Voor mij wordt de Corona tijd in Berlijn het beste gekarakteriseerd door een man op een balkon. De Zuid-Afrikaanse tenor Etienne van der Nest was aan het begin van de Corona uitbraak in Berlijn vast komen te zitten en besloot, zolang hij niet terug kon naar zijn vaderland, van de nood een deugd te maken. Elke avond om klokslag zeven uur gaf hij vanaf het balkon van een pand aan de fraaie Fasanenplatz een concert, dat welgeteld uit één lied of aria bestond en dat daarom nooit langer dan tien minuten duurde.
Maar ondanks de korte duur van zijn concerten kon Van der Nest op een trouw en enthousiast publiek rekenen: voor velen (ook voor mij) werd het een vast dagelijks punt in een periode toen men er eigenlijk nog geen flauw idee van had hoe de naaste toekomst er uit zou gaan zien. Er ontstond dan ook al spoedig een gevoel van wederzijdse saamhorigheid en wederzijds begrip. Men zat immers in hetzelfde schuitje.
De kwaliteit van de video hierboven is meer dan ondermaats, maar u krijgt desondanks hopelijk toch een kleine indruk van die mini-concerten en van de sfeer er omheen. En ach, of dat verhaal over een gestrande tenor achteraf nu wel of niet helemaal klopt: hij maakte met zijn dagelijkse optredens in ieder geval nog eens duidelijk dat cultuur ook in moeilijke tijden iets wezenlijks is en blijft.
De vorige keer ging ik met u terug naar het verleden, maar deze keer is de blik ook weer op het heden en de toekomst gericht. Om met dat laatste te beginnen: alweer bijna een jaar geleden werd in het centrum van Berlijn het Futurium geopend. Het museum is te vinden op de noordelijke oever van de Spree, vlakbij Berlin Hauptbahnhof en daarmee vrijwel precies op de grens tussen West- en Oost-Berlijn.
Zoals de naam al verraadt houdt het Futurium zich bezig met de wereld van morgen en er komen daarbij heel wat aspecten aan bod. Centraal staan de begrippen mens, techniek en natuur. Er is erg veel te zien en erg veel te lezen (Duits en Engels), zodat u voor een bezoek dan ook wel zo’n anderhalf à twee uur uit moet trekken.
Maar het is de moeite waard: vooral natuurlijk voor de generaties van morgen en overmorgen, want hier wordt een beeld geschetst van de nabije toekomst van de mens – en in feite weet iedereen natuurlijk wel dat dat beeld niet al te rooskleurig is. Maar er worden in het Futurium ook veel visioenen, ideeën en mogelijke oplossingen voor de problemen in onze wereld gepresenteerd, zodat de uiteindelijke boodschap die je hier over onze toekomst mee naar huis neemt toch voorzichtig optimistisch is.
Het Futurium is zeker ook geschikt voor kinderen (vanaf ca. tien jaar), ook al omdat de expositie gedeeltelijk interactief is. U kunt er sinds eind juni weer elke dag tussen 10.00 en 18.00 uur terecht, behalve op dinsdag.
Er worden ook rondleidingen gegeven, die ik u van harte aanbeveel, want je krijgt hierdoor een veel beter inzicht in de af en toe toch wat moeilijke materie. Die rondleidingen zijn er in het Duits èn in het Engels: wel van te voren aanmelden op de website. En: gedurende de eerste drie jaar is de toegang voor iedereen gratis, maar daarvan is er inmiddels al weer één voorbij.
Vergeet ook vooral niet de Skywalk op het dak van het Futurium te bekijken. Het is even klimmen maar dan heb je ook wat: een uitzicht zonder weerga op de Spree, de Rijksdag, het Kanzleramt, de Charité en de Fernsehturm. Het dak bestaat vrijwel uitsluitend uit zonnepanelen, die voldoende energie leveren om het gebouw toekomstig te verwarmen en te koelen.
download route als GPX download route als KML
Dit is een kaart van een stukje Grunewald, één van de sjiekste wijken van Berlijn. Veel groen, veel villa’s – dat is Grunewald in een notendop. Minder mooi is het feit dat de wijk door een doorlopende snelweg (de AVUS) compleet in twee gedeeltes wordt gehakt. Dat was voor de West-Berlijners tot 1990 overigens het enige stukje Autobahn en dus ook de enige mogelijkheid om eens lekker gas te geven, al duurde dat pleziertje maar enkele minuten.
