een stukje Berlijnse geschiedenis en een Berlijns fenomeen

Hierboven ziet u het U-Bahn station Bayerischer Platz in de wijk Schöneberg. Over Schöneberg heb ik op deze plek al diverse malen wat geschreven: onder andere hier en hier over het gebied rond de Nollendorfplatz en de Eisenacher Straße en hier over het erg fraaie en inmiddels voltooide Naturpark Schöneberger Südgelände op de grens met Tempelhof.

Maar Schöneberg heeft meer te bieden dan alleen maar amusement en natuurschoon en dat is onder andere: geschiedenis. En dan met name de geschiedenis van het lot der Joodse bewoners van Schöneberg in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw. Vooral in het zogenoemde Bayerisches Viertel zijn veel plaatsen te vinden die aan die tijd herinneren.

Met de U-Bahn (lijn 4 en lijn 7) komt u snel op de Bayerischer Platz (de halte heet net zo), het centrum van dit stukje Schöneberg. Lijn 7 heeft overigens het langste traject van heel Berlijn: over een lengte van ruim 30 km met maar liefst 40 stations worden het noordwesten van de stad (Spandau) en het zuidoosten (Rudow) met elkaar verbonden. Je zit dan ook wel een klein uurtje in de trein als je de hele route wilt afleggen.

Werp voordat u het station verlaat vooral even een blik op de kleine expositie in de gangen van en naar het spoor. Op aardige wijze wordt de geschiedenis van de wijk in vogelvlucht gepresenteerd en natuurlijk ontbreekt hier niet de verwijzing naar de beroemde zoon Albert Einstein.

Er zijn overigens plannen U-Bahn lijn 7 van Rudow naar het nieuwe vliegveld BER door te trekken. Op dit idee wordt al 15 jaar lang gebroed, zonder dat dit tot enig tastbaar resultaat heeft geleid. Een struikelblok is vooral de financiering: een gedeelte van deze verlenging loopt door Brandenburgs gebied en die deelstaat heeft er niet al te veel zin in geld in het project te stoppen. Het ziet er dus naar uit dat we het nog vele jaren met alleen maar de S-Bahn moeten doen om met het openbaar vervoer naar BER te komen. Daarbij moet nog worden aangemerkt dat de verlenging van het huidige eindstation Flughafen Schönefeld naar de toekomstige terminal van BER al sinds 2011 beschikbaar is! Sinds dat jaar rijden daar nu dagelijks een paar treinen heen en weer, zodat de rails niet al te stoffig worden…

Lijn 4 bestaat al ruim 100 jaar, maar is wel de kortste van heel Berlijn: er zijn slechts drie haltes tussen Nollendorfplatz en Innsbrücker Platz. Wellicht is het u al eens opgevallen dat er een verschil is tussen de lijnen 1 tot en met 4 en de overige lijnen 5 tot en met 9: de eerstgenoemde lijnen zijn zo’n dertig jaar ouder, er zijn technische verschillen en het opvallendste: de rijtuigen zijn een stuk smaller – wel zo’n 35 cm. En dat is tijdens de spits goed te merken!

Bovenop het station is het café Haberland gevestigd, waar veel informatie over de geschiedenis van deze wijk is te vinden. Helaas werd het café wegens financiële problemen recentelijk gesloten en er wordt nu naarstig naar een oplossing gezocht. Dubbel jammer, omdat hier maandelijks ook erg aardige jazzconcerten werden gehouden.

Als u in geschiedenis geïnteresseerd bent is het wel aardig om de omgeving rond de Bayerischer Platz eens te verkennen. Hier woonden veel beroemdheden, daaronder Albert Einstein, de filmregisseur Billy Wilder, de fotograaf Helmut Newton, de filosoof Walter Benjamin, de wereldkampioen schaken Emanuel Lasker, de psycho-analist Erich Fromm, de politicus Karl Kautsky, de jazzmusicus Coco Schumann en velen meer. Zij allen waren gedwongen de stad waarin zij leefden in de jaren 30 van de vorige eeuw te ontvluchten. De kaart die u hierboven ziet hangt aan de ingang van café Haberland en laat zien waar al deze coryfeeën hebben gewoond.

