verkiezingen in Berlijn

Op 18 september a.s. zijn er in Berlijn verkiezingen voor de gemeenteraad (Abgeordneten-Haus) en nog nooit was de situatie zo onoverzichtelijk. De huidige coalitie van SPD en CDU zou nog slechts op iets boven de 40% uitkomen, een daling van maar liefst 10%. Daarmee is de absolute meerderheid natuurlijk weg en zullen er andere allianties moeten worden gevonden. Grote winnaar zou de AfD zijn, die ergens tussen de 10 en 15% lijkt te gaan halen.

De verkiezingsstrijd lijkt dit keer harder te worden gevoerd dan in het verleden en dat heeft zeker met de komst van deze AfD te maken. Het lijkt wel of de plakkaten nog talrijker en groter zijn geworden en de teksten op die plakkaten nog agressiever: zo beweert de CDU dat alleen zij voor tolerantie, welvaart, veiligheid en nog het één en ander kan zorgen. De vraag is dan natuurlijk wel waarom ze dat dan niet al lang heeft gedaan.

Dat de ultrarechtse NPD “Duitsland voor ons Duitsers” als parool heeft wekt geen verbazing, maar zij hebben er dit keer heel slim “Turkije voor de Turken” aan toegevoegd – in het Turks natuurlijk. Op de foto zijn op de achtergrond trouwens nog de minaretten van de Turkse Sehitlik-moskee aan de Columbiadamm te zien. Er is voor de NPD dus nog heel wat werk aan de winkel…

De SPD zet in op de huidige burgemeester Michael Müller – in vergelijking tot zijn voorganger Klaus Wowereit een kleurloze man, maar wel iemand die als betrouwbaar wordt bestempeld. Hij heeft overigens vóór de verkiezingen al wel gezegd dat een verlenging van de coalitie er niet in zit en heeft daarmee de consequenties getrokken uit de uitermate moeizame samenwerking met de CDU.

Natuurlijk spelen het vluchtelingenvraagstuk en de vermeende islamisering van Duitsland een grote rol bij deze verkiezingen. Berlijn nam afgelopen jaar rond 80.000 vluchtelingen op, dit jaar zijn het er tot nu toe beduidend minder. Dat lijkt niet extreem veel in verhouding tot het aantal inwoners (rond 3,5 miljoen), maar de manier waarop de plaatselijke overheid de komst van de vluchtelingen eind vorig jaar aanpakte was desastreus en leidde tot een polarisatie in de maatschappij, net zoals men dat in Nederland ook ziet. Er waren dit jaar dan ook talrijke demonstraties – vóór en tegen de vluchtelingenpolitiek van Angela Merkel.

Daarbij is Berlijn toch gewend aan het verschijnsel vluchteling. Vlak na de Tweede Wereldoorlog stroomden 2,5 miljoen mensen vanuit de in het oosten verloren gegane gebieden richting westen. Voor deze groep werd overigens niet het begrip “Flüchtling”, maar het ook nu nog gebruikelijke woord “Vertriebener” gebruikt. En inderdaad, deze mensen werden verdreven uit wat eeuwenlang hun vaderland was geweest. Ook daarna bleef het thema vluchteling nog jarenlang op de agenda staan door de vele honderdduizenden DDR-burgers die hun land tussen 1949 en 1961 verlieten, op zoek naar betere levensomstandigheden in het westen. Deze uittocht leidde zoals bekend uiteindelijk tot de bouw van de Berlijnse Muur. En ook in de tijd van 1961 tot 1990 kwam de stroom niet helemaal tot stilstand: er waren geslaagde vluchtpogingen, sommige DDR-burgers werden door het Westen vrijgekocht, anderen kwamen met toestemming van de Oostduitse overheid.

In de tamelijk afgelegen wijk Marienfelde in het zuiden van de stad herinnert een bescheiden museum aan die periode. Het museum heeft een nogal omslachtige naam: Erinnerungsstätte Notaufnahmelager Marienfelde en bevindt zich op de plek waar tot 1990 vluchtelingen uit de DDR werden opgevangen. In totaal verlieten ca. 4 miljoen mensen in een tijdsbestek van 40 jaar de DDR richting West-Duitsland en West-Berlijn, waarvan rond 30% in Marienfelde belandde.

