de ringlijn van Berlijn

De ringlijn (Duitse benaming: Ringbahn) van Berlijn bestaat inmiddels al ruim 150 jaar en maakt deel uit van het S-Bahn netwerk, dat dit jaar (2024) zijn 100-jarig jubileum viert. Een goede aanleiding dus om eens wat meer te vertellen over de belangrijke rol die deze Ringbahn voor het openbaar vervoer van Berlijn vervult. En dat die rol belangrijk is ziet men alleen al aan het feit dat hier dagelijks rond 500.000 passagiers worden geteld!

Het eerste stukje Ringbahn werd gebouwd in 1871 en verbond Moabit met Schöneberg. Zes jaar later was de ring al gesloten. Destijds verkeerden op de Ringbahn natuurlijk alleen maar stoomtreinen: pas in de jaren 20 van de vorige eeuw werden die door elektrische locomotieven vervangen. De S-Bahn (de afkorting staat naar believen voor Stadtbahn, Schnellbahn en zelfs ook voor Stadtschnellbahn) was al vanaf de start in 1924 geëlektrificeerd en na de elektrificatie van de Ringbahn werd deze in het S-Bahn systeem geïntegreerd.

De Ringbahn met de vorm van een hondenkop heeft een lengte van bijna 36 km en doet op haar ronde in totaal 27 stations aan, waarbij je voor één rondje vrijwel precies een uur moet uittrekken. In feite zijn het twee Ringbahnen: een ronde die met de klok meegaat (lijn S41) en een ronde die tegen de klok ingaat (lijn S42). Het handige van de Ringbahn is dat er onderweg veel aansluitingen op andere S-Bahn lijnen en ook op U-Bahn lijnen zijn te vinden. De belangrijkste overstapstations zijn Westkreuz, Südkreuz, Ostkreuz en – nee: niet Nordkreuz, maar Gesundbrunnen (hoewel de naam Nordkreuz hier en daar stiekem toch opduikt).

De ingang van het station Westkreuz is zelfs voor Berlijners moeilijk te vinden en het station is in tegenstelling tot veel andere stations ook niet bepaald spectaculair te noemen. Dat komt omdat het vrijwel uitsluitend als overstapstation wordt gebruikt.

download route als GPX download route als KML

Hierboven ziet u de Ringbahn nogmaals, maar nu als fietsroute. Die route voert u vooral langs plekken die buiten de geijkte toeristische paden liggen, maar die desondanks vaak niet minder interessant zijn. Daar moet ik wel aan toevoegen dat rustige en drukke gedeelten elkaar onderweg voortdurend afwisselen. De totale lengte bedraagt bijna 50 km, dus het is niet bepaald een simpel zondagmiddagtochtje. De helft bestaat uit fietspaden en net iets meer dan de helft van het traject is geasfalteerd: een overzicht van de gehele tocht vindt u bij Komoot.

Ik ben van start gegaan bij het station Innsbrucker Platz (in de wijk Schöneberg), maar het maakt uiteraard niet veel uit waar u begint. Hier nemen we eerst de Innsbrucker Straße, die ons naar het zacht-glooiende Rudolph-Wilde-Park brengt. Aan onze rechterhand zien we het beroemde Rathaus Schöneberg, waarover ik hier al eens het één en ander heb verteld. Dit park en het aangrenzende Volkspark Wilmersdorf zijn vooral erg populair bij joggers, maar ook voor families met kinderen is het hier ideaal (kleine speeltuin, midgetgolf en voetbalveldje). We rijden door het park tot aan de Prinzregentenstraße, slaan hier linksaf en komen via de Varziner Straße bij het volgende S-Bahn station: Bundesplatz.

Het plein geldt als een erg druk verkeersknooppunt en wordt doorsneden door de Bundesallee, een belangrijke verbinding tussen het centrum en de wijk Steglitz in het zuiden van de stad. Bekendheid kreeg het plein vooral door de documentaire Berlin – Ecke Bundesplatz, die maar liefst 26 jaar lang (1986-2012) het reilen en zeilen van dit stukje Berlijn optekende en niet alleen bewoners portretteerde, maar ook liet zien wat er stedenbouwkundig in die lange tijd allemaal veranderde.

Bovendien herbergt de Bundesplatz één van de weinige bioscopen in Berlijn waar films niet nagesynchroniseerd worden getoond, maar in de oorspronkelijke versie zijn te bekijken. En omdat men hier nu eenmaal erg van afkortingen houdt heet dat dan OmU (Original mit Untertiteln).

