(oorspronkelijk verschenen op volkskrantreizen op 30.04.2010)
Dat Berlijn lange tijd maar liefst vier vliegvelden had is misschien niet algemeen bekend. De Flugplatz Gatow lag in de Britse sector en werd pas in 1994 gesloten – dus ruim na de Duitse hereniging van 1990. Over de wijk Gatow schrijf ik een volgende keer: het is een ideaal recreatiegebied en uitermate geschikt voor zomerse uitstapjes. Over het roemruchte vliegveld Tempelhof dat in de Amerikaanse sector lag en in 2008 zijn poorten sloot heb ik in het verleden al eens wat geschreven. Blijven over: Schönefeld en Tegel, die inmiddels gezamenlijk zijn opgegaan in de Airport Berlin Brandenburg International BBI, een behoorlijke mond vol dus.
Wat Schönefeld (ligt net buiten de standsgrenzen van Berlijn) betreft, is het eigenlijk het beste er het zwijgen toe te doen: de uitbouw van regionaal vliegveld tot dè internationale airport van de wereldstad Berlijn is tot nu toe met zoveel fouten, vertraging en extra kosten gepaard gegaan (en nog is-ie niet klaar), dat met de details hiervan minstens een halve Volkskrant in het oude formaat gevuld zou kunnen worden.
Daarom vandaag wat informatie over Tegel. Daarbij wil ik het niet zozeer over het vliegveld als wel over de wijk Tegel hebben – want die heeft het één en ander te bieden. Het snelst komt u hier met lijn U6 (instappen in b.v. Friedrichstrasse of Stadtmitte) in noordelijke richting, uitstappen bij het eindpunt Alt-Tegel. Bij mooi weer is het hier altijd een drukte van belang, er zijn veel winkels en diverse terrassen. Vlakbij en niet over het hoofd te zien vindt u hier ook de Tegeler Hafen en het is de moeite waard hier langs te lopen richting Tegeler See. Aan uw linkerhand ziet u hier een aantal uitermate bekoorlijke stadvilla’s, die in de jaren 80 zijn ontstaan. Anders dan men misschien zou vermoeden gaat het hier om sociale woningbouw. Aan het eind van de haven komt u dan bij de mooie Tegeler See.
In dit verband even een kleine opmerking over de Duitse woorden See en Meer. Voor Nederlanders lijkt dit vaak nogal verwarrend – en dat is het ook. Normaal gesproken betekent See: meer, dus de Tegeler See is het Tegeler meer. Omgekeerd betekent het Duitse Meer: zee, dus het Mittelmeer is de Middellandse Zee. Jammer genoeg vormen de Noord- en Oostzee hierop weer een uitzondering: die heten namelijk gewoon Nordsee en Ostsee (en worden dan vrouwelijk: die Nordsee en die Ostsee).
Maar goed, de blik op de Tegeler See vergoedt veel en doet de grammaticale zorgen snel vergeten. Ik raad u aan vanaf hier deze See in noordelijke richting te gaan verkennen. Daartoe moet u eerst over de Hafen-Brücke en vanaf dit punt ligt een oase van rust, wind en water vóór u.
Na een klein stukje lopen komt u bij de Dicke Marie – naar men zegt de oudste boom van Berlijn. De boom stamt uit het begin van de 12e eeuw en is dus zo’n 900 jaar oud. De naam zou overigens door de gebroeders Humboldt zijn bedacht, die hier als kind hebben gespeeld. De volgende keer wat meer over deze beide wetenschappers en over de beroemde Humboldt universiteit, die dit jaar haar 200-jarig bestaan viert. Overigens wordt Dicke Marie in de volksmond gebruikt als synoniem voor (veel) geld – waar wij poen of centen zouden zeggen.
Na de Dicke Marie slaat u linksaf en kunt zo een heel eind langs de mooie Tegeler See wandelen. Onderweg komt u langs de Villa Borsig, waar sinds een aantal jaren diplomaten worden opgeleid. De villa wordt wel als één van de mooiste campussen van Duitsland beschouwd, maar is helaas niet vrij toegankelijk. Aan uw rechterhand ziet u het Tegeler Forst, één van de vele bossen die Berlijn rijk is en dat zich tot aan de wijk Heiligensee uitstrekt in het noordwestelijkste gedeelte van de stad.