De beroemdste van allemaal is natuurlijk Albert Einstein, die van 1917 tot 1932 in de Haberlandstraße woonde. In die periode trad hij in het huwelijk met Elsa: zijn nicht, buurvrouw en tweede echtgenote. Het huis bestaat al lang niet meer, in plaats hiervan staat er nu een kleurloos, vrij naargeestig flatgebouw. Alleen een eenvoudige gedenkplaat herinnert hier nog aan hem en dat deze er überhaupt staat is voornamelijk te danken aan de volharding van een Spaanse Berlijner. Het interessante verhaal erachter is hier na te lezen.

Erg opvallend zijn de 80 verschillende “plaatsen der herdenking” (Orte des Erinnerns) die twee Duitse kunstenaars zo’n 25 jaar geleden overal in de wijk aan lantaarnpalen hebben opgehangen. Aan de ene kant zijn steeds kleurige iconen te zien en aan de ommezijde de daarbij behorende, navrante tegenstelling: verboden die door de nazi’s tussen 1933 en 1945 tegen de joodse bevolking werden uitgevaardigd.

De lijst met de 80 verbodsbepalingen is uitermate perfide en laat op indringende wijze zien hoe het leven van de joodse Berlijners eerst lastig, daarna moeilijk en tenslotte volledig onmogelijk werd gemaakt.

De bovenstaande afbeelding stamt uit een met veel liefde en toewijding gemaakte brochure (ISBN 978-3-00-030284-8, tekst grotendeels ook in het Engels), waarin de gedachte achter dit project nader wordt uitgelegd en die alle 80 plaatsen gedetailleerd beschrijft. De brochure wordt tezamen met een grote, uitklapbare kaart van het Bayerisches Viertel geleverd, waarin met een verbazingwekkende precisie de verschillen tussen 1933 en 1993 worden verduidelijkt en waarin alle 80 plaatsen der herdenking zijn terug te vinden.

Natuurlijk vindt u hier ook overal de zogenoemde Stolpersteine (letterlijk: struikelstenen), een project dat aan mensen wil herinneren die tussen 1933 en 1945 slachtoffer van het nazi-regime zijn geworden en waarover ik hier al eens wat heb geschreven. Inmiddels zijn er in Berlijn al bijna 8.000 van deze struikelstenen te vinden – van Frohnau in het uiterste noorden tot aan Müggelheim in het zuiden van de stad, zoals op deze website is te zien.

Vlakbij de Bayerischer Platz vindt u in de Grunewaldstraße 59 een kleine, maar bijzondere boekhandel: de Buchladen Bayerischer Platz, die dit jaar precies 100 jaar bestaat. Deze wordt al sinds 1975 door een resolute en zeer onderlegde dame geleid: Christiane Fritsch-Weith. De grondlegger van de boekwinkel was de joodse intellectueel Benedict Lachmann, die door de nazi’s werd vervolgd en in 1941 in het getto van Lodz (Polen) overleed. Dit type boekwinkels (klein, onafhankelijk, geëngageerd) wordt met uitsterven bedreigd – dat is in Nederland niet anders. Des te verheugender is het dat deze boekhandel aan de Bayerischer Platz de afgelopen jaren al twee keer met de Deutsche Buchhandlungspreis werd onderscheiden.

Vanaf de Bayerischer Platz is het niet ver naar het beroemde Rathaus Schöneberg: de Salzburger Straße verbindt beide met elkaar. Het Rathaus was tot 1991 de zetel van het stadsbestuur van West-Berlijn: sinds die tijd zitten burgemeester en wethouders van het herenigde Berlijn weer in het Rote Rathaus in de wijk Mitte. Hier in Schöneberg hield John F. Kennedy in de zomer van 1963 zijn befaamde toespraak met de nog befaamdere slotzin: “Ich bin ein Berliner”.

Op het plein vóór het stadhuis is overigens elk weekeinde een vlooienmarkt die die naam nog echt verdient en waar afdingen nog tot de goede toon behoort. Het uit het begin van de 2oe eeuw stammende stadhuis raakte tijdens de oorlog zwaar beschadigd, maar werd in de jaren tachtig volledig gerestaureerd.