Via de Detmolder Straße bereiken we het volgende station: Heidelberger Platz. Daarover valt niet al te veel te vertellen, of het moest het feit zijn dat je hier op de U-Bahn (lijn U3) kunt overstappen en dat deze U-Bahn halte al eens als het mooiste station van Berlijn werd gekozen. En op de Heidelberger Platz onderhoudt de gerenommeerde uitgeverij Julius Springer al sinds jaar en dag een dependance. Toeval of niet: het hoofdkantoor van Springer is in de stad Heidelberg gevestigd! Na de fusie met een Britse uitgeverij presenteert het bedrijf zich sinds een aantal jaren onder de naam Springer Nature (niet te verwarren overigens met Axel Springer, de roemruchte uitgever van boulevardbladen).

We vervolgens onze weg en nemen de Rudolstädter Straße richting station Hohenzollerndamm, dat voornamelijk opvalt door zijn markante gevel. Hier vlakbij vindt u het bekende Eisstadion Wilmersdorf, dat betere dagen heeft gekend en al lang in de schaduw staat van het veel modernere stadion Hohenschönhausen in Oost-Berlijn. Zo vinden internationale wedstrijden al lang niet meer in Wilmersdorf plaats en is men vorig jaar ook gestopt met de speedway-wedstrijden, die 48 jaar lang aan het einde van het schaatsseizoen werden gehouden: het enorme energieverbruik bij die wedstrijden paste eenvoudigweg niet meer in de huidige tijd.

We laten de drukke Hohenzollerndamm achter ons en fietsen door de Seesener Straße naar het station Halensee, dat aan het westelijk einde van de Kurfürstendamm ligt. Ook hier laten we de drukte weer even achter ons en rijden over de Kronprinzendamm met zijn mooie huizen naar de Halenseestraße. Hier begint ook de langs zes meren voerende wandeling, die ik hier heb beschreven.

Over de Halenseestraße fietsen we verder in noordelijke richting en passeren ongeveer halverwege de bijna onzichtbare ingang van het al genoemde station Westkreuz. We rijden nu op het fietspad langs de Messedamm en zien al snel het enorme terrein van de Messe Berlin. Hier worden grote, veelal internationale jaarbeurzen en jaarmarkten gehouden, waarvan de bekendste wel de Grüne Woche (eten en drinken, altijd in januari, rond 300.000 bezoekers), de ITB (’s werelds grootste toerismebeurs, meestal in maart en rond 100.000 bezoekers) en de IFA (techniek, altijd in september, rond 200.000 bezoekers) zijn. Op de foto hierboven ziet u links het ICC (Internationales Congress Centrum, een nogal eigenaardig mengelmoesje van Duits en Engels) en in het midden de voetgangersbrug die naar de jaarbeurshallen leidt. Wegens dringend noodzakelijke renovatie is het ICC al sinds 2014 gesloten, maar concrete plannen voor de toekomst van het centrum zijn nog steeds niet in zicht.

We slaan nu rechtsaf de Neue Kantstraße in en passeren zo het station Messe Nord/ICC. Deze straat en de verlenging Kantstraße golden voor fietsers vele jaren als één van de gevaarlijkste wegen van de stad, maar aan het begin van de coronapandemie ontstond hier plotsklaps het eerste zogenoemde pop up fietspad van Berlijn. Met “pop up” werd in feite “tijdelijk” bedoeld, maar het fietspad is er nog steeds en de aanvankelijke protesten van met name de rechts-liberale FDP en de autolobby zijn inmiddels vrijwel verstomd.

We verlaten echter al snel de Neue Kantstraße en slaan linksaf naar de Wundstraße. Aan onze rechterhand is de mooie Lietzensee en het omringende Lietzenseepark te zien, waarover ik lang geleden hier al eens iets heb geschreven. De Wundstraße gaat met een bocht over in de Sophie-Charlotte-Straße: aan onze linkerhand is dan het station Westend te zien, dat in de gelijknamige wijk Westend ligt. Deze vrij sjieke wijk is inderdaad vernoemd naar de nog wat sjiekere wijk in Londen. Westend is behoorlijk groen en herbergt onder andere het Olympisch Stadion en de beroemde Waldbühne, waar ’s zomers concerten van popsterren, maar ook van de Berliner Philharmoniker te beluisteren zijn.

Aan het eind van de Sophie-Charlotte-Straße slaan we rechtsaf en rijden zo de Spandauer Damm op. Hier komen we eerst langs het park Klausenerplatz, met een kleine speeltuin en op dinsdag en vrijdag een weekmarkt.

Werpt u hierna vooral even een blik op de straat aan uw rechterhand na de Klausenerplatz: dat is de beroemde Schloßstraße, waar u wordt opgewacht door de martiale Prinz Albrecht von Preußen, die in de 19e eeuw leefde. In de Schloßstraße zijn tal van musea, onder andere de Villa Oppenheim (waarover ik hier al eens iets heb geschreven) en het beroemde Berggruen-Museum, waarover ik het ruim tien jaar geleden hier al eens heb gehad.

