Het is alweer geruime tijd geleden dat ik hier voor het laatst een verhaaltje heb geplaatst, drukke werkzaamheden en ander ongemak waren hier debet aan. Hoogste tijd dus om weer eens een aantal nieuwe tips voor uw bezoek aan Berlijn te presenteren. Deze keer wil ik een paar interessante, maar niet zo bekende plekjes in Berlijn onder uw aandacht brengen. Dat is feitelijk een onmogelijke opgave: er zijn zoveel onbekende en verborgen plaatsen in Berlijn die het waard zijn te worden ontdekt dat ik hier slechts enkele van mijn persoonlijke favorieten aan u kan voorstellen.
Maar eerst nog even dit: sinds de aanslag op de kerstmarkt aan de Breitscheidtplatz is er inmiddels alweer ruim een half jaar verstreken. Zoals vaker gebeurt in dit soort gevallen gaat de discussie niet meer in de eerste plaats over het leed dat is geleden maar vooral over de vraag: had deze aanslag kunnen worden voorkomen? Het antwoord op deze vraag lijkt ‘ja’ te zijn, al is de onderste steen hier nog lang niet naar boven gekomen. Bij de reconstructie van de gebeurtenissen van afgelopen december is trouwens goed te merken dat het er bij de verantwoordelijke politici en veiligheidsdiensten in de eerste plaats om gaat hun eigen straatje schoon te vegen. Geen verheffend schouwspel!
De Berlijners hebben zich zo goed en zo kwaad als het gaat van de schok hersteld en ik denk niet dat Berlijn door de aanslag een andere stad is geworden. De enige zichtbare verandering is de blokkade die inmiddels op de Breitscheidplatz is geplaatst om een herhaling van de gebeurtenissen van december te voorkomen. Het moge duidelijk zijn dat dit voornamelijk een symbolisch karakter heeft.
De talrijke evenementen worden nog net zo goed bezocht als vroeger en ik ken eigenlijk niemand hier in Berlijn die zijn leefpatroon vanwege de aanslag heeft veranderd. Een evenement dat zich over een toenemend aantal bezoekers mag verheugen is de vreedzame pro-Europa bijeenkomst Pulse of Europe die een tijd lang elke zondag en nu iedere eerste zondag van de maand om klokslag 14.00h op de prachtige Gendarmenmarkt plaatsvindt. Het aantal deelnemers steeg van enkele honderden aan het begin van het jaar tot ruim 8.000 in mei. Als gewezen Nederlander in Parijs en al sinds vele jaren Nederlander in Berlijn ben ik uiteraard pro-Europa en het verheugt mij dat deze beweging is ontstaan – spontaan en aanvankelijk enigszins tegen de draad in. Na de recente verkiezingen in Frankrijk lijkt het tij echter te keren en de verkiezingen in Duitsland komende herfst zullen vermoedelijk het definitieve antwoord geven op de vraag in welke richting Europa verder zal gaan.
Als het er al ooit van komt zal het in ieder geval nog erg lang duren voordat de Verenigde Staten van Europa een feit zullen zijn en de EU ambassades overbodig worden. Dat laatste zou eigenlijk wel jammer zijn, want sommige zijn historisch erg interessant en er zijn architectonisch gezien ook enkele pareltjes bij, zoals de hier afgebeelde Italiaanse ambassade. De meeste grote ambassades zijn in of nabij het zogenoemde Botschaftsviertel te vinden, dat midden in West-Berlijn ligt en vrij gemakkelijk te voet kan worden verkend. Ondanks de centrale ligging is dit stukje Berlijn bij de gemiddelde Berlijn bezoeker vrij onbekend – reden genoeg er deze keer eens een paar woorden aan te wijden.
download route als GPX download route als KML
Uitgangspunt voor een wandeling door het diplomatieke Berlijn is het station Zoologischer Garten. Aan de achterkant van het station begint de Tiergarten – zoals u waarschijnlijk wel weet betekent dit in dit geval niet “dierentuin”, maar is het de naam van het grootste park van Berlijn. Het pad achter het station Zoologischer Garten voert u langs de sluizen in het Landwehrkanal, waarna u rechtsaf slaat en de Tiergartenufer neemt, met het kanaal aan uw rechterhand. U neemt vervolgens het pad onder de twee bruggen door, dat vanaf hier Drakestraße heet. De achterste brug heet Lichtensteinbrücke en ligt binnen het gebied van de dierentuin. De voorste heet sinds 2012 Rosa-Luxemburg-Steg.