In Grunewald zijn ook de Teufelsberg (waarover ik hier al eens iets heb geschreven) en het meertje de Teufelssee te vinden, dat onlangs in het nieuws kwam toen een blote meneer daar een wild zwijn achterna zat dat net zijn laptop had gestolen.
Maar Grunewald heeft nog veel meer meertjes en maar liefst zes daarvan komt u tegen op de wandeling die op het kaartje hierboven is te zien en die ruim 9 km lang is. U moet dus wel rekenen met zo’n twee uurtjes lopen, maar dan krijgt u ook volop uitzichten zoals deze als beloning. En halverwege kunt u weer wat energie bijtanken in een aardig café met een rustig terras. De wandeling begint bij het S-Bahn station Halensee, dat aan de Ringlijn ligt en dus erg gemakkelijk bereikbaar is. U komt hier ook met bus 29 en bus 19.
Vanaf het station Halensee (dat trouwens een permanente bouwput lijkt te zijn) steekt u de Kurfürstendamm over en slaat dan even linksaf en daarna direct weer rechtsaf in de Bornstedter Straße. De naam verwijst naar een wijk in Potsdam, waar ook het prachtige Krongut Bornstedt is te vinden dat ik u van harte aanbeveel. In deze straat is trouwens een bijzonder hotel te vinden: hotel Bogotá.
Aan uw rechterhand ziet u al snel het Friedhof Grunewald, een uniek gelegen kleine begraafplaats. Het wordt namelijk helemaal ingesloten door het spoor, maar toch is het er erg rustig. Op de foto is te zien hoe hier net een regionale trein voorbij flitst.
Aan het eind van de Bornstedter Straße neemt u de Trabener Steg, die u aan de andere kant van de Stadtautobahn brengt. En daarmee laat u onmiddellijk het verkeer en het lawaai van de stad achter u, want hier belandt u in het Friedrichspark, nabij het eerste meertje van deze tocht: de bekende Halensee. We volgen de route langs deze Halensee (aan uw linkerhand), totdat het pad niet verder gaat. Hier ziet u dan een trappetje naar boven, waarmee u op de Trabener Straße komt, die we linksaf inslaan. In deze straat krijgt u alvast een voorproefje te zien van de vele villa’s die Grunewald rijk is.
We slaan kort daarop rechtsaf naar de Hilde-Ephraim-Straße, die we dan met een bocht naar links blijven volgen. Dit is een nieuwe, nogal kunstmatige straat met vrijwel uitsluitend witte villa’s. Voor mijn gevoel erg steriel en stereotiep, maar het is er wel uitermate rustig. Aan het eind van de straat dan een heel ander beeld: een open stuk land en afgezien van de hier af en toe voorbijrijdende treinen lijkt de stad opeens erg ver weg.
Het pad op dit stukje natuur voert u naar het S-Bahn station Grunewald. We passeren daarbij het monument Gleis 17, waarover ik hier al eens wat heb geschreven. Naast de ingang van het station ziet u het bekende restaurant Floh, dat vooral Berlijnse specialiteiten op de kaart heeft staan.
Aan de andere kant van het station en pal naast de kiosk ziet u een voetpad dat naar de Auerbachstraße leidt. U passeert het Steffi-Graf-stadion, dat in deze Corona tijden een nogal verlaten indruk maakt, en dan bent u al bij het tweede meertje van deze wandeling aangekomen: de Hundekehlesee. Het is niet helemaal duidelijk waar deze nogal eigenaardige naam vandaan komt. Men houdt het er meestal op dat het woord Hundekehle naar de verzamelplek voor de honden verwijst die destijds mee ter jacht gingen.
Het pad langs de Hundekehlesee leidt naar de bekende Koenigsallee, die we linksaf inslaan. De naam heeft overigens niets met het Duitse woord voor “koning” te maken, maar verwijst naar de bankier Felix Koenigs, die één van de drijvende krachten was bij het ontstaan van de villawijk waar de Koenigsallee dwars doorheen loopt. Al na enkele meters ziet u de fraaie villa op nummer 65, die rond 100 jaar geleden werd bewoond door Walther Rathenau, een erg veelzijdige man.