Schuin aan de overkant ziet u het beroemde Schloss Charlottenburg, dat ongetwijfeld uitvoerig in uw reisgids zal zijn beschreven en waarover ik hier dus niet verder zal uitweiden. De Spandauer Damm komt uit op een (drukke) kruising met de Otto-Suhr-Allee en de Luisenplatz. Wij nemen de weg langs deze Luisenplatz, zien aan onze rechterhand de bekende brouwerij Lemke en komen zo aan bij de Spree, de rivier die over een lengte van bijna 50 km (!) door de stad stroomt – van de Müggelsee in het zuidoosten tot aan Spandau in het noordwesten.

We fietsen richting noorden en bevinden ons nu in feite in het Schlosspark. Aan onze linkerhand zien we het Belvedere, een fraai tuinhuis, dat een grote collectie porselein van de beroemde Königliche Porzellanmanufaktur Berlin (KPM) herbergt, maar dat jammer genoeg voor onbepaalde tijd is gesloten.

Het is goed toeven in het Schlosspark, waar je nauwelijks iets van het verkeer merkt en waar nog veel rustige plekjes zoals dat hierboven zijn te vinden. Maar rust is in Berlijn altijd een betrekkelijk begrip: voor je het beseft stap je vanuit zo’n kleine oase in de realiteit van het bruisende en vaak toch wel erg luidruchtige Berlijn.

Die realiteit dient zich al snel aan: we komen nu bij het station Jungfernheide, dat niet alleen een S-Bahn, maar ook een U-Bahn station is en waar bovendien regionale treinen verkeren, die u naar meerdere plaatsen in Brandenburg brengen, zoals het bekende Rathenow, een bakermat van de optische industrie.

Maar ook hier vindt u rust: iets ten noorden van het station is een groot park te vinden, dat al sinds ruim een eeuw Volkspark Jungfernheide heet. Berlijn is gezegend met erg veel parken en ik heb er in de loop van de tijd al meerdere aan u voorgesteld, waaronder de twee grootste en ook wel bekendste: het Tempelhofer Feld en de Tiergarten. Maar het Volkspark Jungfernheide kan zich zeer zeker ook laten zien: met een oppervlakte van rond 150 hectare is het wat grootte betreft de nummer drie van de stad. Er zijn hier dan ook veel rustige plekjes te vinden, maar daarnaast biedt het park ook veel amusement – met name voor kinderen. De blikvanger is een vroegere watertoren, waar omheen tegenwoordig een aardig café is te vinden.

Maar u vindt hier onder andere ook een strandbad, een speeltuin, een kinderboerderij en een klimparcours met de moeilijke naam Waldhochseilgarten Jungfernheide. Het zier er allemaal erg professioneel en solide uit, maar dat heeft wel zijn prijs: een rondje klimmen kost al gauw € 25 en meer. Er zijn verschillende routes, die naar moeilijkheidsgraad zijn gerangschikt. Bij de moeilijkste route zit je al gauw bijna 20 meter boven de grond! Ik heb mij overigens laten vertellen dat voor dit boompje klimmen altijd acacia’s worden uitgekozen.

Vanaf Jungfernheide rijden we vervolgens in oostelijke richting naar de stations Beusselstraße en Westhafen. Dit is een heel ander Berlijn dan dat wat de gemiddelde toerist normaal gesproken te zien krijgt. De Westhafen is de grootste haven van de stad en daarom ook een belangrijke overslag- en opslagplaats. Door zijn grootte en functie wordt dit stukje stad ook wel de buik van Berlijn genoemd, wellicht een speelse verwijzing naar de roman Le ventre de Paris van Emil Zola.

Hier is trouwens ook de bekende Berliner Großmarkt te vinden, een soort supermarkt voor met name de horeca. En dat woord Großmarkt is bepaald niet overdreven: de totale oppervlakte van deze markt bedraagt ruim 300.000 m²! Hierboven ziet u het draaipunt van dit logistieke hart van de stad: de Behala, wat een afkorting is van Berlin Hafen und Lager (pakhuis). Ik heb al snel gemerkt dat men in Duitsland over het algemeen tamelijk verzot is op dit soort afkortingen en in de vroegere DDR was dat zelfs nog wel een graadje erger.

Een enorm contrast met de drukte die hier dagelijks heerst vinden we een klein stukje verderop. Nadat we de Beusselstraße zijn overgestoken bevinden we ons plotseling in een stukje Berlijn waar auto’s nu eens niet de boventoon voeren. Rond de Unionplatz en in de Wiclefstraße komen voetgangers, fietsers en vooral ook kinderen op de eerste plaats. Ik ben ervan overtuigd dat Berlijn veel meer van zulke “verkehrsberuhigte Zonen” zou moeten hebben, maar vooralsnog zijn die erg dun gezaaid. Op de nabije hoek Bremer Straße/Waldenser Straße bevindt zich overigens de bekende Arminiusmarkthalle, waarover ik het hier al eens heb gehad.

