 jaar in 2019 werd opgeleverd. Enkele cijfers: er werken hier rond 6.500 mensen en het complex heeft een totale oppervlakte van maar liefst 250.000 m². Daarmee is het – na het luchthavengebouw van het voormalige vliegveld Tempelhof – het grootste gebouw van Berlijn.

Aan het eind van dit parkje komen we bij de Habersaathstraße en slaan hier rechts af. De Habersaathstraße eindigt bij de Scharnhorststraße en daar slaan we nogmaals rechtsaf. Aan de overkant zien we eerst het vroegere Invalidenhaus, dat uit de 18e eeuw stamt en dat lange tijd als militair hospitaal fungeerde. Na de Tweede Wereldoorlog deed het voornamelijk dienst als ziekenhuis voor de haute volée van de DDR, dus politici, diplomaten en wat dies meer zij. Tegenwoordig is hier het Ministerium für Wirtschaft (Economische Zaken) und Technologie gevestigd. Het woord “hautevolee” is overigens één van die vele Franse begrippen die in de Berlijnse omgangstaal zijn ingeburgerd. Dat is vooral terug te voeren op het feit dat vanaf het einde van de 17e eeuw veel Hugenoten (Franse protestanten) naar Berlijn emigreerden.

Aan onze rechterhand zien we op nummer 3 het bezoekerscentrum van de firma Storz, een bekende producent van medische apparatuur. Op deze plek was vroeger het al genoemde Augusta-Hospital gevestigd, zoals boven de ingang nog is te zien.

Aan de overkant van dat vroegere Hospital bevindt zich het uit de 18e eeuw stammende Invalidenfriedhof, dat overdag vrij toegankelijk is. Er zijn veel bezienswaardige begraafplaatsen en kerkhoven in Berlijn: over het kerkhof in de Lilienthalstraße heb ik het hier al eens gehad en hier over het imposante Jüdische Friedhof in Weissensee. Het Invalidenfriedhof heeft als bijzonderheid dat het precies op de grens tussen West- en Oost-Berlijn lag en om die reden jarenlang niet toegankelijk was. Hier verliep zelfs de zogenoemde Todesstreifen, een stuk niemandsland tussen de beide delen van de stad.

Dat gebied was tussen 1961 en 1989 bezaaid met mijnen, er waren permanente patrouilles en naast de beruchte Berlijnse Muur bevonden zich hier nog talloze andere versperringen. Het was dus vrijwel onmogelijk deze grens te passeren, maar toch probeerden velen het. Soms met succes, maar vaak ook niet. Uiteindelijk hebben in de loop der jaren tientallen mensen de dood gevonden bij mislukte pogingen de grens over te steken.

Op de begraafplaats staan enkele panelen met onder andere een aantal krantenartikelen uit 1962: twee uit West-Berlijn en één uit Neues Deutschland, een dagblad dat decennia lang het officiële orgaan was van de Oost-Duitse SED (Sozialistische Einheitspartei Deutschlands) en dat overigens nog steeds bestaat. De kranten schrijven over hetzelfde onderwerp: de vluchtpoging van een 15-jarige jongen, die uiteindelijk in een schietpartij tussen oost en west uitmondde waarbij een Oost-Duitse grenssoldaat om het leven kam. Maar de duiding van dit incident in de verslaggeving is volledig diametraal en dit paneel is dan ook een goed voorbeeld van de heftige (verbale) controverses tussen Oost en West gedurende de Koude Oorlog.

We nemen vervolgens links de Kieler Straße, waar we een DDR-wachttoren zien, of beter gezegd: een commandopost. In de periode van 1961-1989 waren er in totaal rond 300 van deze torens, waaronder ca. 30 commandoposten. Van al die torens zijn er anno 2025 nog slechts drie overgebleven. Deze commandopost herbergt sinds enkele jaren een klein museum, ter nagedachtenis aan het vermoedelijk eerste slachtoffer van de Berlijnse Muur. Günter Litfin was een jonge man die op 24 augustus 1961 (dus nog geen twee weken na de bouw van de muur) probeerde vanaf deze plek zwemmend West-Berlijn te bereiken. Tijdens zijn vluchtpoging werd hij echter doodgeschoten.