Hij was zowel industrieel als schrijver van een aantal boeken op economisch gebied, hij bouwde zijn eigen huis èn hij was politicus. Begin 1922 werd hij minister van buitenlandse zaken in een tijd dat het Duitsland niet bepaald voor de wind ging en het land politiek gezien uitermate verdeeld was. Lang heeft hij die functie niet bekleed, want luttele maanden later werd hij een stukje verderop in de Koenigsallee door aanhangers van een rechts-extremistische groep doodgeschoten, toen hij in zijn auto op weg was naar het ministerie van buitenlandse zaken. Een bescheiden gedenksteen nabij de Wallotstraße herinnert aan deze politieke moord. En het grote plein dat tussen de Koenigsallee en de Kurfürstendamm ligt heet al sinds jaar en dag Rathenauplatz.
Aan de overkant van de voormalige Rathenau residentie staat de Villa Roderbourg, waarin tegenwoordig een showroom van de beroemde porseleinfabriek Meissen is te vinden. In Dresden en in het nabijgelegen Meissen wordt al sinds 1710 porselein vervaardigd en de toen opgerichte Königliche Porzellanmanufaktur is daarmee de oudste fabriek in Europa. Bij gebrek aan een koningshuis heet de fabriek sinds 1918 Staatliche Porzellan-Manufaktur Meissen, maar de producten zijn nog net zo geliefd (en net zo duur) als weleer.
De grote concurrent van het Meissner Porzellan is natuurlijk KPM (Königliche Porzellan-Manufaktur Berlin), die in 1763 door Friedrich der Große in het leven werd geroepen. Ook KPM bestaat nog steeds en heeft uiteraard ook een showroom in Berlijn. Deze vindt u in de Wegelystraße, vlakbij het S-Bahn station Tiergarten.
We zijn inmiddels op de helft van onze wandeling, dus tijd voor een korte pauze. Het treft daarom goed dat op de nabijgelegen Hagenplatz een Wiener Conditorei is te vinden, waar de koffie en het gebak werkelijk goed smaken. U bevindt zich nu echt in het hartje van de Grunewalder villawijk, zoals een blik om u heen nog eens duidelijk maakt.
Na de koffie verlaten wij even de Koenigsallee en maken een klein omweggetje via de Fontanestraße, vervolgens rechtsaf in de Bettinastraße en dan schuin rechts in de Winklerstraße. We lopen hier in feite met een bocht om de Dianasee, nummer drie op ons lijstje van zes meertjes. Helaas is de Dianasee nauwelijks vrij toegankelijk. De Winklerstraße is een straat waarin een aantal van de fraaiste villa’s en herenhuizen van Berlijn is te vinden. Aan het begin van de straat ziet u aan uw rechterhand de nogal aparte ambassade van de VAE en aan de overkant staan meerdere kapitale huizen. Maar de meest opvallende panden in deze straat zijn toch wel de villa’s op nummer 11 en vooral die op nummer 10.
Een enigszins mysterieus zwart pand, met in het midden een (niet meer werkende) stationsklok. Op de brievenbus is nog een naambordje te vinden: “Museum Rosenberg”, maar het gebouw staat al sinds jaar en dag leeg. Het is ook niet helemaal duidelijk wie de huidige eigenaar is van dit pand, dat in 1902 werd gebouwd en dat bekend stond als de villa Noelle. Tegenwoordig schijnen er voornamelijk vossen en zelfs wilde zwijnen te huizen.
Bij nummer 14 nemen we rechtsaf het voetpad dat bekend staat onder de naam Hasensprung. Het pad loopt vrij steil naar beneden tot u bij een bruggetje komt met daarop aan weerszijden een haas. Aan uw rechterhand ziet u dan de al eerder genoemde Dianasee en links de Koenigssee.