In het Rathaus is een permanente tentoonstelling te zien die zich eveneens met het lot van de joodse Berlijners bezighoudt. Deze tentoonstelling draagt de naam Wir waren Nachbarn (wij waren buren) en geeft aan de hand van ruim 150 verschillende levenslopen een voorstelling van de verschrikkingen van die tijd. Juist door de strakke, eenvoudige opzet van de expositie zijn de indrukken die de bezoeker opdoet erg transparant en intensief.

Dat wordt onder andere bereikt door de aan weerszijden van de zaal aangebrachte ruim 6,000 briefjes, waarop de namen staan van buurtbewoners die tussen 1933 en 1945 werden gedeporteerd. Opvallend is daarbij dat alle 6.000 briefjes zorgvuldig met de hand zijn geschreven!

Hierboven ziet u de levensloop van de regisseur Billy Wilder, die in 1934 naar de Verenigde Staten emigreerde en daar later met films als Some Like it Hot en The Apartment uitermate succesvol was. De tentoonstelling kan dagelijks (behalve vrijdags) tussen 10.00 en 18.00 uur worden bezocht en de toegang is gratis.

download route als GPX download route als KML

Vanaf het Rathaus Schöneberg voert een aardige wandeling naar het S-Bahn station Yorckstraße/Großgörschenstraße. Daar kunt u dan de S-Bahn naar een ander stukje Berlijn nemen waar ik het deze keer met u over wil hebben: Pergamon! De ongeveer twee km lange route in Schöneberg begint in de Belziger Straße aan de overkant van het Rathaus Schöneberg. Deze straat kruist de Eisenacher Straße en de Akazienstraße, die beide veel restaurantjes en koffiehuizen te bieden hebben en waarover ik hier al eens iets heb geschreven.

Tot mijn favorieten behoren het eetcafé Gottlob (prima eten, maar onbruikbare website) in de Akazienstraße en het hierboven afgebeelde Café Sur, precies op de hoek van de Belziger Straße en de Akazienstraße. In Gottlob is het altijd druk en het is vaak een kwestie van geluk hebben dat je nog een tafeltje krijgt toebedeeld.

De Belziger Straße komt uit op de erg drukke en lawaaierige Hauptstraße. Dat ik u hier toch heen loods heeft met het café Neues Ufer aan de overkant op nummer 157 te maken. Hier verkeerde namelijk David Bowie in de tijd dat hij in Berlijn woonde (van 1976 tot 1978). Het café was ook landelijk bekend, omdat het in 1977 het eerste openlijke homocafé in de oude bondsrepubliek was.

Destijds heette het nog Anderes Ufer, wat een verwijzing is naar de in het Duits gebezigde uitdrukking: Er ist vom anderen Ufer (hij is homoseksueel). Het café werd al snel een trefpunt van bohemiens, kunstenaars en allen die daar bij wilden horen. Tamelijke beroemdheden zoals Nina Hagen, Rio Reiser (een politiek geëngageerde, jong overleden zanger) en ook Iggy Pop zijn namen uit die tijd.

Het café kende woelige tijden, kwam er uiteindelijk weer bovenop en is nog steeds een trekpleister voor veel toeristen: natuurlijk voornamelijk Bowie-fans. De nieuwe eigenaar veranderde de naam van Anderes Ufer in Neues Ufer, wat eveneens een klein woordgrapje is: “zu neuen Ufern aufbrechen” betekent zo veel als: “nieuwe wegen gaan, een nieuw begin maken”. Bowie woonde twee huizen verder op nummer 155, waarin nu een fysiotherapeutische praktijk is gevestigd. Een kleine plaquette herinnert aan die periode en toen hij begin 2016 overleed werd dit stukje Hauptstraße spontaan in David-Bowie-Straße omgedoopt.

Vlak hiernaast is trouwens nog een interessante (antiquarische) boekhandel te vinden: de Bücherhalle op nummer 154. Het is haast net zo aardig hier rond te neuzen als vroeger bij De Slegte in de Vlamingstraat in Den Haag, waaraan deze Bücherhalle mij dan ook nogal deed denken. Om weer weg te komen uit de drukte van de Hauptstraße slaat u direct na de Bücherhalle linksaf de korte Helmstraße in, tot u bij de Crellestraße aankomt. Dit is wel een aardige straat, waar verhoudingsgewijs weinig verkeer is en die gedeeltelijk als voetgangerszone is ingericht.

