Zonder al te veel op details te willen ingaan wil ik het deze keer even met u over de Treuhandanstalt hebben, een instantie die begin 1990 in het leven werd geroepen met de opdracht staatsbedrijven van de vroegere DDR te privatiseren, om deze dan de vrije markteconomie van het westen binnen te loodsen. Dat was uiteraard een gigantische opgave, die bovendien zonder precedent was. Het ging om heel veel, niet in het minst om vele honderdduizenden banen die op het spel stonden.
Rond 25 jaar later is de vraag of de Treuhand haar taak met succes heeft volbracht of juist niet moeilijk te beantwoorden: het hangt er maar vanaf wie je deze vraag stelt. Vele DDR-burgers hebben hun baan verloren omdat het bedrijf waar zij werkzaam waren stil werd gelegd (abgewickelt) of voor een appel en een ei aan buitenlandse investeerders werd verkocht.
In Berlijn zijn nog steeds veel lege en vervallen fabrieken en gebouwen te vinden waarin tot 1990 bedrijven gevestigd waren die de sprong naar het kapitalisme destijds niet hebben weten te maken. De invoering van de D-Mark op 1 juli 1990 in de DDR betekende voor veel van die bedrijven de genadeslag, omdat ze hierdoor van de ene dag op de andere niet meer concurrerend waren.
Een goed voorbeeld van dat verval is te vinden in Grünau, een wijk in het zuidoosten van Berlijn die bij toeristen niet heel erg bekend is, maar eigenlijk beter verdient. U ziet hierboven beelden van wat er is overgebleven van twee lokalen die prachtig zijn gelegen aan de Dahme, een zijrivier van de Spree. Bovenaan het Gesellschaftshaus Grünau dat uit 1875 stamt en vele jaren lang een geliefde uitspanning was, vooral ook ten tijde van de DDR. In 1991 werd de stekker er uit getrokken en het gebouw wordt sindsdien aan het verval prijs gegeven. Daaronder een foto van Riviera, een dansgelegenheid die zo mogelijk nog bekender is dan het Gesellschaftshaus, uit dezelfde tijd stamt (1888) en een zelfde lot beschoren was.
Er worden weliswaar pogingen ondernomen beide lokalen te redden: hiervoor werd zelfs een speciale website in het leven geroepen, maar het ziet er naar uit dat dit vergeefse moeite zal blijken te zijn. Het stadsbestuur heeft een nieuwe investeerder gevonden, die er een bejaardentehuis van wil maken. Dat daarbij het karakter van de beide historische panden volledig verloren zal gaan speelde bij het verlenen van de bouwvergunning blijkbaar geen al te grote rol.
U vindt beide lokalen in de Regattastrasse, die zo’n 3 km parallel met de Dahme verloopt. U komt hier het beste met de S-Bahn (lijn S46, uitstappen op station Grünau) en bent dan via de Wassersportallee binnen enkele minuten aan het water.
Zoals de straatnaam al doet vermoeden werden hier in het verleden roeiwedstrijden gehouden, met name ook tijdens de Olympische Spelen van 1936. Zoals op de foto is te zien verkeren de tribunes inmiddels niet meer in al te beste staat. Maar er is hoop, want de stad heeft geld uitgetrokken voor het herstel: in 2019 moet alles klaar zijn en dan wordt ook het momenteel gesloten watersportmuseum heropend.
Een kleinood is schuin aan de overkant van het Gesellschaftshaus te bewonderen: ik doel op Kaffee Liebig, het enige café in Berlijn dat in de oorspronkelijke Jugendstil bouw bewaard is gebleven.
De koffie is prima, het gebak is heerlijk en de inrichting is een lust voor het oog. Met veel liefde en oog voor details is hier een koffiehuis ontstaan waarop men in Wenen jaloers zou zijn.
De pièce de résistance is de fraaie bar, met een prachtige kassa die nog uit de 19e eeuw stamt. In mijn ogen is alleen dit café al een bezoekje aan Grünau waard. Let u er wel op dat Kaffee Liebig pas vanaf half elf (in het weekend en op feestdagen zelfs pas vanaf twaalf uur) is geopend. Koffie drinken doe je in Duitsland nu eenmaal om vier uur ’s middags en niet om elf uur ’s morgens zoals in Nederland.
Het is overigens de moeite waard de Regattastrasse (en het verlengde hiervan, dat dan Sportpromenade heet) in oostelijke richting te verkennen. U loopt hier vlak langs het water (de Dahme) met aan de oever fraaie gebouwen, die opvallend vaak de domicilie van een roeivereniging blijken te zijn.