Ook hier kan de gestresste Berlijner weer snel tot rust komen in een prachtig stukje natuur midden in de grote stad. Aan het eind van de Koenigssee is een kleine stadbiotoop te vinden, die naar de wetenschapster Rhoda Erdmann is vernoemd, één van de eerste vrouwelijke professoren in Duitsland.
Wij steken echter weer de Koenigsallee over, lopen een paar meter naar links, om dan rechts de Lassenstraße in te slaan. Op de hoek ziet u een kleine gedenkplaat voor Harald Juhnke, een in Duitsland vroeger erg populaire Berlijnse acteur, televisiepresentator, zanger en filmster. We lopen de Lassenstraße door tot aan de Bismarckallee, steken hier over en slaan vervolgens linksaf. Na de kruising met de Delbrückstraße ziet u aan uw rechterhand een speelplaats en een pad dat naar beneden loopt.
Beneden aangekomen zien we links de Herthasee, die echter nauwelijks vrij toegankelijk is en rechts de Hubertussee, de nummers vijf en zes van ons lijstje. Wij slaan rechtsaf, zodat u de Hubertussee aan uw linkerhand houdt. Dit meertje is zo mogelijk nog fraaier en schilderachtiger dan de meertjes die we al eerder op onze wandeling tegenkwamen. Een bospad slingert zich langs de zuidelijke oever van het meertje, tot aan het zuidoostelijkste puntje nabij de Hubertusallee.
Wij maken hier een draai om de Hubertussee, langs het platform, en lopen dan langs de noordoever weer terug. Helaas komen we hier op een bepaald punt niet verder en moeten daarom het voetpad nemen dat ons naar de Herthastraße leidt. Hier slaan we links af, steken de Bismarckallee over en lopen een stukje in noordelijke richting. Op een gegeven moment komt u bij een splitsing: rechtdoor komt u na enkele passen op de Lynarstraße, maar wij slaan linksaf een klein straatje zonder naam in. Aan het eind hiervan heeft u een goed uitzicht op het noordelijke gedeelte van de Herthasee en ook op het al eerder genoemde Rhoda-Erdmann-Park.
Vanaf dit punt zijn het dan nog slechte enkele meters en staan we weer op de Koenigsallee. Hier slaan we rechtsaf, richting noordoosten. U komt dan langs het oostelijke gedeelte van de Halensee, waar op nummer 5 het sjieke Strandbad Halensee is te vinden, dat tegenwoordig echter liever naar de naam Ku’damm Beach luistert. Met die nieuwe naam gaat bijna de droom van de beroemde Berlijnse publicist Kurt Tucholsky in vervulling, die ooit het (onbereikbare) ideaal van de Berlijner als volgt beschreef: een huis, met aan de voorkant uitzicht op de Ostsee en aan de achterkant op de Friedrichstraße. Aan het eind van de Koenigsallee komt u via de Margaretenstraße weer uit bij het beginpunt van de wandeling, het S-Bahnstation Halensee.
Elk nadeel heb zijn voordeel, Johan Cruyff zei het al. Net als in Nederland is het aantal mensen die door de Corona pandemie hun baan naar het Home Office hebben moeten (en kunnen) verleggen enorm gestegen, wat uiteraard tot minder autoverkeer en tot een forse daling van het aantal reizigers in het openbaar vervoer heeft geleid. Het aantal fietsers is sinds maart van dit jaar daarentegen behoorlijk gestegen en het stadsbestuur heeft hierop gereageerd.
In vrij korte tijd zijn meerdere zogenoemde pop-up fietsstroken uit de grond gestampt, al ging het aanvankelijk niet allemaal van een leien dakje. De eerste foto toont zo’n pop-up fietsstrook in de Kottbusser Straße, nabij het Landwehrkanal. En direct hierboven ziet u de Kantstraße, een erg drukke straat die tussen het treinstation Zoologischer Garten en het Congrescentrum verloopt. Beide straten stonden jarenlang met stip in de top tien van de voor fietsers gevaarlijkste wegen in Berlijn.
Op sommige gedeeltes sneuvelde er een rijstrook en op andere werd een (beperkt) aantal parkeerplaatsen opgeheven, zodat er steeds ruimte kwam voor zo’n afgeschermde fietsstrook. En ziedaar: zowel de Kantstraße als de Kottbusser Straße behoren nu met één klap tot de veiligste fietsstraten straten in de Berlijnse City, terwijl het autoverkeer er toch gewoon verder stroomt en files er niet aan de orde van de dag zijn.