We fietsen verder, eerst een klein stukje naar het noorden en vervolgens in oostelijke richting, met aan uw rechterhand het Berlin-Spandauer-Schifffahrtskanal (ja, inderdaad: met drie keer een “f”). Het is inmiddels wellicht tijd voor een kleine koffiepauze en daarvoor is het café Fünf und Sechzig op de hoek van de Torfstraße en de Klautschoustraße een ideale gelegenheid. Een typisch Berlijns lokaal met een prettige sfeer.

Het stadsdeel waarin we ons nu bevinden heet Wedding en maakt net als Tiergarten inmiddels deel uit van de wijk (Bezirk) Mitte. Vroeger had Berlijn maar liefst 23 wijken, maar dat aantal werd in 2001 tot twaalf gereduceerd. Die wijken hebben een zekere autonomie en aan het hoofd staat steeds een Bezirksbürgermeister. De burgemeester van heel Berlijn heet trouwens regierender Bürgermeister, omdat Berlijn een stadstaat is en de burgemeester daarom tevens de functie van minister-president bekleedt.

Via de Fennstraße fietsen we verder richting oosten. Dat is op zich geen erg spectaculaire straat, maar we rijden hier wel langs het gigantische gebouwencomplex van Bayer. De beide foto’s hierboven geven u hopelijk enig idee hoe groot dat complex wel is. Bayer is een bedrijf dat in Nederland waarschijnlijk het bekendst is om zijn aspirine, maar het is natuurlijk veel meer dan dat: al sinds vele jaren een gigant in zowel de chemische als de farmaceutische industrie. Vroeger was hier de firma Schering gevestigd, ook al zo’n grote multinational. Maar uiteindelijk was een overnamebod van Bayer te aantrekkelijk voor de aandeelhouders en zo werd Schering in 2006 door Bayer opgeslokt.

We zien vervolgens het vrij onopvallende S-Bahn station Wedding aan onze linkerhand en rijden verder naar het vredige Volkspark Humboldthain. Hier was het helaas niet altijd zo vredig: op deze plek werd in de allerlaatste dagen van de Tweede Wereldoorlog nog hevig gevochten. Omdat hier afweergeschut was opgesteld en er veel bunkers waren was deze plek namelijk een belangrijk doel van de geallieerde aanvallen. Na de oorlog was er van het park dan ook nauwelijks meer iets over.

De restauratie begon al kort na de oorlog. De bunkers werden met het rijkelijk aanwezige puin gedicht en vervolgens beplant, zodat de verschrikkingen van de oorlog nu nauwelijks meer zichtbaar zijn. Tegenwoordig is het park vooral populair vanwege zijn zwembad (met grote glijbaan) en zijn fraaie rozentuin.

Op weg naar het volgende park rijden we nu even een rondje om het al eerder genoemde station Gesundbrunnen, dat niet bepaald een sieraad voor de stad is. Maar het is wel één van de drukste stations, want naast de S-Bahn rijdt hier ook nog een U-Bahn (lijn 8) en het is ook een belangrijk station voor het interlokale treinverkeer. Het gebeurt trouwens nogal eens dat de trein naar Nederland plotseling niet van het Hauptbahnhof vertrekt, maar van dit station Gesundbrunnen, meestal vanwege stremmingen en onderhoudswerkzaamheden.

Pal naast het station bevindt zich het winkelcentrum Gesundbrunnen-Center, dat met zijn 25.000 m² best groot is, maar daarmee de Berlijnse top tien echter bij lange na niet haalt. Het station Gesundbrunnen ligt trouwens ook in de wijk Wedding en daarmee in het vroegere West-Berlijn. De Berlijnse Muur bevond zich hier werkelijk pal naast de deur, want dit stukje Berlijn was min of meer ingeklemd tussen de grensposten Bornholmer Straße (waar de Muur uiteindelijk als eerste viel) en Chausseestraße. De S-Bahn die vanaf hier richting noorden verkeert (lijn S1) reed destijds vlak langs de grens tussen oost en west, wat uiteraard een zeer bijzondere aanblik was. Lange tijd lag het eindpunt noodgedwongen in de sjieke wijk Frohnau in het uiterste noorden van de stad, tegenwoordig is dat in Oranienburg, dat net over de stadsgrens in Brandenburg ligt. Oranienburg dankt zijn naam trouwens aan de Nederlandse prinses Louise Henriette van Oranje-Nassau: ik wed dat u (net als ik) nog nooit van deze dame hebt gehoord!