We gaan eerst even een stukje naar rechts, waar op nummer 5/6 het Museum der Unerhörten Dinge is te vinden. Achter deze naam gaat een nogal eigenaardig en uitermate klein, maar erg interessant museum schuil. Op een oppervlakte van net aan 10 m² wordt hier een aantal merkwaardige voorwerpen gepresenteerd.

Het aardige daaraan zijn de met de objecten verbonden verhalen, waarbij steeds weer de vraag opduikt: is dat nu waar of niet waar? De oprichter en beheerder van het museum, Roland Albrecht, geeft daarop uiteraard geen antwoord.

De verhalen over ongehoorde dingen zoals de identiteitskaart van de in de 16e eeuw levende filosoof Michel De Montaigne of de lettersoep van de Gebroeders Grimm zijn allemaal kostelijk en vaak ook leerrijk. Het is handig als u een beetje met Duits overweg kunt om de pointes te kunnen begrijpen, maar tot mijn verbazing lag er een uitermate uitvoerige Nederlandse catalogus – al zijn niet alle tentoongestelde objecten hierin terug te vinden.

Klein, maar fijn: dat is mijn mening over dit bijzondere museum. De openingstijden zijn weliswaar nogal ongebruikelijk (woensdag tot en met vrijdag tussen 15.00 en 19.00), maar dan treft u hier gegarandeerd Roland Albrecht in zijn kantoortje aan. Hij beantwoordt bereidwillig al uw vragen en de toegang tot het museum is gratis.

Vanaf het museum lopen we weer terug door de Crellestraße, voorbij aan de Helmstraße totdat we bij de Großgörschenstraße uitkomen. Hier nog 10 meter naar rechts en u staat voor de ingang van een begraafplaats met de naam Alter St.-Matthäus-Kirchhof.

Er zijn natuurlijk vele begraafplaatsen in Berlijn. Om precies te zijn: 224! Daaronder bevinden zich talloze die een bezoek waard zijn, al mag dat voor sommigen onder u wat luguber klinken. Dat geldt met name voor het joodse kerkhof in Weißensee, één van de grootste en fraaiste in heel Europa, en de begraafplaats met de moeilijk uit te spreken naam Dorotheenstädtisch-Friedrichswerderscher und Französischer Friedhof in de Chausseestraße , waar veel beroemdheden, onder wie de filosofen Fichte en Hegel, de schrijver Heinrich Mann en de beroemde dramaturg Bertold Brecht, hun laatste rustplaats hebben gevonden. Bezienswaardig zijn natuurlijk ook de drie Russische oorlogsmonumenten, waarvan dat in Treptow wel het bekendste is.

En ook een korte wandeling over het Matthäus-Kirchhof is interessant. Het heeft een nogal onorthodoxe ingang (met café), er zijn opvallende mausoleums te zien en ook hier vindt u diverse beroemdheden uit de Duitse geschiedenis. Eén daarvan is Rudolf Virchow, een uitermate prominente arts, wetenschapper en tevens politicus uit de tweede helft van de negentiende eeuw. Verder liggen hier de ook in Nederland zeker bekende gebroeders Grimm, die natuurlijk naam hebben gemaakt met hun optekeningen van talloze sprookjes, maar als linguïsten vooral ook veel aan de ontwikkeling van de Duitse taal hebben bijgedragen.

Schuin tegenover de begraafplaats ligt de ingang van het S-Bahn station Yorckstraße (Großgörschenstraße), waar u lijn S1 (richting Oranienburg) neemt. Let op: er is nóg een station met de naam Yorckstraße, dat echter zo’n 150 meter verderop ligt en waar vandaan u lijn S2 (richting Bernau) kunt nemen. Beide lijnen brengen u in ongeveer 10 minuten naar het station Friedrichstraße in het hartje van de stad.

Vanaf dat station neemt u dan de Georgenstraße, waar niet alleen diverse aardige cafés zijn te vinden (zoals hier is terug te lezen) maar ook het fraaie Grimm-Zentrum, de bibliotheek van de beroemde Humboldt-Universiteit.