Maar het kan nog beter: sinds kort is een gedeelte van de Friedrichstraße bij wijze van proef alleen nog maar toegankelijk voor voetgangers en fietsers. Het gaat om het gedeelte tussen de Französische Straße en de Leipziger Straße, een afstand van nog geen 600 meter. Zoals het filmpje hierboven laat zien leg je dat op de fiets in minder dan 2 minuten af – ook als je erg rustig rijdt. En dat moet hier ook inderdaad: het is vermoedelijk de enige straat in Berlijn, waar expliciet een snelheidsbeperking voor fietsers geldt. In januari 2021 wordt dan bekeken wat de proef heeft opgeleverd en ik heb goede hoop dat dit stukje Friedrichstraße ook daarna een autovrije promenade zal blijven. Tot nu toe waren de reacties voornamelijk positief.
Zoals u wellicht weet is Berlijn niet alleen de hoofdstad, maar ook één van de 16 deelstaten van Duitsland (de juiste Duitstalige benaming voor deelstaat is “Land“, maar meestal wordt de term “Bundesland” gebruikt). Momenteel wordt Berlijn geregeerd door een rood/rood/groene coalitie (ongeveer vergelijkbaar met: PvdA/SP/GroenLinks). Die coalitie besloot enkele jaren geleden tot een pakket verkeersmaatregelen (het zogenoemde Mobilitätsgesetz), die het openbaar vervoer en het fietsverkeer meer prioriteit moeten geven en die voor een verkeersveiligere stad zouden moeten zorgen. Het gaat hierbij in feite om niets anders dan de belangrijke vraag in welke richting de Berlijnse verkeerspolitiek zich de komende jaren zal bewegen: de kant op van steden als Amsterdam, Kopenhagen en inmiddels ook Parijs en Londen, of toch eerder het vasthouden aan het concept van de autogerechte Stadt.
De reacties zijn dan ook emotioneel. Pleitbezorgers van de auto als symbool van de persoonlijke vrijheid aan de ene kant en fietsers en voetgangers die eerder aan het klimaat en de verkeersveiligheid denken aan de andere kant staan elkaar vaak vrij onverzoenlijk tegenover, getuige bij voorbeeld de verhitte discussies op het forum van de Berlijnse krant Der Tagesspiegel. Voorlopig hoogtepunt/dieptepunt: omdat het stadsbestuur een pijnlijke fout heeft gemaakt bij het formuleren van de argumenten vóór de bouw van de pop-up fietsstroken, heeft een rechtbank begin september beslist dat deze weer moeten worden afgebouwd. Dat gebeurt overigens niet onmiddellijk en vermoedelijk zelfs helemaal niet: er werd door de rechtbank slechts geconcludeerd dat het stadsbestuur niet de juiste weg had bewandeld, en niet dat de fietsstroken op zich onwettig zouden zijn. Het is zelfs nog iets ingewikkelder, maar dat verhaal bespaar ik u maar liever. Deze soap wordt in ieder geval vervolgd!
Berlijn is en blijft een stad vol geschiedenis. Eén van de interessantste periodes in de Berlijnse historie is ongetwijfeld de periode tussen 1945 en 1989: de tijd van de Koude Oorlog, die nergens zo goed zichtbaar was als hier. Iedereen kent de Berlijnse Muur, maar ruim 30 jaar na dato is het moeilijk geworden je nog voor te stellen hoe het leven in de gedeelde stad er destijds precies uitzag. Natuurlijk, de East Side Gallery staat er nog (althans, voor het grootste gedeelte) en je hebt het bezienswaardige Panorama van Yadegar Asisi, waarover ik hier al eens iets heb geschreven. En er is uiteraard de gedenkplaats aan de Bernauer Straße, die ik in dit verhaaltje aan u voorstelde. Maar ze zijn natuurlijk wel allemaal wat statisch en de sfeer van destijds vind je er niet direct terug.