Na de Duitse hereniging lukte het zijn broer Jürgen de autoriteiten ervan te overtuigen de toren niet af te breken, maar te behouden als herinnering aan de Berlijnse Muur en ter nagedachtenis aan zijn overleden broer. Dat was een knappe prestatie, omdat er na de val van de muur juist hier op de grens tussen oost en west enorm veel werd gebouwd, zodat honderden bouwkranen hier jarenlang het stadsbeeld bepaalden. In 2003 werd in deze toren een klein museum ingericht, dat helaas alleen tussen mei en oktober voor bezoekers is geopend – en dan ook nog alleen maar op zaterdag en zondag tussen 11.00 en 17.00h.

Vlak naast de wachttoren ziet u dan de Golda-Meir-Steg, een brug voor voetgangers en fietsers die de wijk Mitte (in het vroegere Oost-Berlijn) met het stadsdeel Moabit (in het vroegere West-Berlijn) verbindt. U ziet hier overigens niet de Spree, maar het Berlin-​Spandauer-Schifffahrtskanal, dat naar de Nordhafen leidt. Op de foto is te zien dat aan de overkant inderdaad alles erg nieuw is. We lopen de brug over en slaan vervolgens links af, zodat we het kanaal aan onze linkerzijde hebben.

Er zijn hier weliswaar meerdere cafés en terrassen te vinden, maar die maken meestal een nogal verlaten indruk, zelfs in de zomer. In mijn ogen is dit stukje Berlijn niet echt af en heeft het tot nu toe nog geen eigen gezicht kunnen ontwikkelen. Bovendien heb ik het gevoel dat veel Berlijners dit nieuwe areaal – ondanks de uitermate centrale ligging – niet of nauwelijks kennen.

Een uitzondering is wellicht het restaurant Konstantin dat verbonden is met het Hamburger Bahnhof, dat echter geen station is, maar een beroemd museum voor moderne kunst. Over dat museum heb ik lang geleden hier al eens iets geschreven. Dit restaurant was tot voor kort nog in het bezit van de gastronome en politica Sarah Wiener, die in Duitsland vooral door haar vele televisieoptredens bekend is geworden.

Het restaurant ligt op de hoek van de drukke Invalidenstraße. Als u rechts afslaat komt u bij het Hauptbahnhof uit, maar wij vervolgen onze weg in zuidelijke richting en steken hier over. Mijn dringend advies: steek niet zomaar over, maar doe dat bij de stoplichten: het verkeer is hier echt erg druk en soms zelfs tamelijk chaotisch.

Als we veilig aan de overkant zijn beland nemen we de Alexanderufer, het pad dat naar het uitgebreide complex van de Charité leidt. Over dit beroemde ziekenhuis (tevens de grootste universiteitskliniek in Europa) heb ik het hier al eens uitgebreid gehad. Het neemt in de ranking van ’s werelds beste ziekenhuizen steevast een plaats in de top tien in (zie hiervoor deze website van het gerenommeerde tijdschrift Newsweek, dat de lijst jaarlijks in samenwerking met Statista opstelt).

De Charité heeft vier grote locaties in Berlijn: wij zijn hier op de Campus Mitte. Verder zijn er vestigingen in Berlin-Buch, en in de wijken Wedding (Charité Campus Virchow Clinic) en Steglitz (Campus Benjamin Franklin, vroeger bekend als Klinikum Steglitz). Enkele opvallende cijfers: we hebben het hier over een oppervlakte van in totaal bijna 1.000.000 m² (!), waarop rond 25.000 mensen werkzaam zijn.