Aan de zuidkant van de brug is een bescheiden monument te vinden dat aan de moord op Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht in 1919 herinnert. De beide communistische leiders werden hier in de buurt kort na het begin van de novemberrevolutie en slechts enkele weken na de oprichting van de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD) door een burgerwacht om het leven gebracht. Het lijk van Rosa Luxemburg werd ongeveer op deze plek in het kanaal gegooid, Liebknecht werd in de buurt van de nabijgelegen Neuer See vermoord.
De Drakestraße gaat dan met een bocht naar links, in de richting van de Rauchstraße. Het grondstuk op de hoek heeft een bewogen geschiedenis: het was voor de oorlog eigendom van de joodse familie Mendelssohn-Bartholdy, die natuurlijk met name door de componist Felix bekend geworden is. Zij moest het in de dertiger jaren aan het Duitse Rijk verkopen, waarna de Villa Mendelssohn-Bartholdy werd afgebroken en er een nieuw gebouw verrees, dat het Koninkrijk Joegoslavië voor haar gezantschap ter beschikking werd gesteld – tot het land door Duitsland werd bezet. Na de oorlog werd het pand aanvankelijk weer als diplomatieke vertegenwoordiging door Joegoslavië gebruikt (dat toen echter geen koninkrijk meer was, maar een federatieve staat was geworden) en vanaf 1953 door de geallieerden, totdat zich hier in 1995 de DGAP vestigde – een think tank voor buitenlands beleid.
Aan de overkant ziet u de ambassade van Georgië. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog was hier de vertegenwoordiging van Noorwegen te vinden, na de oorlog diende het als kantoor van de Noorse militaire missie. Hier werkte in die tijd ook de latere bondskanselier Willy Brandt, die nauwe contacten met Noorwegen onderhield. Hij vluchtte aan het begin van de nazi-dictatuur naar Oslo en beleefde het einde van de oorlog in Stockholm. Het feit dat hij tijdens de oorlog in het buitenland verbleef werd hem in bepaalde kringen overigens niet in dank afgenomen.
De Rauchstraße wordt gekruist door de Stülerstraße: aan de overkant van de Rauchstraße vindt u de Nordische Botschaften – een ultramoderne verzameling van vijf ambassades: die van Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland en IJsland. Deze landen sloten zich aan het eind van de jaren negentig aaneen, om de nauwe verbondenheid onder elkaar te onderstrepen.
De Stülerstraße mondt uit in de Tiergartenstraße, een interessante straat waar eveneens een groot aantal opvallende ambassades is te vinden, zoals de hierboven afgebeelde Saudi-Arabische. Maar ook de hier gelegen ambassades van Japan, de Verenigde Arabische Emiraten, Italië, Oostenrijk en vele meer hebben een in het oog springende architectuur. De Tiergartenstraße is in feite een stukje te lang om helemaal af te lopen dus keren we terug richting Rauchstraße. We buigen linksaf in de Thomas-Dehler-Straße, die weer naar de Drakestraße leidt.
Onderweg zien we het standbeeld van Theodor Fontane, één van de belangrijkste Duitse schrijvers van de 19e eeuw. Hij is vooral bekend geworden door zijn vijfdelige cyclus Wanderungen durch den Mark Brandenburg. In Nederland kent men hem nauwelijks, maar zijn romans Effi Briest (waarvan het verhaal herinnert aan Flaubert’s Madame Bovary) en Der Stechlin zijn ook ruim honderd jaar later nog steeds het lezen waard.
Aan het eind van de straat, op de hoek van de Lichtensteinallee is sinds enige jaren het sjieke hotel Das Stue te vinden. Dat is Deens en betekent zoveel als “huiskamer”. Hoewel het hotel voornamelijk in Spaanse handen is, is de Deense naam wel terecht: hier was eind jaren dertig namelijk het Deense gezantschap gevestigd. Het neoklassieke pand werd na de oorlog verkocht aan de woningbouwvereniging Neue Heimat, die in de jaren tachtig voor één van de grootste naoorlogse financiële schandalen in Duitsland zou zorgen en daarna roemloos ten onder ging. Het gebouw stond jaren leeg totdat het ten lange leste zijn huidige bestemming kreeg.