Het is misschien wel een goed idee om in de huidige tijd nog eens stil te staan bij deze episode uit de Duitse geschiedenis. Het museum in Marienfelde is niet spectaculair, maar het geeft wel een goed beeld van de omstandigheden van toen en hoe er destijds met de vluchtelingen werd omgegaan. De opvang was vrij sober, maar efficiënt. Wat bij de meeste mensen overheerste was de blijdschap, in het land van hun dromen te zijn aangekomen en de daarmee verbonden startproblemen werden veelal op de koop toe genomen. In zoverre verschillen de vluchtelingen van toen niet zo zeer met de vluchtelingen van nu.

Verder gaat deze vergelijking natuurlijk nogal mank: de mensen uit de DDR – die overigens niet Flüchtlinge en ook niet Vertriebene, maar Übersiedler (migranten) werden genoemd – spraken immers dezelfde taal en het was de tijd van het Wirtschaftswunder, wat de integratie in de arbeidswereld natuurlijk bespoedigde. Zoals gezegd lag het aantal vluchtelingen ten tijde van de Berlijnse Muur uiteraard een stuk lager, zodat van een Duits-Duits vluchtelingenprobleem gedurende die periode niet echt gesproken kon worden. Echter, toen na de val van de Berlijnse Muur en de daaropvolgende ineenstorting van de Oostduitse economie veel DDR-burgers hun heil in het westen zochten leidde dit vrij spoedig tot spanningen op de arbeidsmarkt, die in West-Duitsland toen sowieso al onder druk stond. In feite is dit de situatie die wij ook op dit ogenblik nog kennen.

Het museum in Marienfelde is te vinden op de Marienfelder Allee 66/80 en is te bereiken met S-Bahn lijn 2 (station Marienfelde, hiervandaan ca. 10 minuten te voet). Het is van dinsdag t/m zondag van 10.00-18.00h geopend en de toegang is gratis. Marienfelde is niet het meest spectaculaire gedeelte van Berlijn: er is nog het Freizeitpark Marienfelde te vinden dat op de grens met Brandenburg ligt, op een vroegere vuilstortplaats werd gebouwd en een ideale plek is om even tot rust te komen. Het Duits heeft hiervoor trouwens een aardig woord: entschleunigen – het tegendeel dus van beschleunigen, dat optrekken of accelereren betekent. In Marienfelde is ook de oudste dorpskerk van Berlijn te vinden: deze stamt uit de eerste helft van de 13e eeuw. Maar erg veel meer heeft deze wijk de gemiddelde toerist niet te bieden.

Terug naar de tegenwoordige tijd: het gezicht van de welbekende East Side Gallery is de laatste jaren veranderd. Er staat nu een hek voor dit rond 1,3 km lange restant van de Berlijnse muur en er zijn enkele openingen ontstaan. Nog opvallender is het feit dat een gedeelte van het stuk niemandsland tussen de Muur en de rivier de Spree inmiddels bebouwd is. Dat leidde een aantal jaren geleden tot heftige, maar vergeefse protesten.

Nog tot eind september wordt de achterzijde van het laatste stuk van de East Side Gallery voor een wel heel speciale open air tentoonstelling gebruikt. Het is bepaald geen vrolijke aanblik als u voor deze expositie staat: over een lengte van ruim 300 meter worden hier opnamen van de oorlog in Syrië getoond. Te zien zijn verwoeste huizen en straten en foto’s van verwonde en verminkte mensen, daaronder veel kinderen. Het zijn huiveringwekkende beelden, die de abstractie van de ver-van-mijn-bed oorlog onverhoeds vervangen door de nauwelijks te bevatten werkelijkheid.

De expositie is van de hand van de gerenommeerde fotograaf Kai Wiedenhöfer, die al tweemaal een World Press Photo Award in de wacht wist te slepen. Een aantal jaren geleden was op deze plek al eens zijn Wall on Wall te zien, met indringende beelden die tonen hoe muren mensen scheiden. De huidige expositie heeft hij in navolging hiervan War on Wall genoemd. Net als destijds vindt de groep kunstenaars die de East Side Gallery in stand houden (Künstlerinitiative East Side Gallery) de tentoonstelling onacceptabel omdat deze het aanzien van hun project zou schaden, ook al is deze aangebracht aan de achterkant, die in dit verband ook wel West Side Gallery wordt genoemd.