Een flink aantal jaren geleden schreef ik op deze plaats al eens over het Pergamon Panorama van de Oostenrijks-Perzische kunstenaar Yadegar Asisi, dat rond 2012 voor nogal wat furore zorgde. Nog bekender is wellicht zijn panorama Die Mauer met (uiteraard) als thema de Berlijnse muur, dat nog steeds tegenover Checkpoint Charlie in de Friedrichstrasse is te vinden en waarvan u hier een kleine impressie vindt. Jammer genoeg heeft dit historische stukje Berlijn zich in de afgelopen jaren toenemend tot een commercieel pretpark ontwikkeld – maar dat was waarschijnlijk onvermijdelijk.

Het Pergamon Panorama is sinds kort weer terug: dit keer gehuisvest in een tijdelijk verblijf tegenover het Bode-Museum en vlakbij het wereldberoemde Pergamonmuseum. Bedoeld is het Panorama vooral ook als zoethoudertje voor het feit dat een gedeelte van het museum al sinds 2014 (tijdelijk) gesloten is, en dan met name het pronkstuk: de zaal met het Pergamonaltaar.

Al jaren is het Pergamonmuseum een bouwput en het is niet duidelijk hoe lang de opknapbeurt nog gaat duren. De vertraging bedraagt nu al meerdere jaren en dat het een stuk duurder zal worden moge ook duidelijk zijn: naar verluidt nu al ruim 200 miljoen euro meer dan oorspronkelijk begroot.

Maar het Panoroma van Asisi is best de moeite waard, afgezien van de exorbitant hoge entreeprijs van 19 euro (voor Panorama + begaanbare gedeelte van het Pergamonmuseum). Een ticket alleen voor het Panorama is niet mogelijk.

Het 360° Panorama heeft een hoogte van ruim 30 meter (twee keer zo hoog als het Panorama Mesdag in Den Haag) en laat de Akropolis van de stad Pergamon en het gebied rondom de stad zien. Het schouwspel dat u hier voor u ziet speelt in het jaar 129 na Chr. op de feestdag van de god Dionysus (u weet wel: die van de wijn, de vreugde en de vruchtbaarheid).

Naast het Panorama van Asisi zijn hier ook delen van het Pergamonaltaar en andere schatten uit het museum te bewonderen: nadere details vindt u hier. Het Panorama is sinds eind 2018 geopend en in de folder staat vermeld dat het gebouw waarschijnlijk tot 2024 zal blijven staan. In dat jaar zou het Pergamonmuseum weer in zijn oude luister moeten zijn hersteld – maar aangezien we hier in Berlijn zijn, mag u daar rustig een jaartje of twee, drie bij optellen.

Als u het Panorama weer verlaat staat u in een straat die Am Kupfergraben heet. Als u deze in zuidelijke richting afloopt, langs Pergamonmuseum, Neues Museum en Altes Museum komt u op de boulevard Unter den Linden, het meest prestigieuze adres in het oosten van de stad. Maar ook hier is het allemaal bouwput en renovatie wat de klok slaat. Links op de foto hierboven is een gedeelte van het Deutsches Historisches Museum te zien, waarvan momenteel de façades worden gerenoveerd, en op de achtergrond wordt nog steeds monter aan het Berliner Schloss gewerkt.

Dan is er natuurlijk nog steeds de bouwput van de aanleg van de nieuwe U-Bahn verbinding tussen de Alexanderplatz en het Hauptbahnhof. Het gaat om de verlenging van lijn 5, die momenteel het plaatsje Hönow ten oosten van Berlijn met het centrum van de stad verbindt. Het westelijke stukje tussen Brandenburger Tor en Hauptbahnhof werd inmiddels al weer 10 jaar geleden in gebruik genomen (zoals u hier kunt nalezen) en de ontbrekende schakel in het midden zou nu eigenlijk ook klaar moeten zijn, maar u begrijpt het al: ook hier duurt het allemaal veel langer dan gedacht. Niemand kan eigenlijk precies uitleggen waaraan het toch ligt dat hier zo enorm veel bouwprojecten vertraging oplopen. Het is klaarblijkelijk een Berlijns fenomeen.

Hierboven ziet u het Humboldt Forum dat onderdeel van het Berliner Schloss zal zijn (op de achtergrond is trouwens de Berliner Dom te zien, die op het moment dat ik dit schrijf óók al in de steigers staat). Ik heb al in 2011 een paar woorden aan het fenomeen Berliner Schloss gewijd en toen nog ten onrechte vermoed dat het in 2018 af zou zijn… Een recent bekend geworden plan houdt in dat de begane grond waarschijnlijk eind 2019 toegankelijk zal zijn en dat de verschillende etages daarna successievelijk aan de beurt zullen komen. Zo zout heeft men het toch zelden gegeten….