Het hotel is één van de weinige zogenoemde Boutique-Hotels van Berlijn: klein, sjiek, uniek gelegen, met een opvallende architectuur en met een uitgesproken persoonlijke noot. Ideaal dus voor toeristen die over het nodige kleingeld beschikken, maar geen zin hebben in de grote internationale hotels die je in elke metropool vindt.
De ambassade van Spanje grenst direct aan het Das Stue hotel en werd eveneens in neoklassieke stijl gebouwd. Voor deze en alle andere ambassades geldt natuurlijk dat ze nog niet zo heel erg lang in Berlijn zijn gevestigd. Immers, ten tijde van de deling van Duitsland was Bonn de (tijdelijke) hoofdstad van de Bondsrepubliek Duitsland. Na de Wiedervereinigung in oktober 1990 werd Berlijn weliswaar de nieuwe hoofdstad, maar pas in juni 1991 werd na felle debatten in de Duitse Bondsdag besloten dat Berlijn bovendien zetel van de regering zou worden. Voorts waren er natuurlijk ambassades in de DDR: die lagen uiteraard niet in dit Botschaftsviertel, maar in Oost-Berlijn.
Schuin aan de overkant ziet u dan de al eerder genoemde Neuer See, met de waarschijnlijk bekendste Biergarten van Berlijn: het Café am Neuen See. Momenteel wordt er hier druk gebouwd: het gehele complex wordt gesaneerd, maar een bezoekje aan het café blijft desondanks een aanrader. ’s Zomers kunt u hier een roeiboot huren: een tochtje op het water door de prachtige en rustige Tiergarten heeft natuurlijk wel wat. Vanaf het Café am Neuen See komt u via de Tiergartenufer weer terug naar het startpunt van de wandeling.
Een vrij onbekende plek van een heel ander kaliber is de Teufelsberg. Deze ligt midden in het Grunewald, een beschermd natuurgebied, dat voor de West-Berlijners tot 1989 hèt doel was voor een dagje in het groen of aan het water. Het gebied is zo’n 3.000 hectare groot, zodat je hier – zelfs toen West-Berlijn nog een ingesloten stad was – de nodige ruimte en rust kunt vinden.
Het Grunewald ligt in hetgeen destijds de Amerikaanse sector was en de Amerikanen hebben hier tijdens de Koude Oorlog militair handig van geprofiteerd. Ik kan me herinneren dat een flink gedeelte van het Grunewald permanent was afgesloten, zodat de Amerikanen hier ongestoord hun schietoefeningen konden houden.
En dan was er de Teufelsberg. Dit is een kunstmatige berg, ongeveer 120 meter hoog, die is ontstaan omdat hier na de oorlog vele jaren lang puin werd gestort. In totaal gaat het om de onvoorstelbare hoeveelheid van rond 25 miljoen kubieke meter!
Bovenop deze berg werd in de jaren vijftig door de Amerikanen een afluisterpost ingericht. Het was midden in de Koude Oorlog en de ligging was perfect. De spionagepost deed dienst tot aan het eind van die Koude Oorlog, want de Amerikanen trokken zich hier pas aan het begin van de jaren negentig terug. In de daaropvolgende 25 jaar gebeurde er van alles en nog wat, er werden grootse plannen gesmeed, er werd geïnvesteerd en er werd geruzied om de toekomst van het gebied. Het uiteindelijke resultaat: nihil. De afluisterpost ligt er sinds jaar en dag vervallen bij en niemand schijnt precies te weten hoe het verder moet.
Het verval en de chaos hebben echter ook weer hun eigen charme: het is een bijzondere belevenis dit produkt van de Koude Oorlog eens zelf te ontdekken. U komt hier het beste met de S-Bahn (lijn S5 richting Spandau, uitstappen op het station Heerstraße). Er moet dan nog wel een stuk worden gelopen: vanaf het station neemt u een weg met de nogal moeilijk uit te spreken naam Teufelsseechaussee. Op het laatste gedeelte is er nog een venijnig klimmetje, maar de inspanning is alleszins de moeite waard.