Hierboven ziet u het gebouw van het Berliner Medizinhistorische Museum, dat met name het menselijk lichaam als thema heeft. Er zijn dus anatomische, maar ook veel pathologische objecten te zien, waardoor een bezoek voor kinderen onder de 16 jaar wellicht minder geschikt is. Overigens kan men op het grootste gedeelte van de Campus vrij rondwandelen en er worden ook rondleidingen met een gids aangeboden, zoals via deze website of rechtstreeks via het museum.

We vervolgen onze weg in zuidelijke richting en hebben dan schuin voor ons een goed uitzicht op het Hauptbahnhof, dat in 2006 werd ingewijd en dat sindsdien dagelijks rond 300.000 passagiers verwerkt. Het goede nieuws is dat de verbinding met Nederland sinds kort een stukje sneller is geworden (de reistijd van de rechtstreeks verbinding tussen Berlijn en Amsterdam is nu iets minder dan zes uur, waarbij ik de gebruikelijke vertragingen hier maar even buiten beschouwing laat) en dat de IC treinen onlangs zijn vervangen door de veel modernere ICE 3neo. Dat betekent onder andere: de terugkeer van het boardrestaurant, een modernere inrichting en een stabiel wifi-net. Hier vindt u een lijstje met alle verbeteringen.

De Alexanderufer eindigt bij de Kapelle-Ufer, waar wij linksaf slaan. Aan uw linkerhand ziet u dan het interessante Futurium museum, dat u meeneemt naar de toekomst en waarover ik hier al eens het een en ander heb geschreven. We bevinden ons nu weer precies op de grens tussen Oost- en West-Berlijn, zoals u aan de kleine steentjes op het asfalt kunt zien. De Kapelle-Ufer gaat over in de Schiffbauerdamm, een straat met veel bijzondere restaurants, waarover ik het hier al eens vrij uitvoerig heb gehad.

Maar voor we bij die restaurants aankomen, zien we eerst het unieke, enigszins verborgen openluchtmuseum Parlament der Bäume. Dit museum ontstond kort na de val van de muur, op initiatief van de West-Berlijnse kunstenaar Ben Wagin. Op deze plek werden toen 16 bomen gepland door de minister-presidenten van de 16 deelstaten van het herenigde Duitsland. Daaromheen bevinden zich resten van de Berlijnse Muur, planten en bloemen, sculpturen en inmiddels ook bijdragen van andere kunstenaars.

Het museum wil niet alleen herinneren aan de mensen die bij vluchtpogingen rond de Berlijnse Muur om het leven zijn gekomen, maar aan alle slachtoffers van oorlog en geweld. Het ligt natuurlijk op een erg symbolische en daarom uitermate geschikte historische plek: het dodelijke stuk niemandsland tussen Oost- en West-Berlijn. Bovendien ligt het midden in het Regierungsviertel, de regeringswijk van het herenigde Duitsland.

We steken nu de Schiffbauerdamm over en nemen dan de trap naar beneden. Met de Spree aan onze rechterhand lopen we nu in zuidoostelijke richting op de kade die ons naar de Friedrichstraße brengt. Zoals u ziet heeft men vanaf dit punt een mooie en vrije blik op de Reichstag.

Onze weg maakt nu een flauwe bocht naar links en we komen zo langs het Marie-Elisabeth-Lüders-Haus, dat vernoemd is naar een bekende Berlijnse voorvechtster van vrouwenrechten aan het begin van de 20e eeuw. Het vrouwenkiesrecht werd in Duitsland in 1919 ingevoerd, maar decennia lang hadden vrouwen daarna in het dagelijkse leven nog met allerlei beperkingen te maken. Zo mochten vrouwen pas vanaf 1958 een eigen bankrekening openen en duurde het nog tot 1977 (!) voordat ze ook zonder expliciete toestemming van hun echtgenoot een beroep mochten uitoefenen. Hierboven ziet u de kleine bistro Marie, die in dit gebouw is gevestigd en die inclusiviteit en diversiteit in haar vaandel draagt.