Voorts is hier het onvolprezen Strandbad Grünau te vinden, waar nog steeds een beetje de DDR-sfeer van vroeger is terug te vinden. Kort daarna komt men bij de Bammelecke, waar men een fraai uitzicht op de rivier heeft. U kunt vanaf hier nog verder doorlopen in de richting van het Karolinenhof totdat u ter hoogte van de roeivereniging Rotation Berlin een weg ziet die naar het natuurgebied Krumme Lake voert (niet te verwarren met de Krumme Lanke, een meertje in het westen van de stad). U bereikt via dit prachtige gebied dan uiteindelijk weer het S-Bahn station Grünau.
download route als GPX download route als KML
Zoals u op de kaart kunt zien wordt het op die manier een behoorlijke wandeling, maar de rust en het natuurschoon vergoeden veel: Grünau is wat mij betreft een stukje Berlijn dat ten onrechte een beetje van de kaart is verdwenen.
Bovendien komt u onderweg nog een aardige pleisterplaats tegen: Hannf’s Ruh, een café aan het eind van het natuurgebied. Let u er wel op dat het café dinsdags gesloten is – iets waaraan ik niet had gedacht toen ik hier onlangs was.
Mocht de weg terug u net iets te lang zijn kunt u ook tram 68 nemen (halte Richtershorn), die u binnen enkele minuten terugbrengt naar het S-Bahn station van Grünau. Het is trouwens één van de weinige tramlijnen die ik ken die door een bos rijden!
De Berlijnse Muur is inmiddels sinds vele jaren geschiedenis: hij is zelfs al langer verdwenen dan dat hij er is geweest (ruim 28 jaar: van augustus 1961 tot november 1989). Op drie plaatsen zijn er nog noemenswaardige restanten van de muur te vinden: bij de gedenkplaats in de Bernauer Straße, waarover ik hier al eens wat heb geschreven; bij de openluchtexpositie Topographie des Terrors die ik hier al eens noemde en natuurlijk de East Side Gallery die gegarandeerd uitvoerig in uw reisgids wordt besproken.
Onlangs werd bekend dat in Schönholz (ligt in de wijk Pankow) nog een ca. 80 meter lang stuk van de oorspronkelijke Berlijnse muur is te vinden dat tot op heden over het hoofd was gezien. De Berlijnse muur van 1961 verschilde nogal van de betonnen versie uit latere jaren en er werd aanvankelijk ook gebruik gemaakt van al bestaande barrières. In feite ligt dit stukje muur in de wijk Reinickendorf, dus in wat destijds de Franse sector van West-Berlijn was. Dat was vermoedelijk geen opzet, maar is waarschijnlijk simpelweg te wijten aan een topografische fout van de DDR-autoriteiten van destijds. Na het bekend worden van deze vondst eind januari liep het hier storm met bezoekers, waarvan velen als souvenir een stukje van deze muur probeerden mee te nemen. In aller ijl werd er daarom een hek omheen gezet en inmiddels wordt er hard over nagedacht dit plekje Berlijn onder monumentenzorg te laten vallen.
Voor iedereen die in de geschiedenis van Berlijn is geïnteresseerd is dit natuurlijk wel een aardig weetje, maar ik kan u toch niet helemaal met een gerust hart aanraden hier eens langs te gaan. Er is gewoon niet erg veel te zien: een Aldi supermarkt en om de hoek plotseling een fraai, maar verwaarloosd en dichtgetimmerd pand, waarvan je je afvraagt of hiernaar ooit nog een hand zal worden uitgestoken.
Mocht u desondanks dit stukje Berlijn met een bezoek willen vereren: u komt hier het eenvoudigst met de S-Bahn (lijn S1 van Potsdam via Friedrichstraße naar Oranienburg), uitstappen op het station Berlin-Schönholz. Het nu ontdekte stuk muur staat pal achter het station. Een klein stukje verderop, aan het eind van de Provinzstraße, ligt een tamelijk uitgestrekt park: de Schönholzer Heide.
Aan de westelijke kant van dit park bevindt zich een Russisch oorlogsmonument – één van de drie die er in Berlijn na de Tweede Wereldoorlog zijn gebouwd. Het is weliswaar een stuk minder bekend dan de veel centraler gelegen monumenten in het Treptower Park en in Tiergarten, maar is toch haast net zo indrukwekkend. Het werd kort na de Tweede Wereldoorlog gebouwd ter nagedachtenis aan de 80.000 Russische soldaten die tijdens de slag om Berlijn in april 1945 om het leven kwamen, en waarvan er hier ongeveer 13.000 zijn begraven.
Schönholz ligt in de buurt van Lübars, waarover ik de laatste keer al eens wat heb geschreven, zodat u beide plaatsen goed kunt combineren. Vanaf station Berlin-Schönholz neemt u de S-Bahn richting Oranienburg en stapt u uit op het station Waidmannslust. Bus 222 brengt u dan in 10 minuten naar Lübars. Het station ligt aan de S1 die tussen Potsdam en Oranienburg rijdt. Ten tijde van de Berlijnse Muur reed de S-Bahn alleen tussen Wannsee en de sjieke wijk Frohnau, in het uiterste noorden van West-Berlijn, en net als bij de U-Bahn werd er natuurlijk niet gestopt op de op Oost-Berlijns grondgebied liggende stations, daaronder ook Berlin-Schönholz.