Berlin ist ein Dorf! Dat is een uitdrukking die je hier regelmatig hoort. Er wordt eigenlijk mee bedoeld dat je, ondanks de grootte van de stad en ondanks de 3,5 miljoen inwoners, toch vaak ergens in de stad toevallig mensen tegen het lijf loopt die je kent. Het gebeurt mij inderdaad ook nogal eens. Maar je kunt het ook letterlijk opvatten: Berlijn bestaat in de huidige vorm nog geen 100 jaar en is een mix van de oude stadskern (Mitte, Tiergarten enz.), tot dan toe zelfstandige gemeentes zoals Charlottenburg en Schöneberg, en tenslotte een aantal gebieden die eenvoudigweg aan Berlijn werden toegevoegd (Steglitz, Tempelhof en andere). Dit verklaart waarom Berlijn niet één centrum heeft, maar meerdere en dat er daarnaast ook nu nog diverse dorpskernen zijn te vinden, zoals die van Lübars en Alt-Marzahn.

De beide foto’s hierboven zijn echter in het hart van de wijk Dahlem gemaakt, in het zuidwesten van Berlijn. Hier is de Domäne Dahlem te vinden, een parel in de grote stad en een bron van rust. U komt hier vanaf het centrum met de U-Bahn lijn 3, uitstappen op het station Dahlem-Dorf (nomen est omen). Het is nog niet eens zo gemakkelijk te zeggen wat de Domäne nu precies is. Het is in ieder geval een landgoed, een landbouwbedrijf, maar ook een openluchtmuseum. Bovendien heeft de Domäne het begrip ecologie hoog in het vaandel staan.

Op het ca. 16 hectare grote gebied zijn veeteelt, akkerbouw en tuinbouw te vinden, net zoals dat hier 800 jaar geleden al het geval was. Er worden rondleidingen over het terrein aangeboden (ook in het Engels), markten zijn er gedurende het hele jaar en in het zogenoemde Herrenhaus vinden regelmatig concerten plaats. Dit fraaie pand stamt uit de 16e eeuw en wordt als het oudste nog behouden woonhuis in Berlijn beschouwd.

Tegenwoordig is hier een alleraardigst museum gevestigd, dat op de benedenverdieping onder andere een oude kruidenierszaak laat zien die zó uit een tekening van Anton Pieck lijkt te zijn weggelopen. Het aardige is dat de kruidenier van destijds ten tonele verschijnt zodra je hier een voet over de deur zet. Erg leuk gedaan! De rest van het kleine museum houdt zich eveneens met levensmiddelen en aanverwante zaken bezig.

Schuin tegenover het Herrenhaus bevindt zich sinds kort het Culinarium, dat zich eveneens met voeding bezighoudt. Het is in de voormalige paardenstal van de Domäne gevestigd en je ziet dat de bedenkers hier met hart en ziel te werk zijn gegaan.

Bovendien is het Culinarium grotendeels interactief, zodat de informatie over voedsel, gezondheid en ecologie spelenderwijs aan de man wordt gebracht. Het is daarom ook uitermate geschikt voor kinderen, temeer daar men een speciale etage voor hen heeft ingericht.

Het museum heeft een klein winkeltje met allerlei snuisterijen en aan de ingang nabij het U-Bahn-station is de Hofladen gevestigd, waar u biologisch voedsel kunt kopen. Bedenkt u wel dat de winkel ’s zaterdags maar tot 13.00h is geopend en op zondag de gehele dag gesloten blijft.

Niet al te ver hier vandaan is nóg een markant dorp binnen de stadsgrenzen van Berlijn te vinden: het Museumsdorf Düppel. Het ligt net als de Domäne Dahlem in de wijk Steglitz-Zehlendorf, maar dan wel in het uiterste zuidwesten, pal nabij het sjieke dorpje Kleinmachnow. Ook Düppel is een openluchtmuseum, maar met een andere doelstelling. Het wil een indruk geven van het leven zoals zich dat hier heeft afgespeeld rond de tijd dat Berlijn ontstond. We hebben het hier dus over de 13e eeuw, want het geboortejaar van de stad wordt met 1237 aangegeven.