Daar wil Time Ride iets aan doen. Sinds ruim een jaar is dit kleine, bijzondere museum te vinden in de Zimmerstraße, een zijstraat van de Friedrichstraße. Hier maakt u een virtuele bustocht door het centrum van het Oost-Berlijn van 1989, zodat u een aardige indruk krijgt van de grenscontroles van destijds, van het inmiddels verdwenen Palast der Republik, van het optreden van de Stasi en van de boulevard Unter den Linden. U raadt het al: Virtual Reality maakt deze bustocht mogelijk. Ik woonde destijds al in Berlijn en was voor mijn werk vaak in Oost-Berlijn, zodat ik deze digitale reconstructie goed met de werkelijkheid van toen kan vergelijken en ik moet zeggen: het is best aardig gedaan.
Toen ik er was waren er opvallend veel ouders met kinderen, die zonder uitzondering erg enthousiast waren. Misschien vooral door de nieuwe techniek, maar hopelijk toch ook wel door de inhoud. Het tochtje duurt overigens niet erg lang: u staat na een kwartier al weer buiten. De toegangsprijzen (€ 12,50 voor volwassenen en € 10,00 voor jongeren tussen 6 en 17) zijn daarom nogal aan de hoge kant.
Om de hoek vindt u het beroemde Checkpoint Charlie, dat door vrijwel iedereen die voor de eerste keer in Berlijn is wel even wordt aangedaan en waar het dan ook al sinds jaar en dag een kermis van belang is. De Zimmerstraße is in feite interessanter, want behalve het Panorama en het Time Ride museum is hier ook nog het Trabi Museum te vinden en kun je een eindje verder op zelfs een Trabi huren (richting Wilhelmstraße lopen). Het kleine Stasi-museum waarover ik in dit verhaaltje ooit eens iets schreef, heeft zijn poorten inmiddels gesloten: tegenwoordig is hier het House of Tales te vinden, één van de vele Escape Rooms die Berlijn rijk is. Maar vergeet u vooral niet even langs te gaan bij het bijzondere koffiehuis Die Espressonisten!
Daarmee ben ik bij het thema horeca aanbeland en bij de nabije toekomst van deze ook in Berlijn zo belangrijke branche. Normaal gesproken geef ik hier zelden of nooit aanbevelingen voor restaurants, cafés of koffiehuizen – gewoonweg omdat ik slechts een eenvoudige consument ben en bepaald geen expert op dit gebied. Maar net als in Nederland en elders in de wereld is ook hier de Gastronomie zwaar getroffen door de Corona pandemie en daarom wil ik de komende keren graag even een paar van mijn favorieten aan u voorstellen – voordat het wellicht te laat is. Deze eerste keer zijn ze allemaal in de wijk Charlottenburg-Wilmersdorf te vinden, omdat ik daar nu eenmaal woon en dat stukje Berlijn toch wel het beste ken.
De beide foto’s hierboven laten het restaurant Cassambalis in de Grolmanstraße 35 zien, vlakbij de Kurfürstendamm. Wat mij aan dit mediterrane restaurant vooral bevalt, zijn het opvallende, bonte interieur en de vriendelijke bediening. De sfeer is goed en het eten is uitstekend. De prijzen zijn iets aan de hoge kant, maar je krijg hier beslist waar voor je geld.
Een betrekkelijke nieuwkomer in de Berlijnse horeca is Benedict, een café dat zijn roots in Tel Aviv heeft en waar je 24 uur per dag kunt ontbijten, zeven dagen in de week. En het ontbijt is echt anders dan anders: geen broodjes met kaas of worst, maar echt geraffineerde culinaire creaties staan hier op het menu.
De ingang aan de Uhlandstraße 49 is dezelfde als die voor het aangrenzende hotel, waar altijd wel een groepje wachtende mensen is te vinden: het Benedict is namelijk uitermate populair en aan reserveringen doen ze hier niet. Bij mooi weer is het trouwens haast onmogelijk een tafeltje buiten te veroveren.