Verder zijn hier een grote (glazen) bibliotheek, een archief en een documentatiecentrum gehuisvest: alle ten behoeve van het Duitse parlement, de Bondsdag. Ook is er een klein, voor iedereen toegankelijk, museum te vinden, dat echter op het moment dat ik dit schrijf wegens bouwwerkzaamheden tijdelijk is gesloten.

We lopen nu verder in oostelijke richting en steken daarbij de Luisenstraße over. Deze straat verloopt dwars over het terrein van de Charité en verdeelt dat gebied daardoor min of meer in twee helften. Links zien we het aardig ingerichte en erg populaire koffiehuis Zimt & Zucker (kaneel en suiker). Het is wel zaak hier vooraf te reserveren, wat het eenvoudigst via de website gaat. De koffie en het ontbijt smaken prima en de prijzen zijn voor Berlijnse en zeker voor Nederlandse begrippen vrij moderaat.

Voor ons zien we dan het station Friedrichstraße, met daarachter het hoogste gebouw van de stad: de Fernsehturm. Rechts ziet u het Internationale Handelszentrum: een gebouw van bijna 100 meter hoog, dat halverwege de jaren 70 werd gebouwd, dus nog ten tijde van de DDR. Aan het begin van deze eeuw was hier een aantal jaren de Nederlandse ambassade ondergebracht, totdat het door Rem Koolhaas ontworpen nieuwe ambassadegebouw in de Klosterstraße in gebruik kon worden genomen.

Wij lopen echter gewoon rechtdoor, onder het spoorwegviaduct, en passeren daarna de al genoemde restaurants aan de Schiffbauerdamm. Links zien we dan het beroemde Berliner Ensemble aan de Bertolt-Brecht-Platz, waarover ik hier al eens wat heb geschreven. We zijn nu bij de erg drukke Friedrichstraße aangekomen en het is daarom niet altijd even gemakkelijk hier over te steken. We slaan daarom liever even linksaf en staan na een kleine 100 meter voor een stoplicht.

Daar steken we veilig over en zien dan aan onze linkerhand het beroemde Friedrichstadtpalast, waarover ik lang geleden hier al het een en ander heb geschreven. Dit grote theater heeft de tand des tijds wonderbaarlijk goed doorstaan en is nog steeds één van de meest toonaangevende revuepaleizen in Europa.

Vlak voor het theater nemen we de Ziegelstraße, die in oostelijke richting verloopt. Hier zijn aan onze rechterhand diverse dependances van de Humboldt-Universität te zien. We steken de Tucholskystraße over en komen zo aan bij het Forum an der Museumsinsel. Het eerste dat hier opvalt is de markante en uiteenlopende architectuur, die een tijdsbestek van vier eeuwen beslaat. Als volslagen leek op dit gebied verwijs ik u voor nadere informatie graag naar deze website. Het Forum werd in 2023 geopend, na een plannings- en bouwtijd van in totaal 20 jaar – wat voor Berlijnse begrippen niet eens zo heel erg slecht is.

Het opvallendste gebouw op het Forum is zonder twijfel het Dieselhaus. Het is een restaurant met gerechten en dranken uit Beieren, wat voor een keertje best wel smaakt. Helaas wordt hier ook vrijwel uitsluitend Beierse muziek gespeeld en dat is bepaald niet voor iedereen een Gaudi (Beiers voor: pret). Maar ik raad u het restaurant toch aan: vanwege de atmosfeer, de zeer vriendelijke bediening en vooral vanwege de grote generator die hier, gepoetst en wel, het interieur beheerst.