De behuizingen die u hier ziet zijn gebouwd aan de hand van archeologische vondsten die op deze plek zijn gedaan en zijn, met onze blik vanuit de 21e eeuw, niet bepaald gerieflijk te noemen. Ook de ambachten van toen herleven in Düppel net als de wijze waarop in de middeleeuwen de landbouw werd beoefend. Zo is er een smidse te vinden, een pottenbakkerij, een weverij en een rietvlechterij. De nadruk ligt echter op de manier waarop het land werd bewerkt en daarbij past maar één conclusie: het leven in de middeleeuwen was zwaar.

Maar er was ook nog wel plaats voor wat ontspanning in de vorm van muziek en dans, die 800 jaar later hier in Düppel herleven. Elke zondag om 11.00h is er bovendien een rondleiding door het dorp, en meestal zijn er dan nog andere activiteiten, zoals een kookcursus, een oogstfeest en de dag van de vogeltrek. Net als in de Domäne Dahlem is hier voor de natuurliefhebber en voor mensen die zich voor geschiedenis interesseren veel te ontdekken. Düppel wordt vrijwel uitsluitend door vrijwilligers gerund en is daarom alleen in de weekends en op feestdagen geopend.

download route als GPX download route als KML

September is in Berlijn vaak een erg mooie maand. Het is dan niet meer zo heel warm, maar er is gewoonlijk veel zon en meestal weinig wind. Ideaal weer dus voor een fietstocht. Ik heb een tijdje terug weer eens de route Kurfürstendamm-Potsdam en terug gedaan en kan u deze rit van ruim 50 km van harte aanbevelen. De route voert grotendeels over rustige, geasfalteerde straten. Er zitten flinke stukken bij waar auto’s niet zijn toegestaan, zoals de Kronprinzessinnenweg die van S-Bahnhof Grunewald dwars door het Grunewald naar de Wannsee voert en in totaal bijna 10 km lang is, en daarom bij fietsers en skaters erg geliefd is.

Maar het mooiste gedeelte is toch wel het gedeelte tussen de Große Wannsee en de Glienicker Brücke. Let er op dat u van de Kronprinzessinnenweg rechtsaf de Königstrasse neemt en dan na een paar honderd meter weer rechts de straat die Strasse am Großen Wannsee heet. Als u de bordjes ziet die verwijzen naar de Liebermann-Villa en het Haus der Wannseekonferenz bent u op de goede weg. Over beide heb ik hier al eens iets geschreven.

Op een gegeven moment ziet u een pad met aan het eind hiervan een groot beeld van een leeuw (van achteren gezien). Dit pad neemt u en slaat dan aan het eind linksaf, maar niet zonder eerst het mooie uitzicht op de Wannsee te hebben bewonderd. Aan de overkant ziet u het Strandbad Wannsee, het grootse binnenstrand van Europa.

Vanaf dit punt rijdt u enkele kilometers lang door een lieflijk terrein, met het water steeds aan uw rechterhand. Het uitzicht is steeds weer anders en verveelt nooit. Mocht u onderweg een kleine pauze willen inlassen: geen probleem, want u komt langs diverse uitspanningen, waarvan Moorlake waarschijnlijk wel de bekendste is. Hier is de tijd vrijwel stil blijven staan: het ziet er nog net zo uit als in de jaren 80, toen de Muur hier nog stond en je aan het eind van deze weg alleen maar linksaf kon slaan, terug naar het westen. Nu nemen we echter de weg naar rechts, de Glienicke brug op die ons rechtstreeks naar Potsdam voert.

De weg terug gaat via de hierboven al genoemde wijk Zehlendorf en langs de Botanischer Garten komt u dan weer terug in Charlottenburg – het uitgangspunt van deze tocht. Een perfecte pleisterplaats op de weg terug is de Königliche Gartenakademie in de Altensteinstrasse, waarover ik hier al eens iets heb verteld. Het ligt vrijwel op uw weg terug en ik kan het ten zeerste aanbevelen (let op: ’s maandags gesloten!).