Niet ver van het Rote Rathaus (stadhuis) en de Nikolaikirche is op de Molkenmarkt in de wijk Mitte de Alte Münze te vinden, waar tot een aantal jaren geleden inderdaad nog munten werden geslagen – zoals de naam al doet vermoeden. Aanvankelijk waren dat Reichsmark (ten tijde van Nazi-Duitsland), dan Mark der DDR (zoals de valuta van Oost-Duitsland officieel heette) en tenslotte D-Mark en Euro. Een aantal jaren geleden werd de productie hier stopgezet en naar de wijk Reinickendorf in het noordwesten van Berlijn overgebracht.
Sindsdien wordt het gebouw vooral voor culturele activiteiten gebruikt. Hier zijn onder andere de Spreewerkstätten gevestigd, een verbond van kunstenaars van diverse pluimage. Sinds kort wordt hier op de tweede etage onder de naam contemporary opportunities ruimte aan jonge kunstenaars ter beschikking gesteld om hun projecten aan een groter publiek voor te stellen.
De spits werd afgebeten door twee jonge kunstenaressen, die verbeelden hoe vrouwelijke soldaten op hun inzet in crisisgebieden worden voorbereid. Daarbij lopen realiteit en fictie door elkaar heen: geen fictie maar bittere werkelijkheid was overigens het feit dat één van de vrouwen bij een oefening haar eigen graf moest graven en daarbij op een blindganger stootte. Nog te zien tot en met 7 april.
Om de hoek (in de straat Am Krögel) is voorts nog het Direktorenhaus gevestigd, een bekende kunstgalerij. De naam verwijst naar het feit dat de directie van de Berlijnse munt hier vroeger haar kantoren had.
Maar het pand is bij het grote publiek de laatste jaren vooral bekend geworden door de multimedia shows die er worden georganiseerd. In het verleden werden hier al hommages gebracht aan onder anderen Jeroen Bosch en Vincent van Gogh, waarover ik hier al eens iets heb geschreven.
Deze keer is het de beurt aan schilders van het eind van de 19e eeuw, met daarbij het accent op een aantal beroemde impressionisten en post-impressionisten zoals Monet, Degas en Gauguin. Beelden en geluid, verpakt in een diashow, geven de toeschouwer een indruk van het werk van deze kunstenaars. Met een bezoek aan een museum mag een dergelijke show echter niet worden vergeleken!
Deze multimediale shows zijn erg succesvol en de huidige show werd uiteindelijk met een half jaar verlengd: u kunt hier nog tot en met 30 juni 2018 terecht. Tegenover de ingang vindt u een alleraardigst cafeetje, de Greens. Veel groen, een oase in een urbane omgeving, en een uitstekende (maar niet heel goedkope) soep van de dag. In ieder geval een bezoek waard.
We zijn hier in het Klosterviertel, één van de oudste wijken van Berlijn. Aan de overkant van de drukbereden Grunerstrasse ziet u de Nikolaikirche, waarvan een gedeelte nog uit de 13e eeuw stamt. Hier is ook het huidige stadhuis van Berlijn te vinden: het bekende Rote Rathuis. Daarbij moet worden aangemerkt dat de kleur rood naar het gebouw zelf verwijst, en niet naar een politieke voorkeur.
Wij steken de Stralauer Straße over (let op: veel verkeer) en komen zo bij het imposante Alte Stadthaus dat in de 19e eeuw werd gebouwd omdat in het snelgroeiende Berlijn van die tijd het Rote Rathuis aan zijn grenzen stootte. Ten tijde van de DDR was hier de ministerraad gevestigd: tegenwoordig zijn er plaatselijke overheidsinstanties gehuisvest.
Op de hoek met de Parochialstrasse slaan wij rechtsaf en komen zo bij de uit het eind van de 17e eeuw stammende Parochialkirche uit. De kerk werd tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd en pas vanaf de jaren negentig gerestaureerd. In 2016 werd als laatste ook het beroemde carillon weer in ere hersteld. Het bestaat uit ruim 50 klokken, die overigens door een Nederlandse firma werden gegoten.
Nog tot half mei is hier een wel heel bijzondere tentoonstelling te zien. De fresco’s in de Sixtijnse Kapel, het levenswerk van Michelangelo, worden hier als op ware grootte gemaakte reproducties gepresenteerd. Het idee stamt uit Amerika, naar verluidt omdat iemand daar er genoeg van had in het Vaticaan op een flinke afstand en met zijn hoofd in zijn nek de plafondschilderingen te bekijken – en toen maar besloot het werk van Michelangelo op deze manier te presenteren! De man heet Martin Biallas, noemt zichzelf visionair en op zijn website vindt u nog veel meer foto’s van deze en andere door hem geïnitieerde projecten.