Boven wacht u dan een merkwaardig schouwspel: u ziet hier de restanten van wat in vaktaal antennekoepels heet. Helaas kan ik daar inhoudelijk niet veel over zeggen, maar de foto’s mogen verduidelijken wat hiermee wordt bedoeld. U kunt (tegen betaling en op eigen risico) naar binnen en dan bent u even in een andere wereld. Een groot openlucht graffiti-museum aan de ene kant en overgebleven restanten van de Koude Oorlog aan de andere kant komen hier tezamen. U kunt naar boven klimmen, van het prachtige uitzicht genieten en de per verdieping steeds verschillende beelden in u opnemen. Het geheel is moeilijk te beschrijven – het is fascinerend, het is uniek en het is een absolute aanrader voor eenieder die nog goed genoeg ter been is.
Weer beneden vindt u dan een aantal zeer eenvoudige, maar volmaakt in het beeld passende barretjes, waar muziek wordt gespeeld die daar ook weer perfect op aansluit. U hoort mijn enthousiasme: het is echt een plek die u op het lijstje voor uw volgende bezoek aan Berlijn mag zetten.
Vlak naast de Teufelsberg is het oudste nog bewaard gebleven waterleidingbedrijf van Berlijn te vinden. Het werd rond 1870 gebouwd en deed tot 1968 dienst, dus haast 100 jaar lang. De vraag was toen wat er met het terrein en de gebouwen moest gebeuren: sommigen waren voor een snelle afbraak en de bouw van iets geheel nieuws – variërend van een manege of een techniekmuseum tot een amusementspark à la Disney aan toe. Anderen waren voor een behoedzamere aanpak en wilden het bestaande conserveren. Gelukkig had deze groep het laatste woord en zo is hier in de loop der jaren een beschermd natuurgebied ontstaan, het Ökowerk Berlin.
Het woord ökologisch (= ecologisch) kom je in Berlijn in vele variaties tegen. Het is in feit een verzamelwoord geworden voor alles wat natuurlijk is en behoedzaam met de ressourcen van deze wereld omgaat. Vaak wordt het tot “öko” afgekort en betekent dan milieubewust. Je hebt Ökoläden (winkels), Ökokleidung, en Ökorestaurants. Dat woord wordt daarnaast ook op levensmiddelen geplakt die uit biologische, organische of ecologische landbouw stammen, ongeveer vergelijkbaar met het mode-voorvoegsel “bio“.
Het is alleszins de moeite waard uw bezoek aan de Teufelsberg met het Ökowerk te combineren. Een groot gedeelte van de technische installatie van het waterleidingbedrijf is bewaard gebleven en kan worden bezichtigd. Op gezette tijden zijn er ook rondleidingen, die jammer genoeg alleen in het Duits worden aangeboden.
Op het terrein is ook een bescheiden bistro te vinden: althans het wordt als bistro aangeprezen. In feite is het eerder een café, waar uiteraard uitsluitend bio- en ökoproducten worden aangeboden. Je kunt er prima buiten zitten, het personeel is uitermate vriendelijk, de prijzen zijn schappelijk en de koffie is van uitstekende kwaliteit.
Iets ten zuidwesten van het Ökowerk ligt een klein meertje: de Teufelssee, dat uit de ijstijd stamt. Het is vooral bekend omdat het zo fraai midden in het Grunewald ligt, en ook omdat er hier een naaktstrandje is te vinden. Maar opgepast: er worden hier nog wel eens wilde zwijnen gesignaleerd – een fenomeen waarmee ook het bebouwde Berlijn steeds vaker wordt geconfronteerd.
Nog een voorbeeld van de vele onbekende parels die Berlijn heeft te bieden is Clärchens Ballhaus – een klassiek danslokaal zoals er vermoedelijk nog slechts enkele zijn te vinden. Het Ballhaus is inmiddels ruim 100 jaar oud maar er is, ondanks een bewogen geschiedenis, in al die tijd uiterlijk niet heel veel veranderd.
U ziet hier een foto van de Spiegelsaal, die vroeger aan de zogenoemde betere standen was voorbehouden. Tot in de jaren veertig van de vorige eeuw werd hier gedanst, gemusiceerd, gegeten en gedronken. Na de oorlog raakte de zaal in verval, werd tientallen jaren hoogstens als opslagruimte benut, zoals op de website is te lezen. Daar vindt u overigens nog meer van die fraaie foto’s zoals de afbeelding hierboven en de foto aan het begin van dit verhaaltje. De laatste jaren kwam de Spiegelzaal tot nieuwe bloei, waarbij het oorspronkelijke karakter van de zaal bewaard is gebleven. De zaal wordt nu voornamelijk voor bruiloften en partijen gebruikt, maar er worden ook regelmatig (klassieke) concerten gehouden: na de zomerpauze gaat in september de concertserie weer van start.