Als u langs het water in zuidelijke richting verder loopt komt u eerst langs het restaurant Toulouse en kort daarop bij het bekende Freibad Tegel. Dat dat restaurant naar een Franse stad is vernoemd is vast geen toeval: wij zijn hier immers midden in de vroegere Franse sector van Berlijn. Ook vandaag de dag zijn er hier nog vele Franstalige straatnamen te vinden en zijn er verenigingen met namen als Club de Pêche en Club Français Nautique de Tegel.
Het Freibad Tegel zat, toen ik hier laatst was, in de problemen: door een geschil met de plaatselijke overheid (de Berliner Bäder Betriebe) wordt er geen schoon water richting strandbad gepompt en blijft het bad daarom vooralsnog gesloten. Het zou erg jammer zijn als dat zo zou blijven want een bezoek aan het openluchtbad is alleszins de moeite waard. Door de ligging buiten het centrum is het hier ook ’s zomers relatief rustig, het strand is redelijk groot, het water is (normaal gesproken) erg schoon en de blik op de Tegeler See is prachtig.
Tegenover het strandbad ligt het eilandje Lindwerder, waar een team rond Wernher von Braun al in de jaren twintig van de vorige eeuw proeven met raketten nam.
Als u nog een klein stukje richting zuiden verder gaat komt u in de wijk Tegelort, met diverse terrassen en restaurants. U kunt hier vandaan met bus 222 terug naar Tegel (uitstappen bij U-Bahn station Alt-Tegel), maar het is natuurlijk wel zo aardig om deze route met één van de boten van de Stern und Kreis Schiffahrt te doen (vertrektijden vanaf Tegelort: 10.45, 13.15 en 16.00). De website van deze rederij vindt u hier.
Als u de boot neemt komt u aan op de bekende Greenwich-Promenade, waar diverse restaurants te vinden zijn met een mooi uitzicht op de Tegeler See. Vanaf hier dan een klein stukje richting noorden, direct daarna rechtsaf in de Gabrielenstrasse en u komt uit bij het Schloßpark met het Schloß Tegel en het graf van Alexander von Humboldt. Het kasteel is van mei tot september geopend – maar alleen ’s maandags om 10.00, 11.00, 15.00 en 16.00 uur en is alleen te bezichtigen onder leiding van een gids. De mogelijkheden zijn dus op zijn zachtst gezegd nogal beperkt.
Aan het eind van de Gabrielenstrasse en langs de voor u liggende Humboldt bibliotheek bent u binnen enkele minuten terug op het uitgangspunt: U-Bahnhof Alt-Tegel. Als u nog energie over hebt raad ik u aan vanaf dit punt de wandeling voort te zetten, ditmaal richting zuiden. Als u dan vanaf het station Alt-Tegel de Berliner Strasse neemt komt u na enkele minuten bij het station Borsigwerke. De firma Borsig ontwikkelde zich ten tijde van de industriële revolutie in de 19e eeuw tot één van de grootste machinebouwers ter wereld. De eerste locomotief werd hier al in 1840 gebouwd en er zouden nog vele volgen.
Hier vindt u ook twee historische gebouwen die jarenlang het gezicht van de firma bepaalden: het Borsigtor dat aan het eind van de 19e eeuw werd gebouwd en de Borsigturm die uit de jaren twintig van de vorige eeuw stamt. Tegenwoordig zijn de Borsigwerke vooral bekend als shopping center (Hallen am Borsigturm) met de usual suspects zoals McDonald’s, H&M en Mediamarkt. Het is daarbij wonderwel gelukt de nog resterende fabrieksgebouwen in het koopparadijs te integreren. Een voorproefje is op de website te vinden.
Van hieruit is het nog zo’n tien minuten lopen naar een ander bekend meer in de wijk Tegel: de Flughafensee die ontstaan is door het afgraven van vele duizenden tonnen grind. Het meer is weliswaar niet erg groot, maar heeft een mooi strand en, wat nogal uniek is, een vrije blik op het vliegveld Tegel. U komt er door de Berliner Strasse verder uit te lopen, en daarna nog een stukje de Seidelstrasse te nemen, die in het verlengde van de Berliner Strasse ligt. Aan uw rechterhand ziet u eerst een groot gebouwencomplex: de gevangenis van Berlijn-Tegel.
Pal daarna slaat u rechtsaf in de Allée Saint-Exupéry, genoemd naar de schrijver van Le petit Prince – we zijn dus nog steeds in wat vroeger de Franse sector van Berlijn was. Het is de moeite waard tot aan de uitkijkpunten aan de zuidkant van het meer te lopen en zo de sfeer van een mooi natuurgebied (met vogelreservaat) samen met een letterlijk op een steenworp afstand liggend vliegveld in u op te nemen. Een eigenaardige gewaarwording vond ik. Als u weer terug in de Allée Saint-Exupéry bent beland zijn het nog maar een paar stappen naar het U-Bahn station Otisstrasse, vanwaar u met lijn 6 (richting Alt-Mariendorf) weer snel in het centrum bent (b.v. Friedrichstrasse of Stadmitte).