Kort na Gesundbrunnen wacht ons het bekende Mauerpark, dat met het rustige Volkspark Humboldthain echter nauwelijks te vergelijken valt. De foto hierboven is weliswaar al wel wat ouder, maar zo ziet het er hier in het weekend altijd uit, zodra de zon haar gezicht laat zien. Ik heb over dit park hier al eens iets geschreven en wat toen gold, geldt nu nog steeds: het is een trefpunt voor jong en ook oud, met een grote rommelmarkt, muziek, karaoke, graffiti workshops en heel veel sfeer. Een echte aanrader!

Hier ziet u de Max-Schmeling-Halle, een sporthal die vernoemd is naar de eerste Duitse wereldkampioen boksen en die vlak naast het Mauerpark ligt. De hal rust in feite op een uitgediepte heuvel die kort na de Tweede Wereldoorlog ontstond uit puin dat hier werd gestort. Behalve sportwedstrijden (vooral handbal, zaalhockey en volleybal) worden er hier ook vaak concerten gegeven. De opening vond plaats in 1996, onder het toeziend oog van Max Schmeling himself, die toen al 91 jaar oud was en uiteindelijk de 100 jaar net niet zou halen: hij overleed in 2005 op negenennegentigjarige leeftijd.

Het volgende station op onze ronde is de Schönhauser Allee, waar het altijd een drukte van belang is. Hier stopt niet alleen de Ringbahn, maar ook de S-Bahn lijnen S8 en S85, de U-Bahn (lijn U2 tussen Pankow en Ruhleben) en tramlijn M1. Die drukte wordt nog vergroot omdat direct tegenover het station het grote winkelcentrum Schönhauser Allee Arcaden is te vinden.

Maar ik wijs u liever op twee andere, wat kleinere bezienswaardigheden hier. Op de hoek met de Stargarder Straße is het onvolprezen Spreegold te vinden, een uitermate prettig eetcafé dat ik u van harte aanbeveel. Het interieur is smaakvol, het eten goed en de prijzen vrij gematigd.

Enkele meters verderop verheft zich de Gethsemanekirche, die een bijzondere rol in de gebeurtenissen van eind 1989 heeft gespeeld. Voor mensen die ten tijde van de DDR voor meer burgerrechten streden, waren kerken één van de schaarse mogelijkheden om elkaar ongestoord te ontmoeten en met elkaar te discussiëren. De Gethsemanekirche bood deze Oppositionelle, zoals ze werden genoemd, daartoe al sinds 1987 een podium en werd een symbool van het verzet. De burgerbeweging groeide gestaag, vooral na de schijnverkiezingen van mei 1989 en de gebeurtenissen kort daarop op het Tiananmenplein in Beijing. Op 7 oktober 1989, de dag waarop de DDR haar 40 jarig bestaan vierde, kwam het hier tot schermutselingen met de politie en waren er veel arrestaties – maar de trein was niet meer te stoppen en een maand later viel de Berlijnse Muur. 

We blijven nog even in het stadsdeel Prenzlauer Berg, dat overigens vaak Prenzlberg wordt genoemd, maar juist niet door de mensen die er zelf wonen! We passeren het station Prenzlauer Allee, waarover eigenlijk niet zo veel te vertellen valt. Maar vlak hierbij ligt het beroemde Zeiss Planetarium, waarover ik het hier al eens heb gehad.

Verder gaat het richting station Greifswalder Straße, waar we dan bij het Ernst-Thälmann-Park belanden. Thälmann was ten tijde van de Weimarrepubliek de leider van de Kommunistische Partei Deutschland, totdat hij na de machtsovername door de nazi’s werd gearresteerd en uiteindelijk in 1944 werd geëxecuteerd.

In de DDR werd Thälmann altijd als lichtend voorbeeld voor iedere burger gepresenteerd en er is dan ook nauwelijks een stad of dorp in het vroegere Oost-Duitsland te vinden, waar je geen Ernst-Thälmann-Straße of Ernst-Thälmann-Platz tegenkomt. Dat is ook na de Wende zo gebleven. Ook een aantal DDR grootheden heeft de hereniging der beide Duitslanden overleefd, zoals Wilhelm Pieck (de eerste en enige president in de DDR) en Otto Grotewohl (vele jaren minister-president). Ze zijn weliswaar in Berlijn in straatnamen niet meer terug te vinden, maar in Brandenburg vind je ze nog volop.

We slaan linksaf en nemen de drukke Danziger Straße richting Friedrichshain. Daarbij passeren we de Arnswalder Platz, dat in feite een klein park is. Hier bevindt zich een uit de tijd van de Weimarrepubliek stammende fontein die wordt gedomineerd door twee reusachtige stieren, vandaar de naam Stierbrunnen.