Het gewone volk vermaakte zich vroeger op de gewone dansvloer, zoals dat ook nu nog het geval is. Het is allemaal erg seventies stijl, maar dat is voor een keertje eigenlijk best wel aardig. Verder vallen er hier twee dingen op: het publiek is uitermate gemêleerd: de leeftijd van de bezoekers loopt uiteen van rond de 20 tot boven de 80. Bovendien blijkt hier dat er voor het echte ouderwetse stijldansen nog steeds plaats is: vooral in de weekends is het hier een drukte van belang.
Clärchens Ballhaus is in één van de leukste buurten van Berlijn te vinden: de Spandauer Vorstadt in de wijk Mitte. Niet te verwarren overigens met Spandau, de meest westelijk gelegen wijk van Berlijn. Over de Spandauer Vorstadt heb ik hier al eens wat geschreven: het is een plek midden in de stad, met veel smalle straten en daardoor relatief weinig verkeer, en met vele kleine winkeltjes, cafeetjes en barretjes die er op wachten ontdekt te worden. De Hackescher Markt en de Hackeschen Höfe staan in iedere reisgids en zijn vooral ’s zomers vrijwel volledig in het bezit van toeristen uit binnen- en buitenland, maar als u een stukje verder loopt (richting Auguststraße) wordt het al snel rustiger en interessanter.
Aardig is eveneens het zuidelijke gedeelte van de Spandauer Vorstadt, nabij de Spree en rond de Monbijoustraße. Hier zijn veel terrassen te vinden, die een fraai uitzicht bieden op het befaamde Museumsinsel aan de andere kant van de rivier, en dan met name op het Bode-Museum.
In de Monbijoustraße is een klein theater te vinden, waar echter grote stukken worden gespeeld – voor minder dan Macbeth en Faust doen ze het hier niet. Bij het theater hoort een strandbar, waar danslessen worden gegeven en kleine concerten worden gehouden. In de zomer is dit nog vrij rustige stukje Berlijn in mijn ogen dan ook een absolute aanrader!
Zoals gebruikelijk spring ik weer van de hak op de tak, want het volgende onbekende stukje Berlijn dat ik aan u wil voorstellen laat weer een heel andere kant van de stad zien. Ik heb het over de Insel der Jugend, een piepklein eilandje in de Spree ter hoogte van het Treptower Park in de wijk Treptow, dat met een loopbrug met het vasteland is verbonden. Toen de DDR nog bestond leek hier een zweem van vrijheid te bestaan, wat vooral te maken had met het feit dat er (door de overheid!) dansavonden en concerten voor de jonge Oost-Berlijners werden georganiseerd. Verder bevond zich op het eiland een meisjespensionaat, waardoor het in de volksmond ook wel Insel der Liebe werd genoemd.
Na het einde van de DDR kwam het eiland in particuliere handen. Er werd sindsdien flink geïnvesteerd en het eiland is voor veel (Oost-)Berlijners ook tegenwoordig nog erg in trek. Net als vroeger zijn er concerten, er worden markten georganiseerd en er is een openluchtbioscoop.
Ondanks dat is het eilandje voor veel West-Berlijners nog steeds terra incognita en toeristen zie je hier ook niet vaak. Wellicht heeft dat te maken met het feit dat het eiland niet erg gemakkelijk is te bereiken: u komt hier via S-Bahnstation Treptower Park (ringlijn of S9) of Plänterwald (S9), maar u moet in beide gevallen nog wel een eindje lopen.
In het Treptower Park is het indrukwekkende Russische monument ter nagedachtenis aan de in de Tweede Wereld Oorlog gevallen Russische soldaten te vinden en het Plänterwald is sowieso een bezoekje waard, zoals hier is na te lezen.
Aan de ene kant is het wel jammer dat dit stukje Berlijn niet wat bekender is, want je kunt hier prima tot rust komen, ongestoord een hapje eten, een kano huren, of gewoon in een ligstoel de bedrijvigheid op de Spree gadeslaan. Aan de andere kant is het misschien maar beter zo: de rust die de Insel der Jugend nog steeds kenmerkt blijft zo nog even behouden…