Op deze plek bevond zich een eeuw geleden het Telegraphenamt, de centrale van wat toen nog de Reichspost heette. Hier werden jarenlang ontelbare telegrammen verstuurd, zelfs zoveel dat het Telegraphenamt tot het grootste in zijn soort in Europa uitgroeide. Ook ontstond hier in die tijd een enorm buizenpost-netwerk, dat uiteindelijk een omvang van bijna 400 km had en dat nog tot 1976 in gebruik bleef. Elektriciteit was ten tijde van de bouw van het Amt al lang in het dagelijks leven ingeburgerd, maar men wilde bij de post niet afhankelijk van eventuele storingen zijn. Daarom werd deze reusachtige generator gebouwd, die hier vele jaren dienst deed en nu als eyecatcher een tweede leven is begonnen. In het nog steeds indrukwekkende gebouw van het Telegraphenamt is inmiddels een nogal sjiek hotel gevestigd.

De Ziegelstraße eindigt bij de Monbijoustraße, waar we rechtsaf slaan. Op de hoek zien we het Monbijoutheater, waarover ik hier al eens iets heb geschreven. Daarachter strekt zich het Monbijoupark uit, dat met name in de zomer voor veel Berlijners een geliefd trefpunt is.

Voor ons zien we nu de Monbijoubrücke, maar wij slaan weer rechtsaf en nemen het pad langs de Spree. Daar is het charmante café petit bijou te vinden, dat inderdaad een waar kleinood is. Hier is geen verkeer, behalve dan de vele rondvaartboten, waarmee bezoekers Berlijn vanaf het water kunnen ontdekken. Het café heeft wel één nadeel: het is uitermate populair en daarom is het bij mooi weer vaak moeilijk nog een vrij tafeltje te vinden. Aan de overkant bevindt zich het statige Bode-Museum dat aan het begin van deze eeuw een grote opknapbeurt kreeg en dat op het Museumsinsel ligt. Daar vindt u ook de Alte Nationalgalerie, het Alte Museum, het Neue Museum en last but not least het beroemde Pergamonmuseum. Dit laatste museum is helaas een echt zorgenkind: er wordt al sinds jaar en dag gerenoveerd, maar er zijn steeds weer nieuwe tegenslagen. Het museum is sinds 2023 zelfs compleet gesloten en de heropening is momenteel gepland voor… 2037! Maar ik heb ook al het jaar 2043 voorbij zien komen.

Na het café lopen we verder op het pad in westelijke richting, zien hier onderweg nog diverse andere cafés en restaurants, en steken via de Weidendammer Brücke de Spree over. Aan de overkant van de brug nemen we rechtsaf de Reichstagsufer, waar veel rondvaartenboten aanleggen. Vóór u ziet u al snel het station Friedrichstraße, het eindpunt van onze wandeling. Maar ik raad u van harte aan ook nog even een kijkje te nemen in het gebouw aan de overkant: het bekende Tränenpalast, dat u een aardig beeld geeft van de gang van zaken bij het passeren van de grens tussen Oost en West. Ik heb over dit kleine museum hier al eens wat verteld. Dit gebouw wordt zo genoemd omdat precies op deze plek West-Berlijners (of West-Duitsers) met een dagvisum voor Oost-Berlijn uiterlijk om 23.59h weer afscheid moesten nemen van hun familie en hun vrienden in het andere deel van de stad. Ik ben die grens hier talloze keren overgestoken en had desondanks soms toch nog steeds een licht beklemmend gevoel.

Hierboven ziet u een Oost-Duits formulier dat West-Berlijners moesten invullen om toegang tot Oost-Berlijn te verkrijgen. West-Berlijn werd daarbij steevast met Westberlin aangeduid en aangezien de DDR als standpunt had dat dit Westberlin geen deel uitmaakte van de Bondsrepubliek werd het, nogal denigrerend, selbständige politische Einheit Westberlin genoemd, een nogal krom taalspelletje dat uiteraard alleen in de DDR werd gebruikt. Oost-Berlijn werd daarentegen niet, zoals u wellicht zou verwachten, met Berlin aangeduid, maar met Hauptstadt der Deutschen Demokratischen Republik, ook al maakte Oost-Berlijn formeel gezien geen deel uit van de DDR.