Nu zijn we bijna bij één van de mooiste parken van de stad, het Volkspark Friedrichshain. Er is hier veel te beleven: volleybalvelden, een skatebaan, enkele vijvers, een tennisveld, een rozentuin en diverse monumenten. Ik heb het er in een grijs verleden hier al eens over gehad.

Dit is ook een ideale plek voor een kleine pauze, want pal aan het water ligt het prettige lokaal Schoenbrunn. Het bestaat in feite uit drie delen: een kiosk, een restaurant en een uitspanning (Biergarten). Let er wel op dat het lokaal ’s maandags en dinsdags gesloten is! Dat is een fenomeen dat je in Berlijn wel vaker ziet: horecabedrijven die twee en soms zelfs drie dagen in de week niet geopend zijn. Daar moet ik wel bij zeggen dat het tekort aan personeel hiervoor tegenwoordig vaak de belangrijkste reden is.

We rijden via de Kniprodestraße en de Virchowstraße terug naar de Danziger Straße, waar we onze weg in zuidoostelijke richting vervolgen. Op de hoek met de Landsberger Allee zien we een merkwaardig gebouw, dat zich gedeeltelijk achter een schutting verbergt: het voormalige SEZ (Sport- und Erholungszentrum). Dit sport- en recreatiecentrum opende zijn poorten aan het begin van de 80er jaren en was destijds het grootste complex ter wereld in deze categorie!

Hierboven ziet u een foto die het SEZ in zijn bloeitijd toont. Hier bevonden zich meerdere zwembaden, een sauna, golfbad, fitness studio’s, een bowlingbaan, tafeltennis, turnhal, vechtsport, tennishallen, badminton, midgetgolf – te veel om op te noemen. Het was een echt prestigeproject van de SED-regering en het centrum was tot aan het einde van de DDR ook een succes bij het grote publiek. Daarna kwam de klad er in en de stad Berlijn als nieuwe eigenaar was niet bereid er veel geld voor onderhoud in te steken: de prioriteiten lagen destijds duidelijk elders.

In 2002 werd het centrum uiteindelijk gesloten en vervolgens voor 1 euro aan een investeerder verkocht. Daarbij gold wel de bepaling dat deze investeerder in ieder geval de zwembaden in zijn oude staat moest herstellen – wat echter nooit is gebeurd. Er volgde een jarenlange rechtsstrijd met als uiteindelijk resultaat dat de gemeente Berlijn het complex weer heeft teruggekocht (ook voor 1 euro trouwens). Maar de stad is zeker niet van plan het SEZ weer op te knappen: integendeel, de huidige plannen houden in dat alle gebouwen zullen worden gesloopt en dat er op deze plek 500 nieuwe woningen en een school zullen worden gebouwd. Vreemd genoeg is er nog wel steeds een website, waar de al genoemde investeerder vrolijk ruimtes voor events en filmopnamen aanbiedt.

We fietsen nu via de Landsberger Allee nog een stukje in oostelijke richting en zien aan onze rechterhand een interessant areaal: op de plek waar sinds de tweede helft van de 19e eeuw tot ca. 1990 het gemeentelijk slachthuis annex veemarkt stond, is een nieuw woongebied ontstaan dat een (in mijn ogen) geslaagde combinatie van oude en nieuwe architectuur vormt. Op deze website is meer informatie over de geschiedenis van dit stukje Berlijn te vinden. Overigens: de bouw van een gemeentelijk abattoir 150 jaar geleden is te danken aan een initiatief van de beroemde arts (en politicus) Rudolf Virchow.

Vlak na het pompeuze hotel Vienna House aan onze rechterhand slaan we vervolgens rechtsaf de Storkower Straße in en zijn dan weldra bij het gelijknamige station. Het station wordt omringd door twee torenflats en heeft twee bijzonderheden: het is het enige station van de Ringbahn zonder overkapping en je moet – of je wilt of niet – de voetgangersbrug gebruiken als je van de éne naar de andere kant wilt komen. Die brug was vroeger wel zo’n 500 meter lang (en daarmee de langste in Europa) en leidde naar het terrein van het vroegere slachthuis. Na de sluiting was een groot deel van de brug overbodig geworden en werd afgebroken.

Aangezien onze tocht aan de overkant verder gaat, moeten we met de fiets via de brug de weg oversteken. Gelukkig zijn er wel liften, zodat we zonder al te veel inspanning op de Hermann-Blankenstein-Straße belanden. Blankenstein was overigens de bouwmeester van het al genoemde slachthuis areaal, waar ook een straat naar hem is vernoemd.

Als fietsliefhebber wilt u nu misschien een klein omweggetje naar het nabijgelegen Blankensteinpark maken: hier bevindt zich namelijk de grootste fietswinkel van Berlijn: Zweirad Stadler. En Stadler is met zijn ruim 20 winkels trouwens ook de grootste fietszaak van heel Duitsland.