Ja, en dan toch nog wat informatie over Tempelhof, het vliegveld dat eind 2008 zijn poorten sloot. Op 8 mei gaat datzelfde Tempelhof namelijk weer open. Niet als vliegveld, maar als openbaar park voor iedereen. Omdat Berlijn geen geld heeft, zijn alle plannen voor een ander gebruik van dit areaal met een oppervlakte van zo’n 380 hectare in de ijskast gestopt. Het idee er dan maar een park van te maken leek een goedkope oplossing, maar ook dat blijkt niet helemaal te kloppen: alleen al het onderhoud zal zo’n kleine 5 miljoen euro per jaar gaan kosten.
Maar eerst dus een feestje op 8 en 9 mei en dat wordt gegarandeerd een spektakel. Men gaat nu al uit van zo’n 200.000 bezoekers, maar omdat Berlijners nogal nieuwsgierig zijn èn de toegang gratis is, denk ik dat het nog wel wat drukker zal worden … Mocht u dat weekend net in Berlijn zijn: niet verzuimen!
Uiteraard heb ik ook nog een tip voor degenen onder u die het liever wat kalmer aan willen doen. Midden in de stad, niet ver van de Gendarmenmarkt, vindt u in de rustige Behrenstrasse op nummer 42 (bijna op de hoek van de Charlottenstrasse) sinds kort een kleine, onopvallende, maar erg interessante expositie: de Picasso Story. Daarbij is expositie, zoals de initiatiefnemers zelf zeggen, eigenlijk niet het juiste woord. Ze gebruiken liever het (mode)woord Edutainment, een mengeling dus van education en entertainment. En ik moet zeggen, ik vind dat ze in hun opzet, de bezoekers te onderhouden en hen daarbij tegelijkertijd het één en ander over Picasso bij te brengen geslaagd zijn. De uitleg is heel helder (tweetalig Duits/Engels). Bijzonder aardig is bovendien het feit dat er speciale informatiebordjes zijn voor kinderen (eveneens tweetalig). Dat heb ik in een museum eigenlijk nog nooit gezien.
Het accent van de Story ligt op de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw, dus op de al oudere Picasso. Dat neemt niet weg dat men als motto de begrippen geniaal, opstandig en hartstochtelijk heeft gekozen. Na een uurtje ronddwalen in de met veel liefde vormgegeven expositieruimtes begrijpt u ook waarom dat zo is. De expositie is elke dag van 10.00-20.00 geopend, en is goed te bereiken met het openbaar vervoer (U-Bahn lijn 6, uitstappen op het station Französische Strasse). Let op: na 19.00 uur geen toegang meer, zoals u hier kunt nalezen.
Berlijn is een stad van tegenstellingen, en daaraan werd ik deze week nog weer eens duidelijk herinnerd. Nauwelijks terug van een fietstocht door een Berlijn van heuvels en dalen, van bossen en meren, stond ik luttele dagen daarna voor de ingang van het nieuwe Hard Rock Café Berlin dat feestelijk werd geopend. Amy MacDonald was er, en vele honderden gasten en andere nieuwsgierigen waren er ook. Er werden gitaren stukgeslagen, er was harde muziek – kortom, het was een drukte van belang tot diep in de nacht.
Na vraagt u zich misschien af: waarom gaat-ie daar in hemelsnaam naar toe? De reden is eenvoudig: van alle plekken in Berlijn waar het Hard Rock Café had kunnen staan, heeft men nou net het pand gekozen, dat tegenover het flatgebouw staat waarin ik woon. Terwijl een stukje verder in dezelfde straat het oorspronkelijke Hard Rock Café overigens gewoon ook open blijft. Kennis gemaakt met de nieuwe buren? Aha, het Hard Rock Café, gezellig, jij boft maar! Ook dat is dus voortaan voor mij Berlijn….
Maar ik beklaag mij niet echt: ook die veelzijdigheid en die contrasten maken de stad tot wat zij is: een bruisende metropool in het hart van Europa.
Je hebt het weer voor elkaar: ik krijg meteen weer zin om naar Berlijn af te reizen en (bijvoorbeeld) de beschreven route te volgen… Of weer van de andere mooie plekken te genieten.