Een ander pareltje in het centrum van de stad is ongetwijfeld de Historische Hafen. Deze ligt weliswaar slechts een paar honderd meter ten zuiden van de boulevard Unter Den Linden, maar wordt door de meeste bezoekers blijkbaar toch gauw over het hoofd gezien: het is hier namelijk meestal erg rustig. Nu staat Berlijn niet bepaald bekend als een bruisende havenstad, maar ooit was het wel een Hanzestad! Niet erg invloedrijk en ook niet erg lang, maar toch! De Historische Hafen is tegenwoordig een plek waar liefhebbers oude schepen koesteren en onderhouden.

Op gezette tijden wordt met die schepen natuurlijk ook nog wel gevaren, desondanks kan het gebied hier inmiddels niet meer als een echte haven worden beschouwd. Maar historisch is deze plek bepaald wel, want de eerste keer dat de haven werd vermeld was in het jaar 1298! Vroeger was hier een klein museum, maar dat heeft zijn poorten een aantal jaren geleden gesloten, ik kwam er helaas niet echt achter waarom dat zo was. De huidige pronkstukken zijn twee binnenvaartschepen: de stoomsleepboot Andreas en de aak Renate-Angelika.

Dit bijna 50 meter lange schip is inmiddels omgebouwd tot een restaurant dat de naam Spree-Fumée heeft gekregen. Hier heeft u een mooi uitzicht op de Spree en op de grote Mühlendammschleuse (molendamsluis). Maar voor ons Nederlanders is de blik op het witte gebouw aan de overkant (links van de grote hijskraan) wellicht nog interessanter. Hier is namelijk sinds 2006 de Nederlandse ambassade gevestigd. Het aardige is nu dat als je vanuit dat ambassadegebouw naar de overkant kijkt (dus naar de Historische Hafen) je even net het idee hebt dat je naar iets typisch Nederlands kijkt.

Over de Botanische Garten in het stadsdeel Lichterfelde heb ik het hier al eens gehad. Deze ruim 40 hectare grote tuin ligt weliswaar niet in het centrum, maar is altijd wel een bezoekje waard, in welk jaargetijde dan ook. Maar ’s winters is er nog een extra reden hier (weer eens) naar toe te gaan: de Christmas Garden Berlin. Als ik goed heb gerekend wordt het evenement dit jaar voor de 10e keer gehouden. De combinatie van stemmige muziek en prachtige, kleurrijke verlichting van het park brengt vrijwel iedereen in kerststemming.

U wordt hier niet òm, maar dóór de tuin geleid: als je alles wilt zien is dat een wandeling van een kleine twee uur. Onderweg zijn er echter genoeg mogelijkheden voor een kleine pauze, een hapje en een drankje. De toegangsprijs is helaas nogal gepeperd, die ligt bij minimaal 17 euro voor volwassenen. Bestel vooral online, want de prijs aan de avondkassa bedraagt bijna 30 euro! U komt hier het snelst met bus 101 of bus X83 (noordkant van de tuin) of S-Bahn S1 (zuidkant van de tuin). De Christmas Garden is deze winter (2025-2026) van 19.11.2025 tot 11.01.2026 geopend: kijk voor alle details vooraf even op deze website.

Last but not least een tip voor bezoekers die niet alleen het Museumsinsel, maar ook graag één of meerdere van de vele andere musea willen ontdekken die Berlijn rijk is. Deze website geeft u een goed overzicht van de mogelijkheden, de prijzen, de openingstijden etc. van rond 80 musea. Hier was tot voor kort ook informatie te vinden over de mogelijkheid om musea kosteloos te bezoeken. Helaas verdween dit initiatief eind 2024 vrijwel geruisloos in de prullenbak. U raadt vermoedelijk de reden al: bezuinigingen in de culturele sector, die ook in Berlijn aan de orde van de dag zijn.

 

Plaats een reactie