Laten we het Schloss daarom dit keer maar links liggen en richten we onze blik liever op het gebouw rechts aan de overkant. Dat is het Prinzessinnenpalais, dat oorspronkelijk uit de 18e eeuw stamt en tijdens de Tweede Wereldoorlog vrijwel volledig werd verwoest. Begin jaren zestig werd het paleis herbouwd en werd onder de naam Operncafé al snel een geliefd trefpunt in Oost-Berlijn. Na de Wiedervereinigung kreeg het café nog een kleine facelift en bleef uitermate populair. Het vele pluche, de uitstekende koffie, het lekkere gebak en bovenal een zien en gezien worden terras trokken mensen van heinde en ver aan. Ik vond na enig zoeken nog een paar foto’s uit die tijd (dat is het voordeel als je al zo lang in Berlijn woont).

Jammer genoeg werd het café eind 2011 gesloten, omdat de eigenaar had besloten de huur te verdrievoudige. Daarna stond het paleis enkele jaren leeg, maar uiteindelijk heeft de Deutsche Bank geld uitgetrokken voor de noodzakelijk geworden renovatie. Sinds enige tijd is het Prinzessenpalais weer toegankelijk, maar luistert nu naar de naam Palais Populaire.

Ja, wat moet je er van zeggen? Het ziet er erg gelikt uit, de Deutsche Bank heeft klaarblijkelijk echt iets voor haar renommee willen doen. Dat is wel nodig ook, want de bank staat er slecht voor, heeft de afgelopen jaren veel aan waarde verloren en wordt geplaagd door steeds weer nieuwe schandalen.

Het Palais Populaire heeft natuurlijk een café, maar wel één van het erg steriele soort en de vergelijking met het vroegere Operncafé verliest het kansloos, al is er eveneens een terras (dat bij mooi weer ongetwijfeld ook weer vol zal zijn). Er wordt weliswaar ook gebak geserveerd, maar het aanbod is beduidend bescheidener dan vroeger en van pluche is al helemaal geen sprake meer. Overigens: het adres wordt weliswaar met Unter den Linden 5 aangegeven, maar de hoofdingang bevindt zich om de hoek, in de Oberwallstraße.

Het terras bereikt u via de fraaie Bebelplatz, die al wel weer in zijn oude luister is hersteld en begrensd wordt door het Palais Populaire, de St.-Hedwigs-Kathedrale (momenteel wegens verbouwing gesloten…) en de Deutsche Staatsoper, die na een bouwfase van vele jaren in oktober 2017 eindelijk kon worden heropend. Ik had dit heuglijke feit hier al eens vermeld.

In het Palais zijn regelmatig exposities te zien: nog tot eind mei de Objects of Wonder, een kleine greep uit de Britse Tate Collectie. Daarbij moet het Engelse woord “wonder” hier als “verwondering” en niet als “wonder” worden gezien. De sculpturen stammen alle uit de periode vanaf 1950 en laten door transformatie alledaagse voorwerpen in een ander licht verschijnen. U kunt hier elke dag (behalve dinsdag) tussen 10.00 en 19.00h terecht: donderdags zelfs tot 21.00h. Het aardige is dat de toegang op maandag altijd gratis is: op de overige dagen betaalt u 9 euro.

Vanaf juni komt dan de Summer of Love naar Berlijn, een expositie over de hippie zomer van 1967 in San Francisco en georganiseerd in samenwerking met de Fine Arts Museums uit de stad van de Flower-Power beweging. De ideeën van destijds lijken nu natuurlijk tamelijk naïef en onrealistisch, maar tegen een humanere en tolerantere maatschappij kan toch eigenlijk niemand iets hebben… Laten we hopen dat wij allen dit jaar ook een Summer of Love mogen beleven, in Berlijn, in Amsterdam of waar ook ter wereld. Maar voor het zover is wens ik u alvast een goede start in de lente, die net vandaag is begonnen!

vorig verhaal:

uithoeken in Berlijn

volgend verhaal:

Berlijn kijkt terug

Plaats een reactie