Verder gaat het in de richting van de drukke Frankfurter Allee, waarover ik het hier al eens heb gehad. Deze straat is behoorlijk lang, maar hij is vooral erg breed: bijna 100 meter op zijn breedste punt! We laten vandaag de Frankfurter Allee echter voor wat hij is en steken hier over. Als u bij het oversteken even naar rechts kijkt (voorzichtig, let hier vooral goed op het verkeer!) ziet u in de verte het karakteristieke Frankfurter Tor en nog iets verder de beroemde Fernsehturm.

Via de Jessnerstraße en de Gürtelstraße arriveren we na enkele minuten bij het grote station Ostkreuz. Ik woon echt al heel lang in Berlijn en voor mijn gevoel was dit station altijd een bouwput! Uiteindelijk nam de opknapbeurt maar twaalf jaar in beslag, wat voor Berlijnse begrippen geen bijzonder lange tijd is…

Dit is het station waar het vaakst in de hele stad wordt overgestapt: dagelijks maken gemiddeld zo’n 250.000 passagiers gebruik van de vele overstapmogelijkheden op dit station. Naast de Ringbahn en diverse S-Bahn lijnen verkeren hier veel stoptreinen (Regionalbahn) en zelfs ook meerdere IC en ICE treinen.

De buurt rond het Ostkreuz is zeker een bezoek waard en dan heb ik het vooral over de noordzijde. Dat is een echte uitgaansbuurt, en vooral in de Sonntagstraße heeft u het wat restaurants en cafés betreft voor het uitkiezen. Tot mijn favorieten behoren het Café Uebereck op de hoek van de Lenbachstraße en de Alte Turnhalle Berlin, in de Holteistraße. Vooral dit laatste restaurant is erg populair en beschikt over een mooi terras. Reserveren wordt daarom dringend aangeraden, zeker bij mooi weer!

We rijden verder in zuidwestelijke richting en komen zo bij het station Treptower Park. Op de achtergrond ziet u het hoogste gebouw van het Treptowers complex, waarbij de naam een versmelting is van de woorden Treptow (de wijk) en het Engelse Towers. Vroeger zat hier het verreweg grootste Duitse verzekeringsconcern Allianz, dat ook in Nederland actief is. In 2019 verhuisde het bedrijf echter naar het Technologiepark Adlershof, waarover ik het hier al eens heb gehad. Op de website van de Allianz is te lezen dat het logo meer dan 1.000 kilo weegt en de letters elk tussen de 220 en 480 kilo: het duurde dan ook meerdere weken voordat die na de verhuizing naar beneden waren gehaald.

Het is vanaf hier maar een paar stappen naar de Treptower Hafen en naar de aardige wandelboulevard die hier langs de Spree loopt. Die boulevard leidt onder andere naar het Insel der Jugend, dat via een brug is te bereiken en dat ten tijde van de DDR een meisjesinternaat en een jongerenclub herbergde. Tegenwoordig vinden hier vooral culturele evenementen plaats.

Het volgende station is de Sonnenallee. Deze naam is buiten Berlijn vooral bekend geworden door de gelijknamige filmkomedie uit 1999, die ik u overigens van harte aanbeveel. De film speelt in de 70er jaren en laat de absurditeit van het leven vlakbij de Berlijnse Muur zien. Er was destijds tussen West- en Oost-Berlijn inderdaad een grensovergang Sonnenallee en een groot deel van de film speelt zich daar af.

Vlakbij het station bevindt zich het hotel Estrel, het met rond 1.100 kamers grootste hotel van Duitsland. Maar het is vooral ook een congres- en entertainment centrum en als zodanig zelfs de grootste in zijn soort in Europa. Beroemd is de al sinds jaar en dag lopende show Stars in concert, waar dubbelgangers optreden van sterren als Michael Jackson, Elvis Presley, Abba en velen meer. Ik ben er voor mijn werk een aantal keren geweest en die optredens waren werkelijk steeds verbluffend goed.

We zijn inmiddels in hartje Neukölln en naderen het gelijknamige station. De wijk Neukölln heeft vaak niet de allerbeste reputatie, maar is tegelijkertijd bij jongeren erg populair. Dat geldt vooral voor het gebied op de grens tussen Kreuzberg en het noordelijkste gedeelte van Neukölln, de zogenoemde Reuterkiez, ook wel Kreuzkölln genoemd. Kreuzkölln is de samenvoeging van de wijken Kreuzberg en Neukölln, net zoals de beroemde club Berghain een samenvoeging is van Kreuzberg en Friedrichshain – wat veel bezoekers blijkbaar niet weten.