Hoe het ook zij, het is wel een een tamelijk bijzondere expositie, en hier in de Parochialkirche kom je inderdaad vlak bij de werken, daaronder Het Laatste Oordeel en De Schepping. De bedoeling is dat deze tentoonstelling de hele wereld over trekt: onder andere Shanghai, New York en Wenen werden al aangedaan. Een minpuntje zijn helaas de hoge toegangsprijzen: 16,50 euro voor volwassenen en 8,50 euro voor kinderen vanaf 6 jaar.
De Parochialkirche heeft een kleine, maar erg fraaie begraafplaats. Als u deze oversteekt komt u aan de achteruitgang uit op de Waisenstrasse. Hier zijn nog resten te vinden van de uit de middeleeuwen stammende Berlijnse stadsmuur.
En haast net zo oud is het restaurant dat u op de hoek van de Parochialstrasse vindt: Zur letzten Instanz (= in laatste instantie) dat al sinds 1621 bestaat en zich het oudste restaurant van Berlijn mag noemen. De huidige naam kreeg het lokaal echter pas in 1924, vermoedelijk omdat toen om de hoek in de Littenstrasse een gerechtsgebouw in gebruik werd genomen.
De inrichting van het restaurant is sfeervol, de keuken is Berlijns. Dat betekent in de regel: voedzaam eten, waarbij vlees een belangrijke rol speelt. Alle gerechten zijn overigens naar juridische begrippen vernoemd, zoals justitiële dwaling, kruisverhoor en getuigenverklaring. Grappig in dit verband is het feit dat het Duitse woord “Gericht” zowel gerecht als ook rechtbank kan betekenen!
Ik heb op deze plek al vaker over de veranderingen in het centrum van West-Berlijn geschreven: het meest recentelijk hier. En er is sindsdien weer het één en ander gebeurd: de bouw van het zeer in het oog springende Upper West is inmiddels voltooid. Samen met het er vlak naast gelegen Zoofenster is dit Hochhaus het visitekaartje van het nieuwe, moderne West-Berlijn. Beide gebouwen hebben een hoogte van bijna 120 meter en behoren daarmee tot de hoogste van heel Berlijn.
In de Upper West is onder andere het Motel One gevestigd, dat op de 10e verdieping een vrij toegankelijke bar heeft, met een groot terras dat een fraai uitzicht biedt op de Kurfürstendamm en de Tauentzienstraße. Schuin aan de overkant in het Bikini Haus is de befaamde Monkey Bar te vinden, waarover ik hier al eens wat heb geschreven. De Monkey Bar is uitermate populair (vooral bij toeristen), zodat het er meestal stampvol is en je een tijdje in de rij moet staan voordat je naar binnen mag. Bovendien zijn de prijzen behoorlijk gepeperd.
Het uitzicht dat de One Lounge in Motel One biedt is zo mogelijk nog wat spectaculairder dan dat van de Monkey Bar, maar het grote voordeel is vooral dat het nog niet zo heel bekend is en het er dus een stuk rustiger is. Geen wachttijden – althans niet de beide keren dat ik er was.
De bar heeft als motto “cinema”, wat zeker te maken heeft met het feit dat aan de overkant het beroemde Zoo Palast is te vinden, één van de oudste en bekendste bioscopen in Berlijn. Het beschikt over zeven zalen en het ziet er hier na de grote opknapbeurt van een aantal jaren geleden prima uit. Vervelend alleen dat de meeste films in Duitsland worden nagesynchroniseerd – één van de weinige dingen hier waaraan ik nooit heb kunnen wennen.
Tenslotte nog een tip voor de fietsliefhebbers onder u: binnenkort is het weer tijd voor het fietsfestival VELOBerlin, dat dit jaar op 14 en 15 april a.s. op het voormalige vliegveld Tempelhof zal worden gehouden. De foto’s hierboven zijn van vorig jaar, toen de VeloBerlin nog in twee hallen van het Messegelände was ondergebracht. De verhuizing naar het open veld van Tempelhof zal ongetwijfeld nog meer bezoekers dan in vorige jaren trekken. Het aantal exposanten is enorm: ruim 300 bedrijven en merken zorgen ervoor dat alle facetten van het fietsen hier zullen worden belicht.
Berlijn wordt weliswaar meer en meer een fietsstad, maar de stappen die worden genomen zijn nog klein en men kijkt daarom nog steeds met een mengeling van jaloezie en bewondering naar ons. Bij het voetbal lukt het nog niet zo erg, maar Nederland is in ieder geval bij het fietsen Duitsland nog altijd mijlenver vooruit…