Maar geen nood, in deze buurt rond de Ludwigkirchplatz zijn er voldoende andere gelegenheden te vinden. Bij mooi weer ga ik graag naar Weyers, een café/restaurant dat het geluk heeft dat ze op dat plein veel ruimte voor het terras hebben en dat het er vrij rustig is, omdat er hier nauwelijks voorbijkomend verkeer is. In plaats van auto’s hoor je hier vooral spelende kinderen en af en toe de klokken van de Sankt Ludwig kerk, waaraan het plein zijn naam heeft te danken. Het is de perfecte locatie voor een open air ontbijt en de bediening hier is top. De mensen die bij Weyers werken lijken dat allemaal met veel plezier te doen.
In de Emser Straße 25, op de hoek met de Ludwigkirchplatz is Zuka te vinden, een café dat zich heeft gespecialiseerd in taartjes en gebakjes die anders zijn dan in andere koffiehuizen. Ik heb er in de loop der tijd meerdere van geprobeerd en ze smaakten zonder uitzondering verrukkelijk en inderdaad net even iets exotischer dan gewoonlijk. Let u er wel op dat dit café alleen overdag is geopend (meestal tussen 11.00 en 19.00h).
Op een paar minuten lopen van de Ludwigkirchplatz, in de Meinekestraße 7, bevindt zich het tamelijk sjieke restaurant Diekmann, De spijskaart is klein maar fijn, de gerechten zijn altijd meer dan lekker en de service is vriendelijk en voorkomend, zonder het te overdrijven. We zijn tenslotte in Berlijn. De uitgebreide wijnkaart is duidelijk samengesteld door mensen die er verstand van hebben. Dat alles heeft natuurlijk wel zijn prijs, maar als u in het hart van West-Berlijn eens echt goed uit eten wilt gaan is Diekmann een echte aanrader.
Het restaurant is in een voormalige, echt ouderwetse kruidenierszaak gevestigd – en dat is gelukkig nog goed te zien! Aan de muren ziet u foto’s uit vroegere tijden, die tezamen met de fraai gerestaureerde inrichting het restaurant zijn bijzondere cachet geven.
In de Meinekestraße zijn trouwens nogal wat cafés en restaurants te vinden: sjieke, zoals Diekmann, maar ook echt bruine cafés, zoals Zum Patzenhofer op nummer 26. Ik kan u verzekeren dat het er hier twintig jaar geleden al precies zo uit zag als nu. Het is wat moeilijk precies te definiëren wat Zum Patzenhofer nu eigenlijk is: een kroeg, een eetcafé of een restaurant? Vermoedelijk van alle drie een beetje: er zijn diverse tapbieren, er worden vrijwel uitsluitend Berlijnse gerechten geserveerd (altijd vers!) en er is een geweldige keuze uit Schnapps en aanverwante drankjes.
Aangezien het lokaal vlakbij de Kurfürstendamm ligt leeft het natuurlijk vooral ook van toeristen, die nu echter goeddeels wegblijven. Vreemd genoeg zijn in normale tijden veel toeristen stamgast: aan de ene kant heb je de mensen die elk jaar een keertje naar Berlijn gaan en die bij hun volgende trip dan steevast hier een avondje langskomen. Aan de andere kant zijn er de bezoekers die voor de eerste keer in Berlijn zijn en die min of meer door toeval dit lokaal hebben gevonden – om daarna trouw elke avond opnieuw te verschijnen, totdat ze weer terug naar huis gaan. Zoals zich laat raden zijn in deze laatste categorie vooral veel Engelse toeristen te vinden.
Ik plaats dit verhaaltje half september 2020, dus op een tijdstip dat er nog in het geheel niet kan worden gezegd hoe onze wereld er over zes maanden of over een jaar uit zal zien. Corona beheerst uiteraard nog volop het dagelijks leven in Berlijn, net zoals overal. Dat de stad daarbij recentelijk door enkele controversiële demonstraties op een wel erg bijzondere wijze nog eens extra in het nieuws kwam, is mij echt in het verkeerde keelgat geschoten. Wat mij daarentegen wel erg positief stemt, is dat mensen die betwijfelen of zelfs ontkennen dat Duitsland een democratie is gewoon de mogelijkheid hebben hun mening in het hart van die Duitse democratie te verkondigen: pal vóór de Rijksdag! En wellicht zonder het zelf te beseffen leveren ze daarmee het beste bewijs van hun eigen ongelijk.