Op de achtergrond ziet u het Käthe-Kollwitz museum in de Fasanenstrasse, dat dit jaar 30 jaar bestaat. Käthe Kollwitz is in Nederland niet al te bekend, in Duitsland des te meer – en wordt daar als één van de grootste kunstenaressen van de 20e eeuw beschouwd. Ze leefde van 1867 tot 1945 en werd al op vrij jonge leeftijd bekend door de etsen die ze over sociale misstanden in Berlijn maakte.

Haar jongste zoon Peter viel in de Eerste Wereldoorlog, nog geen 18 jaar oud. Kollwitz legde zich daarna vooral toe op beeldhouwwerken die het oorlogsleed tot uitdrukking brachten. Beroemd zijn de sculpturen van de treurende ouders en van de moeder die haar dode kind vasthoudt.

Een kopie van deze zogenoemde Piëta is in de Neue Wache aan de boulevard Unter den Linden te zien. Dit door Schinkel ontworpen wachthuis was ten tijde van de DDR hèt symbool van het anti-fascisme. Er brandde een eeuwige vlam (althans tot 1990) en het wisselen van de wacht was altijd een speciaal gebeuren. Die tijden zijn voorbij, al is het gebouw ook nu nog een plek ter nagedachtenis aan slachtoffers van oorlog en geweld.

Käthe Kollwitz heeft meer dan 50 jaar in Berlijn gewoond en een groot deel van haar werk is dan ook hier ontstaan. Ten tijde van de DDR was haar werk in het oosten van Berlijn alom zichtbaar, in het westen daarentegen niet of nauwelijks. Het is aan het privé-initiatief van een aantal kunstminnende mensen te danken dat er halverwege de jaren tachtig een eigen museum in West-Berlijn kwam. Het uit 1871 stammende pand waarin het museum is gevestigd, had eigenlijk moeten wijken voor een verbreding van de weg: onbelemmerd autoverkeer óók in het centrum was toen nog een heilige koe. Ik kan mij de discussies van destijds nog wel herinneren. Gelukkig werden die plannen verijdeld en kon met steun van onder andere de stad Berlijn het museum worden gerealiseerd.

Op de eerste foto zag u voor het museumgebouw al een tuin met een terras. Dit is een uitermate geliefde plek in de City-West en op een mooie zondag is hier gegarandeerd geen plek meer te krijgen. Het terras behoort bij de populaire Wintergarten, waar werkelijk lekkere bistrogerechten en prima wijnen worden geserveerd. Beroemd is de grote keus aan gebak.

De Wintergarten wederom is onderdeel van het Literaturhaus Berlin is, dat zich door middel van lezingen en exposities voor de verbreiding van Duitse en internationale literatuur inzet. Het Literaturhaus is gevestigd in een fraaie villa gebouwd aan het eind van de 19e eeuw, de zogenoemde Gründerzeit.

Hier is ook boekhandel Kohlhaas gevestigd, die zich op kunst en cultuur, maar ook op de Duitse geschiedenis heeft gespecialiseerd. Ook dit huis had er overigens aan moeten geloven als de plannen om de weg te verbreden waren uitgevoerd. Gelukkig is het allemaal anders gelopen en kunnen wij ook anno 2016 genieten van deze unieke mix van kunst, cultuur, literatuur en gastronomie in een ambiance van pure rust. En dat alles in hartje West-Berlijn: de Kurfürstendamm ligt letterlijk op een steenworp afstand. Zo bezien is Berlijn inderdaad een dorp.

A propos dorpsverhalen: het is vandaag (5 september 2016) precies 10 jaar geleden dat de eerste steen werd gelegd voor het onvolprezen vliegveld BER. Tegen beter weten in wordt oplevering eind 2017 nog steeds als mogelijkheid genoemd, maar iedereen weet dat het op zijn vroegst 2018 wordt. De Lufthansa heeft zich nu tegen eind 2017 uitgesproken, omdat het dan wel eens slecht weer zou kunnen zijn en ziet in plaats hiervan de zomer van 2018 als ideaal tijdpunt. Ik vermoed dat dit argument binnenkort dankbaar zal worden aangegrepen om de onvermijdelijke verschuiving naar 2018 te rechtvaardigen. Waarin een groot dorp klein kan zijn…

vorig verhaal:

bouwen in Berlijn

Plaats een reactie