Het station na de halte Neukölln heet Hermannstraße, maar wij laten die vanwege de drukte liever links liggen en rijden langs het fraaie Körnerpark richting westen. Dit park, waarover ik hier al eens wat heb geschreven, ligt als een groene oase tussen de beide drukke winkelstraten Karl-Marx-Straße en Hermannstraße.

Beide straten moeten we helaas oversteken voordat we weer in rustiger vaarwater komen en aangezien er geen stoplichten zijn, is het zaak hier driedubbel op te passen! Weliswaar zijn inmiddels in de voor fietsers werkelijk niet ongevaarlijke Hermannstraße fietsstroken te vinden, maar bij lange na nog niet over de gehele lengte van zo’n 2,5 km. In de zomer van 2023 werd besloten er weer een stukje aan te breien en het ziet er werkelijk naar uit dat de werkzaamheden nu (april 2024) van start gaan. Voordat dit stukje van 500 meter in gebruik kan worden genomen zal er echter nog heel wat water door de Spree stromen, dat geef ik u op een briefje! Om u een idee te geven van het tempo waarmee fietspaden en fietsstroken in Berlijn worden gebouwd: in het in 2018 besloten Berliner Mobilitätsgesetz is een lengte van in totaal rond 2.700 km vastgelegd. Nu, meer dan vijf jaar later is daarvan rond 140 km ten uitvoer gebracht, dus maar net iets meer dan 5%. Als het in dit tempo verder gaat zijn we rond het jaar 2120 klaar…

Het volgende station zou het Tempelhofer Feld zijn geweest, als men de plannen uit de jaren 2010 hiervoor daadwerkelijk had omgezet. Die plannen hielden in dat er hier een extra S-Bahn station zou komen om de toegang tot dit unieke park te vergemakkelijken. Inmiddels is dat idee echter al lang en breed in de ijskast verdwenen. In plaats daarvan wordt er opnieuw gediscussieerd over de mogelijkheden om aan de rand van het Tempelhofer Feld woningen te bouwen. Over dat thema werd precies tien jaar geleden al eens een referendum (“Volksentscheid“) gehouden, waarbij dat plan met een duidelijke meerderheid werd afgewezen. Dit tot ergernis van het gemeentebestuur destijds, dat nu echter haar kans schoon ziet hier opnieuw een balletje over op te gooien.

We rijden nu dwars door het park en zien aan de overkant het station Tempelhof, dat altijd een wat groezelige en smoezelige indruk maakt en waarvan je op zijn best kunt zeggen dat je vanaf dit station met een paar stappen op het Tempelhofer Feld staat. We moeten kort daarna de drukke Tempelhofer Damm oversteken, maar hier zijn er gelukkig wel stoplichten!

Zo langzamerhand naderen we het eind van onze tocht, maar eerst doen we nog even het station Südkreuz en de naaste omgeving daarvan aan. Tot een aantal jaren geleden heette het hier nog Papestraße en was het een tamelijk onopvallend station. Maar aan het begin van de 20e eeuw kreeg het een enorme facelift en werd het een knooppunt voor het treinverkeer. Hier rijden naast de S-Bahn ook IC en ICE treinen en er is daarnaast veel regionaal verkeer. Het station is modern en vriendelijk en van alle gemakken voorzien, maar het heeft één nadeel: als fietser ben je gedwongen er een stukje omheen te fietsen, zoals op ons kaartje is te zien.

Maar dat geeft ons anderzijds de gelegenheid een blik op de EUREF Campus te werpen, dat hier de laatste jaren is ontstaan en waarvan de oude gashouder het symbool is. De Campus wil een standplaats bieden aan bedrijven die zich bezig houden met energie, verkeer en duurzaamheid en geeft zelf het goede voorbeeld: al sinds 2014 worden hier de klimaatdoelstellingen voor het jaar 2045 gehaald.

Maar de Campus biedt ook gastronomie en er is een hotel. Ook vinden we hier verscheidene Event Locations, zoals dat op zijn nieuw-Duits heet. We bereiken de EUREF via het Annedore-Leber-Park en de Torgauer-Straße, die gelukkig onlangs werd geasfalteerd. Tot voor kort was dit straatje met zijn schots en scheve kinderhoofdjes een verschrikking voor iedere fietser.

Er is nog één station over en dat is het station Schöneberg. Schöneberg is echt een prima wijk om te wonen: niet zozeer dit gedeelte, maar vooral het gebied ten noorden van de plek waar we onze tocht zijn begonnen. We komen van de Torgauer Straße en steken daarna de drukke Dominicusstraße over. Vervolgens bereiken we via de Ebertstraße dan ons beginpunt: de Innsbrucker Platz. U hebt er dan bijna 50 km opzitten en mag best een beetje trots op uzelf zijn!

2 gedachten over “de ringlijn van Berlijn”

Plaats een reactie